Grieks herhalen werkwoord klas 3 Argo les 14

welke werkwoordstijden heb je in het Grieks geleerd (het zijn er 3)
1 / 16
next
Slide 1: Open question
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

welke werkwoordstijden heb je in het Grieks geleerd (het zijn er 3)

Slide 1 - Open question

Aspect van het werkwoord


toestand: Het meisje was aan het spelen: ze gooide ballen.
óf
gebeurtenis: Per ongeluk gooide het meisje een bal in de rivier.

Slide 2 - Slide

TOESTAND:
een situatie die voortduurde
een proces dat gaande was
de 'achtergrond' in een verhaal

Voor een toestand in het verleden gebruikt het Grieks het imperfectum
GEBEURTENIS:
een verandering in een situatie
een afgerond proces
de 'actie' in een verhaal

Voor een gebeurtenis in het verleden gebruikt het Grieks de aoristus

Slide 3 - Slide

Hoe wordt het praesens gevormd?

Slide 4 - Open question

geef de uitgangen van het praesens

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Hoe wordt het imperfectum gevormd?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Een Grieks imperfectum wordt gemaakt van de praesensstam.
Je herkent het aan de uitgangen.
Een verleden tijd heeft in het Grieks een augment.


Slide 9 - Slide

Imperfectum
Imperfectum luoo en poieoo

Slide 10 - Slide

hoe wordt de aoristus gevormd?

Slide 11 - Open question

Thematische aoristus
Deze sterke werkwoorden hebben geen sigmatische maar een thematische aoristus

Je maakt ze met een andere stam dan de praesensstam
Vb: λαμβανω      de stam is λαβ-

De vervoeging gaat gek genoeg zoals bij het imperfectum!



Slide 12 - Slide

Thematische aoristus
Vervoeging:
ἐ-λαβ-ον
ἐλαβες
ἐλαβε(ν)
ἐλαβομεν
ἐλαβετε
ἐλαβον


ik pakte
jij pakte
hij/zij/het pakte
wij pakten
jullie pakten
zij pakten

Slide 13 - Slide

huiswerk bespreken
We gaan elkaars werk nakijken.
Iedereen heeft een nummer. 
Je kijkt het werk na van het nummer na jou
Het laatste nummer kijkt nr. 1 na

Slide 14 - Slide

maak een foto of screenshot van je huiswerk en vermeld het nummer erbij

Slide 15 - Open question

geef een tip of compliment voor het nummer dat jij hebt nagekeken

Slide 16 - Open question