Sterke werkwoorden Duits

Sterke werkwoorden
Duits
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Sterke werkwoorden
Duits

Slide 1 - Slide

Leerdoel: 
- Je kan sterke werkwoorden met een e en een a in de stam vervoegen  in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Ook in het Nederlands kennen we sterke werkwoorden:

Sterk worden deze werkwoorden door
een klinkerverandering
in de verleden tijd

Slide 3 - Slide

En in het Duits?
Naast een klinkerverandering in de verleden tijd, hebben sterke werkwoorden in het Duits ook

een klinkerverandering
in de tegenwoordige tijd

Slide 4 - Slide

Tot nu toe kende je de zwakke werkwoorden
Die kon je vervoegen met
het ezelsbruggetje

(FE)-E-ST-T-EN-T-EN

Dit kan je nu even herhalen! 

Slide 5 - Slide

Anna .......... (kaufen) für ihre Mutter.

Slide 6 - Open question

Hannes und Anton ..... (warten) vor der Schule auf den Bus.

Slide 7 - Open question

Es .... (regnen) draußen, deshalb gehe ich nicht mit dem Rad zur Schule.

Slide 8 - Open question

Wat is er nu anders bij de sterke werkwoorden?

Sterke werkwoorden krijgen in sommige vormen
een klinkerverandering in de stam


Slide 9 - Slide

Dan is er een klinkerverandering bij "du" en "er/sie/es" 
a -> ä
au -> äu

korte e -> i 
lange e -> ie


Slide 10 - Slide

vb... sterk ww met "a" in de stam
fahren...sterk?      ja!    wij rijden/wij reden
Ich fahre
du fährst
er/sie/es fährt
wir fahren
ihr fahrt
sie/Sie fahren

Slide 11 - Slide

 vb... sterk ww met lange "e" in de stam
sehen....sterk?       ja!   wij zien/ wij zagen
Ich sehe
du siehst
er/sie/es sieht
wir sehen
ihr seht
sie/Sie sehen

Slide 12 - Slide

Probeer nu eens zelf
de juiste vorm
van het werkwoord te vinden

Slide 13 - Slide

Du ... (helfen) deiner Schwester mit den Hausaufgaben.

Slide 14 - Open question

Er ... (rufen = roepen) seinen Vater um Hilfe.

Slide 15 - Open question

Mutter ... (sehen = zien) die Show im Fernsehen.

Slide 16 - Open question

Er zijn geen regels zonder uitzonderingen:

nehmen, geben -> sterk, maar lange e wordt i
                                    (sie nimmt, du gibst)


Slide 17 - Slide

Er ... (nehmen) einen Apfel aus dem Korb.

Slide 18 - Open question

Du ... (geben) mir immer Geld für Abendessen.

Slide 19 - Open question

Leerdoel: 
- Je kan sterke werkwoorden met een e en een a in de stam vervoegen in de tegenwoordige tijd

Slide 20 - Slide

Kan je nu sterke werkwoorden in het Duits vervoegen?
A
Nee, ik snap er niets van
B
Ja, ik heb alle doelen bereikt en snap het.
C
Ik heb de doelen deels bereikt, maar moet nog verder oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig en vraag dit aan mijn docente

Slide 21 - Quiz

Tot slot: stel hier een vraag over de inhoud van deze les.

Slide 22 - Open question