LUK 2.3_VPK_Bijeenkomst 2_KR Classificaties en modellen

Verpleegkunde
LUK 2.4
VPK_Week 5
Classificaties en modellen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verpleegkunde
LUK 2.4
VPK_Week 5
Classificaties en modellen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je kunt modellen en classificaties plaatsen in het verpleegkundig proces


  • Je begrijpt het gebruik van modellen en classificaties bij de anamnese.
  • Je kent en begrijpt het model van de crossculturele determinanten van Stronks. 
  • Je kent en begrijpt het ICF classificatiemodel.
  • Je kent de principes van Evidence Based Practice. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Inleiding
  • Mogelijkheid tot het stellen van vragen
  • Voorkennis activeren
  • Toepassen kennis ICF in een casus (25 min)
  • Toepassen kennis Stronks in een casus (25 min)
  • Evalueren van de bijeenkomst 

Slide 3 - Slide

Studenten hebben volgende voorbereiding gedaan: 

Opdracht 1

Voor deze bijeenkomst bestudeer je de volgende literatuur :

Bestudeer uit Wilkinson, J. (2020). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces (6e editie). Pearson. 

Hoofdstuk 1.3.2 Zelfmanagement (ICF model)
Hoofdstuk 8.5 tot en met 8.5.3
Hoofdstuk 10.2.1
Hoofdstuk 1.4.1 tot en met 1.4.5
Bestudeer ook dit artikel van Sibbing (2019) over het model van Stronks: LUK 2_VPK_ Stronks_NR2 2019 IR KLEPEL EN KLOK-4.pdf

Opdracht 2

Toets je je kennis en kunde over gezondheidsdeterminanten uit LUK 1 aan de hand van deze kleine toets Test je kennis over gezondheidsdeterminanten uit LUK 1. 

Opdracht 3

Bekijk de volgende video over het ICF model en hoe de verpleegkundige het gebruikt in de zorg:
En??? Hoe voel je je?

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Voorbereidingscheck

Slide 5 - Slide

DOEL

De voorbereidingsopdrachten worden geactiveerd zodat we zien hoe iedereen in de race zit.

Sheet 8 t/m 14



Hoe heb je je voorbereid?
Literatuur bestudeerd
Video ICF gezien
Test gezondheidsdeterminanten gedaan
video EBP gezien
Ik heb alles gedaan

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

Evidence Based Practice. 

Slide 7 - Slide

Deze les gaat voornamelijk over classificatiesystemen en modellen. Echter wordt er een begin gemaakt met EBP. Daarom zit er bij de voorbereiding een video over kennismaken met EBP. 
Je kunt hier eventueel iets dieper op ingaan. Wie kan vertellen op welke pijlers EBP is gebouwd? 

Slide 8 - Slide

Dit is de eerste les in de reeks KR. Deze les gaat over de eerste fase van het verpleegkundig proces: gegevens verzamelen. Je kan als je dat wil de studenten weer even meenemen in de fasen van het vpk proces en de verschillende soorten anamneses. 

Probeer tijdens de les steeds weer het verband te leggen met de vorige les (zelfmanagement, meetinstrumenten en de stage ervaring) en dat wat we behandeld hebben in LUK 1. 
Evidence Based Practice
  • Werken met bewijs: Zorgverlening baseren op de beste beschikbare wetenschappelijke kennis.
  • Combineren van bronnen: Integratie van onderzoek, klinische ervaring én voorkeuren van de patiënt.
  • Systematisch handelen: Gebruik van meetinstrumenten, richtlijnen en protocollen om zorg te onderbouwen.
  • Kritisch denken: Altijd nagaan of interventies effectief, veilig en passend zijn.
  • Patiëntgericht: Rekening houden met waarden, wensen en context van de zorgvrager.
  • Kwaliteitsverbetering: Door EBP wordt zorg transparanter, doelmatiger en beter meetbaar.
  • Levenslang leren: Verpleegkundigen blijven hun kennis en handelen bijstellen op basis van nieuwe inzichten.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

3 pijlers EBP
1. Wetenschappelijke bewijsvoering
• Gebruik maken van de beste beschikbare onderzoeksresultaten.
• Kritisch beoordelen of studies betrouwbaar en toepasbaar zijn.
• Richtlijnen en systematische reviews vormen vaak de basis.

2. Klinische expertise
• Inzetten van je eigen kennis, ervaring en vaardigheden als verpleegkundige.
• Herkennen van patronen, klinische signalen en praktische haalbaarheid.
• Ervaring helpt om onderzoeksresultaten goed te vertalen naar de praktijk.

3. Waarden en voorkeuren van de patiënt
• Rekening houden met wensen, behoeften en context van de zorgvrager.
• Samen beslissen: patiëntparticipatie in keuzes en zorgdoelen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

classificatiesystemen en modellen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een classificaties
en modellen?

Slide 12 - Mind map

Vraag en bespreek daarna met studenten wat nou het verschil is tussen een classificatie en een model. 
Welke rol speelt dit binnen een anamnese? 

Volgens Judith M. Wilkinson (Hd 10.2) is een classificatiesysteem in de verpleegkunde een gestandaardiseerd ordeningssysteem dat gebruikt wordt om gegevens binnen het verpleegkundig proces systematisch te structureren. Het doel is om:

Gegevens te verzamelen en ordenen tijdens de anamnese.
Diagnoses, interventies en resultaten eenduidig vast te leggen.
Communicatie en continuïteit van zorg te verbeteren door een uniforme taal.
Onderzoek en kwaliteitsverbetering mogelijk te maken door standaardisatie.

Wilkinson koppelt dit aan het verpleegkundig proces (anamnese, diagnose, resultaten, interventies, evaluatie) en benadrukt dat classificatiesystemen helpen om klinisch redeneren methodisch en transparant te maken. Voorbeelden die zij noemt zijn o.a. NANDA-I (diagnoses), NIC (interventies) en NOC (uitkomsten).

Volgens Judith M. Wilkinson is een verpleegkundig model een conceptueel kader  of theoretische visie op zorg, wat richting geeft aan het denken en handelen van verpleegkundigen.  conceptueel kaderHet is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid die richting geeft aan hoe je naar de patiënt kijkt en welke gegevens je verzamelt.

Voorbeelden van verpleegkundige modellen:

Gordon’s functionele gezondheidspatronen (structuur voor anamnese)
Zelfzorgmodel van Orem (focus op zelfzorgtekorten)

Modellen 

• Verpleegkundig procesmodel – systematische stappen (anamnese, diagnose, zorgresultaten, interventies, evaluatie).
• Gordon’s functionele gezondheidspatronen – raamwerk voor gegevensverzameling.
• Lalonde‑model (Health Field Concept, HFC) – verdeelt gezondheidsdeterminanten in vier velden: leefstijl, omgeving, biologische factoren en gezondheidszorg.

Kenmerk: modellen geven structuur en richting aan je denken en handelen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Classificaties

Gestandaardiseerde taal
• Classificaties (zoals NANDA, NIC, NOC) zorgen ervoor dat verpleegkundigen wereldwijd dezelfde termen gebruiken.
• Dit maakt communicatie, registratie en onderzoek eenduidig en vergelijkbaar.

Ordening
• Classificaties zijn ook een systematische ordening van begrippen.
• Ze zijn hiërarchisch opgebouwd: van brede categorieën naar specifieke subcategorieën.

Voorbeeld: In NANDA-I zijn er domeinen (bijv. Gezondheidspromotie), daarbinnen klassen (bijv. Voeding), en daarbinnen specifieke diagnoses (bijv. Risico op onevenwichtige voeding).
• Dit geeft structuur en maakt het mogelijk om gegevens te rangschikken, groeperen en analyseren.

Dus in één zin: Classificaties zijn zowel een gestandaardiseerde taal als een geordend systeem waarin verpleegkundige gegevens hiërarchisch worden ingedeeld.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Protocollen en richtlijnen

Praktische, vaak evidence‑based afspraken en standaarden voor handelen in de zorg.

Functie:
• Ze vertalen modellen en classificaties naar concreet handelen.
• Waarborgen kwaliteit, veiligheid en uniformiteit in de praktijk.
Voorbeelden:
• Landelijke richtlijnen (bijv. V&VN, Zorginstituut Nederland).
• Instellingsprotocollen voor wondzorg, medicatie, hygiëne.

Kenmerk: protocollen en richtlijnen zijn praktische werkafspraken die de toepassing van modellen en classificaties ondersteunen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

ICF model

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ICF model

Slide 17 - Slide

Benadruk de relatie tussen KR en het ICF model. Wij gebruiken het om gezondheidsproblemen te identificeren. 

In het ICF model vind je dan ook gezondheidsdeterminanten.

Het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability and Health) is een wereldwijd erkend raamwerk ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om de gezondheid en het functioneren van mensen te beschrijven. Het model biedt een holistische benadering van gezondheid door niet alleen naar ziekten en aandoeningen te kijken, maar ook naar hoe mensen functioneren in hun dagelijkse leven en hoe hun omgeving daarop van invloed is.

Het ICF-model is opgebouwd uit verschillende componenten die samen een compleet beeld van de gezondheid en het functioneren van een persoon geven:

Functies en Anatomische Eigenschappen:

Functies: Dit verwijst naar de fysiologische functies van lichaamssystemen (zoals spraak, ademhaling, of geheugen).
Anatomische eigenschappen: Dit heeft betrekking op de lichaamsstructuren, zoals organen, ledematen, en hun onderdelen.

Activiteiten en Participatie:

Activiteiten: Dit omvat alle taken of acties die een persoon uitvoert, zoals lopen, praten, eten, of zichzelf aankleden.
Participatie: Dit verwijst naar de mate waarin iemand betrokken is in levenssituaties, zoals werk, onderwijs, sociale activiteiten, en gezinsleven.

Externe Factoren:

Deze component kijkt naar de externe omgeving waarin iemand leeft en hoe deze de gezondheid en het functioneren beïnvloedt. Dit kunnen fysieke, sociale, en attitudinale factoren zijn, zoals hulpmiddelen, sociale steun, toegankelijkheid van gebouwen, of attitudes van anderen.

Persoonlijke Factoren:

Dit zijn de unieke achtergrondkenmerken van de persoon, zoals leeftijd, geslacht, levensstijl, copingstrategieën, en andere persoonlijke omstandigheden. 

Het invullen van het ICF-model gebeurt meestal in een multidisciplinaire setting, waarbij zorgverleners samen met de cliënt en eventuele familieleden of mantelzorgers het functioneren van de cliënt in kaart brengen. Het invulproces omvat de volgende stappen:

Gegevens verzamelen: Begin met het verzamelen van informatie over de gezondheidstoestand, het functioneren, de activiteiten en de participatie van de cliënt. Dit kan door middel van gesprekken, observaties, en het raadplegen van medische dossiers.

Identificeren van problemen: Identificeer de specifieke functioneringsproblemen in elk van de domeinen van het model (functies, activiteiten, participatie). 

Beoordelen van externe en persoonlijke factoren: Analyseer welke externe en persoonlijke factoren van invloed zijn op het functioneren van de cliënt. Dit kan helpen om inzicht te krijgen in belemmeringen of juist ondersteunende factoren in de omgeving.

Bespreken van doelen en interventies: Op basis van de ingevulde ICF kan een behandel- of begeleidingsplan worden opgesteld. Hierbij worden doelen geformuleerd, interventies gepland, en verantwoordelijkheden verdeeld.

Het ICF-model wordt gebruikt voor:

Beoordeling van gezondheid en functioneren: Het biedt een systematisch en gedetailleerd beeld van hoe een persoon functioneert in het dagelijks leven, en waar belemmeringen optreden.

Communicatie tussen zorgverleners:

Omdat het ICF een gestandaardiseerd taalgebruik hanteert, faciliteert het duidelijke communicatie tussen verschillende disciplines, zoals artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, en verpleegkundigen.

Opstellen van behandelplannen: Het model helpt bij het formuleren van gepersonaliseerde doelen en interventies die gericht zijn op het verbeteren van het functioneren en de kwaliteit van leven van de cliënt.

Het ICF-model is een krachtig hulpmiddel voor het in kaart brengen van de complexiteit van gezondheid en functioneren, en het ondersteunt zorgverleners bij het bieden van holistische en op maat gemaakte zorg.

ICF‑model en klinisch redeneren

Ondersteunt het klinisch redeneren door verbanden te leggen tussen:
• Lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen
• Activiteiten (wat iemand kan doen)
• Participatie (deelname aan het dagelijks leven)
• Omgevingsfactoren (fysiek, sociaal, maatschappelijk)
• Persoonlijke factoren (leeftijd, coping, motivatie)

Geeft een breed en systematisch kader voor het analyseren van functioneren.
Zorg wordt hierdoor holistisch, patiëntgericht en beter onderbouwd.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

ICF en Lalonde (HFC)
Gezondheidsdeterminanten (Lalonde/HFC)
Het ICF sluit grotendeels aan bij de vier klassieke determinanten van gezondheid:

• Leefstijl (gedrag, voeding, beweging, middelengebruik)
• Omgeving (sociaal, fysiek, economisch, cultureel)
• Biologische factoren (erfelijkheid, geslacht, leeftijd)
• Gezondheidszorg (toegang, kwaliteit, preventie, behandeling)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1:  ICF model
  • Maak tweetallen
  • Heb een kort gesprek met je medestudent en vul gezamenlijk het ICF  model in nav dit gesprek.
  • Denk aan de situatie van je PVS patiënt of toen  jij zelf ziek of uit balans was (Be your own  patient)
  • Vraag bewust naar de verschillende onderdelen (determinanten) van het   ICF model. Gebruik hiervoor het Sjabloon ICF uit Brightspace. 
  • Probeer door te vragen, om zo meer informatie te verzamelen
  • 15 minuten
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Bespreek nadat de studenten klaar zijn kort na hoe het is gegaan en of studenten tegen twijfels of moeilijkheden aangelopen zijn. Evt een voorbeeld tonen op het bord.
Nabespreken opdracht 1 ICF

Slide 21 - Slide

Je kan zelf bepalen op welke manier je de opdracht wil bespreken met de groep. je kan een dia toevoegen om de opdracht in te laten leveren maar je kan het ook modenling doen. 
Neem 15 minuten de tijd hiervoor. 
Model van Stronks

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stronks model
Verbijzondering van HFC/Lalonde

Het Stronks‑model richt zich op de sociale determinanten van gezondheid en benadrukt dat verschillen in gezondheid vaak voortkomen uit de maatschappelijke positie van mensen.

• Sociaal‑economische status: inkomen, opleidingsniveau en beroep beïnvloeden de kans op gezonde leefstijl en toegang tot zorg.
• Culturele en sociale factoren: normen, waarden, discriminatie, migratieachtergrond en sociale cohesie spelen een rol in gezondheid en welzijn.
• Woon- en werkomstandigheden: kwaliteit van huisvesting, arbeidsomstandigheden en buurtvoorzieningen beïnvloeden gezondheid direct en indirect.
• Maatschappelijke ongelijkheid: structurele verschillen in kansen en middelen leiden tot gezondheidsverschillen tussen groepen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stronks

Slide 24 - Slide

Inleidend praatje over waarom nu weer het model van Stronks.
Waarom zijn er meerdere modellen, waarom steeds een ander model? Complementeren elkaar en daardoor kun je een holistisch beeld schetsen van een zorgvrager.
Opdracht 2
  • Maak tweetallen
  • Lees de casus op de volgende slide. 
  • Welke vragen zou jij mevrouw stellen? Denk hierbij specifiek aan de crossculturele determinanten.
  • Gebruik het model van Stronks als hulpmiddel
  • 15 minuten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Casus mw Isar
Mevrouw Isar is opgenomen op de afdeling chirurgie van het ziekenhuis. Zij moet geopereerd worden aan haar galblaas.
Mevrouw Isar is een 48-jarige vrouw van Syrische afkomst. Zij heeft drie kinderen. Zij is gevlucht vanuit Syrië naar Nederland. Sinds 2 jaar heeft zij een eigen flat in Rotterdam zuid.
Jij gaat een anamnese bij haar afnemen. Welke vragen ga je allemaal aan haar stellen?  Gebruik hierbij het model van Stronks. 
Koppel je vragen aan de betreffende determinanten.


timer
15:00

Slide 26 - Slide

Studenten hebben 15 minuten de tijd voor dit onderdeel.

Afhankelijk van de tijd kun je dit onderdeel plenair nabespreken of een handout meegeven met voorbeeld vragen (Brightspace)
Nabespreken opdracht 2 model van Stronks

Slide 27 - Slide

Je kan zelf bepalen op welke manier je de opdracht wil bespreken met de groep. je kan een dia toevoegen om de opdracht in te laten leveren maar je kan het ook modenling doen. 
Neem 15 minuten de tijd hiervoor. 
Waar heb jij in deze les het gebruik van een model herkend bij een anamnese?

Slide 28 - Open question

Als het goed is, hebben de studenten de theorie van een model herkent in de anamnese fase bij de opdrachten van het ICF model en de casus van mevrouw Isar. 
Voorbereiding bijeenkomst 3 : PESSEN en NANDA -I diagnosen 
Meenemen ajb!

Slide 29 - Slide

Afsluiting van de les.

Vragen/onduidelijkheden?

Neem studenten kort mee naar Brightspace en toon de voorbereidingsopdracht van de les van volgende week en maak duidelijk dat het zeer gewenst is als studenten hun  Handboek verpleegkundige diagnoses van Carpenito meenemen naar de komende lessen VPK.
Nog wat geleerd vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

This item has no instructions