Onderzoek en rapporteren

Ondezoek doen en rapporteren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ondezoek doen en rapporteren

Slide 1 - Slide

Onderzoek
In de biologie testen wij onderzoeksvragen door onderzoek te doen.

Je onderzoek moet je altijd opschrijven zodat iemand anders het over kan doen.

Slide 2 - Slide

De stappen van een onderzoeksverslag
Een onderzoeksverslag bestaat uit verschillende stappen. .

Slide 3 - Slide

Onderzoeksvraag
  • Dit is de vraag die je gaat onderzoeken.
  • Let op: een onderzoeksvraag is dus altijd een vraag!

Slide 4 - Slide

Hypothese
  • Dit is wat jij denkt dat het antwoord is op de onderzoeksvraag.
  • Het mag geen gok zijn, hierbij gebruik je de kennis die je hebt geleerd bij biologie.

Slide 5 - Slide

Benodigdheden
  • Schrijf op welke materialen je hebt gebruikt voor je onderzoek.
  • Alle materialen moet genoteerd worden.

Slide 6 - Slide

Werkplan (methode)
  • Hier schrijf je op hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden.
  • Soms moet je op een toets zelf een werkplan maken. Hoe je dat doet wordt nu uitgelegd.

Slide 7 - Slide

Onderzoek doen
Als je onderzoek doet maak je altijd twee groepen:

- Testgroep
-Controle groep

Slide 8 - Slide

Waar let op je op als een werkplan maakt?
  • Maak twee groepen van minstens 50 per groep.
  • Maak de omstandigheden voor beide groepen gelijk op één onderdeel na. Dit onderdeel is wat je onderzoekt.
  • Bepaal hoe lang je gaat onderzoeken.
  • Bepaal hoe je het effect van je onderzoek gaat bepalen.
  • Vergelijk altijd de 2 groepen!!

Slide 9 - Slide

Resultaten
  • Alles wat je waarneemt en uitrekent noteer je in deze paragraaf.
  • Als het kan doe je dit in een tabel en een grafiek.

Slide 10 - Slide

Conclusie
  • Hier geef je antwoord op je onderzoeksvraag met behulp van je resulataten.

Slide 11 - Slide

Diagrammen
  • Resultaten worden in diagrammen weergegeven. 
  • Op het examen moet je een staaf- en lijndiagram kunnen maken en aflezen.

Slide 12 - Slide

  • Regels voor diagrammen
  • De y-as begint altijd bij 0. Wordt in gelijke stappen ingedeeld. De eerste stap mag groter zijn, maar dan moet er wel een zaagtand bij.
  • Bij de y-as wordt een grootheid en eenheid vermeld (bv: leeftijd in jaren/ percentage zittenblijvers)
  • Dit geldt ook voor de x-as bij lijndiagrammen.
  • De staven krijgen altijd een naam via een legenda of onder de staaf.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 18 t/m 29. Wat niet af is wordt huiswerk.
  • Heb je extra uitleg nodig? Kom deze dan nu vragen.
  • Wil je extra oefenen? De docent heeft extra oefenopdrachten.

Slide 17 - Slide

Wat hebben we deze les geleerd?

Slide 18 - Mind map