H10 Krachten

Krachten
Hoofdstuk 10
1 / 49
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Krachten
Hoofdstuk 10

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 2 - Slide

De effecten van krachten
  • Krachten kun je niet zien.
  • Je kan wel het effect van een kracht zien.
  • Je kan voorwerpen vervormen.  Dit kan blijvend (plastische vervorming) of niet blijvend (elastische vervorming) zijn. *
  • Je kan ook de snelheid en de richting van een voorwerp veranderen.

Slide 3 - Slide

Paspoort: Kracht
  • Grootheid: Kracht.
  • Symbool: F
  • Eenheid: Newton
  • Afkorting van de eenheid: N
  • Kracht van 300 Newton
  • F=300 N

Slide 4 - Slide

Krachten meten
  • Dit doe je met een Newtonmeter / krachtenmeter / dynamometer.
  • Hier zit een veer in.  Stugge veren zijn voor grote krachten en slappe veren zijn voor kleine krachten.
  • Bekijk steeds het meetbereik (0N - 5N).
  • Lees zo nauwkeurig mogelijk af!

Slide 5 - Slide

Krachten tekenen
  • Heeft een richting, lengte en een grootte.  Daarom is dit ook een vector!
  • Geef elke pijl ook een naam!
  • Net zoals op een landkaart gebruik je een schaal, de krachtenschaal.
  • bv: 1 cm ≙ 5 N
  • Dat betekent dat een pijl met een lengte van 1 cm een kracht van 5 N voorstelt. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Soorten krachten

Slide 8 - Slide

Zwaartekracht
  • Op elk voorwerp werkt zwaartekracht.
  • Deze is uit te rekenen als je de massa (kg) vermenigvuldigd met de valversnelling (9,80665 N/kg → 10 N/kg). *
  • Zwaartekracht = m(kg) x 10
Fzw=m10

Slide 9 - Slide

Een cementbak heeft een massa van 3,5 ton.  Bereken de kracht die uitgeoefend wordt in de kabel.

Slide 10 - Slide

Een cementbak heeft een massa van 3,5 ton. Bereken de kracht die uitgeoefend wordt in de kabel.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:

Slide 11 - Slide

Nog enkele krachten
  • Spierkracht → je oefent met je spieren een kracht uit op ...
  • Veerkracht → tegenwerkende kracht die een veerkrachtig voorwerp op je uitoefent.
  • Spankracht → kracht in een strakgespannen kabel.
  • Normaalkracht → kracht die de bodem op een voorwerp uitoefent.
  • Magnetische kracht → kracht die een magneet uitoefent op een voorwerp. *
  • Elektrische kracht.

Slide 12 - Slide

Krachten rond een magneet.  Je ziet de veldlijnen.

Slide 13 - Slide

Krachten die elektrische ladingen kunnen uitoefenen

Slide 14 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 15 - Slide

Krachten in constructies
§2

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 17 - Slide

Om een constructie te maken moet nagedacht worden over de materialen.  Er komen verschillende soorten krachten op te staan.

Slide 18 - Slide

De tuibrug
  • Op de kabels staat er een spankracht → 

  • Op de pylonen staat een drukkracht → 

  • Op het brugwegdek staan druk en trekkrachten 

Slide 19 - Slide

Onbelast
  • Dan staan er geen krachten op een voorwerp.

Slide 20 - Slide

Bouwmaterialen kiezen
  • Berekenen hoe de belasting op materialen werkt.  Dus rekening houden met druk- en trekkrachten.
  • Bakstenen zijn goed bestand tegen drukkrachten maar niet tegen trekkrachten.

Slide 21 - Slide

Beton
  • Beton wordt gemaakt door zand, grind, cement en water in de juiste verhouding te mengen.
  • Goed bestand tegen drukkrachten, maar betonnen vloeren kunnen doorzakken → trekkrachten!
  • Dan worden er kabels of netten in beton gespannen → gewapend beton.

Slide 22 - Slide

Gewapend beton

Slide 23 - Slide

Boogvorm
Boogvormen zijn zeer sterk!

Slide 24 - Slide

De betonvibrator

Slide 25 - Slide

Hout
  • Hout kan tegen druk- en trekkrachten.
  • Makkelijk te bewerken en elkaar te bevestigen.
  • Driehoekige vormen zijn zeer sterk.

Slide 26 - Slide

Driehoekige vormen zijn sterk

Slide 27 - Slide

Andere ontwerpeisen
  • Er wordt ook rekening gehouden met andere factoren dan sterkte:
  • de dichtheid;
  • het uiterlijk;
  • de prijs;
  • de isolatiewaarde;
  • de brandbaarheid;
  • de duurzaamheid;
  • de effecten op het milieu.

Slide 28 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 29 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 81 - 88

Slide 30 - Slide

Krachten samenstellen
§3

Slide 31 - Slide

Leerdoelen 4GTL

Slide 32 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je etui?

Slide 33 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je pennenmap?
  • Zwaartekracht en normaalkracht
  • Welke kracht overwint?

Slide 34 - Slide

Vraag
  • Welke krachten werken op je pennenmap?
  • Zwaartekracht en normaalkracht
  • Welke kracht overwint?
  • Geen, er is evenwicht en de nettokracht is 0N.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

De resultante
  • Dit is nettokracht (het resultaat van 2 of meerdere krachten) die op een voorwerp inwerkt.
  • Bij een glas op tafel is die 0N.  Er is een evenwicht (tussen zwaartekracht en normaalkracht).

Slide 37 - Slide

De resultante berekenen
  • Als de krachten in dezelfde richting werken, mag je deze optellen.


  • Als de krachten in tegengestelde richting werken, mag je deze van elkaar aftrekken.
Fres=F1+F2
Fres=F1F2

Slide 38 - Slide

Maar hoe lossen we oefening c dan op?

Slide 39 - Slide

Constructie maken!
= examenstof

Slide 40 - Slide

Enkele voorbeelden
Krachten samenstellen

Slide 41 - Slide

Leerdoelen 4GTL

Slide 42 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 89 - 99

Slide 43 - Slide

Krachten ontbinden
§4

Slide 44 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 45 - Slide

3 keer evenwicht

Slide 46 - Slide

Krachten in constructies
  • Bij het ontwerpen van een constructie vraagt een ontwerper zich steeds een aantal zaken af.
  • Wat voor krachten komen er op elk onderdeel te staan?
  • • Gaat het om drukkrachten of om trekkrachten?
  • • Wat weet ik over de grootte van deze krachten?
  • • Hoe sterk moet ik ieder onderdeel maken?
  • Daarom worden deze krachten vaak ontbonden.  We maken enkele oefeningen.

Slide 47 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 48 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4GT → blz 100 - 113

Slide 49 - Slide