Hoofdstuk 4, Een nieuwe republiek in Europa

Een nieuwe republiek in Europa
Herhaling havo 5, hoofdstuk 4
16e en 17e eeuw
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Een nieuwe republiek in Europa
Herhaling havo 5, hoofdstuk 4
16e en 17e eeuw

Slide 1 - Slide

Lesdoel; Waardoor resulteerde de opstand in het ontstaan van de Republiek?
Zonder koning, maar met sterke stadhouders, kon de opstandige Unie zich toch handhaven door oorlog en vooral vanaf 1588 uitgroeien tot een onafhankelijke protestantse Republiek.

Slide 2 - Slide

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de economie?

Slide 3 - Mind map

Bestuur in de Gouden Eeuw 
Wie had de macht in de Republiek?
> rijke burgers (regenten) (de macht in de steden en de Gewestelijke Staten)
> stadhouder (legeraanvoerder) > prins van Oranje; elk gewest had een stadhouder

Slide 4 - Slide

Gewestelijke Staten
- gewesten waren in grote mate onafhankelijk
- gewesten hadden eigen wetten en regels
- gewesten werden bestuurd in de Gewestelijke Staten
- belangrijkste gewest was Holland


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de economie?

Slide 7 - Mind map

Economische gevolgen val van Antwerpen (1585):
Antwerpen viel in Spaanse handen: protestanten vluchten naar de Republiek. De Republiek sluit de Schelde af.  

- veel immigranten naar Amsterdam : grachtengordel
- handelscontacten : handel van Antwerpen naar Amsterdam
- nijverheid neemt toe
- in Amsterdam handel in luxeproducten
- vraag naar arbeidskrachten neemt toe



Slide 8 - Slide

Oorzaken toenemende handel in de Republiek:

  • Handel met het Oostzeegebied
  • Technische uitvindingen (fluitschip,  houtzaagmolen en haringbuis
  • Specialisatiegraad in het arbeidsproces (weinig agrarisch veel nijverheid)
  • val van Antwerpen (1585)

Slide 9 - Slide

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de economie?

Slide 10 - Mind map

Wat herken je van de Gouden Eeuw in dit schilderij?
Wat herken je van de Gouden Eeuw in dit schilderij?

Slide 11 - Slide

Kunst en de Gouden Eeuw
De Gouden Eeuw was een bloeiperiode voor de kunst
- veel beroemde schilders

Slide 12 - Slide

Wetenschap in de Gouden Eeuw
De Gouden Eeuw was een bloeiperiode voor de wetenschap Er werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan:
Wetenschappelijke Revolutie

Tolerantie


Slide 13 - Slide

steden en staten 
Ontdekkers en hervormers
regenten en vorsten
Sleep kenmerkende aspecten naar het juiste tijdvak.
timer
0:30
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in Europa tot gevolg had.
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Sleep de personen naar de juiste omschrijving
Deze persoon was de stadhouder van De Nederlanden

>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon was de eerste koning van het Duitse keizerrijk
>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon geloofde dat de kerk boven de koning stond.
>>>>>>>>>>>>>>>>>
Deze persoon werd gestuurd door de koning om protestanten te straffen >>>>>>>>>
Deze persoon had als missie de hele wereld katholiek te maken
>>>>>>>>>
Deze persoon wilde de katholieke kerk veranderen  >>>>>>>>>
Filips II
Karel V
Willem v. Oranje
Hertog van Alva
Maarten Luther
Johannes Calvijn
timer
0:30

Slide 16 - Drag question

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 17 - Mind map

Handelskapitalisme

Slide 18 - Slide

Handelscompagnieën
VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie
WIC = West-Indische Compagnie

Slide 19 - Slide

VOC
WIC
Specerijen
1602
1621

Slide 20 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste plekken in de zinnen
  1. De meeste landen in Europa werden in de 17e eeuw bestuurd door een [..................1...................]
  2. Nederland was geen koninkrijk, maar een [..................2...................]
  3. De Republiek der Verenigde [..................3...................] bestond uit zeven zelfstandige [..................4...................]
  4. Elk gewest werd bestuurd door de [..................5...................] waarin vertegenwoordigers van de [..................6...................] en de                       [..................7...................] zaten
  5. In Den Haag kwamen vertegenwoordigers van de gewesten samen in de [..................8...................]
Gebruik deze woorden
Staten-Generaal
Staten
vorst
republiek
adel
Nederlanden
gewesten
steden

Slide 21 - Drag question