1.3 Zeestromingen

We gaan het vandaag hebben over....?
1 / 48
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

We gaan het vandaag hebben over....?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zeestromen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Dichtheid water
zoutgehalte

temperatuur

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Thermohaliene circulatie
Thermo = temperatuur
Haliene = zoutgehalte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

Vanaf 9:35
Dichtheidsverschil drijft zeestromingen aan
Temperatuur: Warm water heeft een lagere dichtheid dan koud water. Beschrijf in eigen woorden hoe (bijvoorbeeld) de zeestroming tussen Groenland en Noord-Amerika aangedreven wordt (bekijk zeker de figuur op de volgende bladzijde). Duid op de kaart aan waar elders op aarde oceaanwater naar de diepte stroomt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dichtheidsverschil drijft zeestromingen aan

  • koud water --> hogere dichtheid dan warm water--> zakt naar beneden
  • zout water--> hogere dichtheid dan zoet water--> zakt naar beneden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zowel zeestromen als windstromen hebben op het noordelijk halfrond een afwijking naar links
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Thermohaliene circulatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De motor achter de zeestromen
(diepwaterpomp = koud en zout)
Versimpelde weergave

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

 GEVOLGEN: Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zeestromen
Zie GB 244
  • Zeestromen volgen de overheersende windrichting! (althans aan de oppervlakte)
  • Warme zeestromen (vanuit een warm gebied)
  • Koude zeestromen (vanuit een koud gebied)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie: zeestromen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leg uit hoe de Thermohaliene circulatie werkt. (Gebruik evt. je lesboek)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Waarom kan het afsmelten van de gletsjers op Groenland leiden tot een nieuwe koude periode in West-Europa?
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Temperatuur 
Temperatuur zee afhankelijk van stroming maar vooral van breedteligging. 


Wat valt je op als je breedteligging vergelijkt met temperatuur van de zee?
De lijnen buigen af (bijvoorbeeld bij west europa), dit komt door de warme zeestromen die de temperatuur hier warmer maken.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Invloed van de zee op de temperatuur

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Invloed van de zee en temperatuur

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ligging aan zee
Temperatuur boven land en boven zee

Slide 24 - Slide

Het verschil in opwarming en afkoeling heeft gevolgen voor de temperatuur van de lucht erboven.
■ Boven zee zal de luchttemperatuur nooit erg hoog en ook nooit erg laag zijn. De zee heeft dan ook een matigende invloed op de temperatuur.
■ Boven land kan de lucht erg warm maar ook erg koud worden. De temperatuur kan ook heel snel wisselen.
Maar dan....
Iets waar JIJ ooit onderzoek naar zou kunnen gaan doen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van El Niño?
Op regionale schaal?
- Modderstromen?
- Droogte of extreme regenval?
Op mondiale schaal?
- Voedseltekort
- Orkanen of juist minder orkanen?
- Politieke gevolgen (oorlog?)
Het weer in Nederland?
Een natte lente in Nederland komt door El Nino!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen El Nino
  • Noordkust Zuid-Amerika + Caraïbisch gebied droger
  • Zuid-Brazilië en Uruguay meer regen
  • Oost-Afrika in het najaar natter
  • Wereldwijd warmer door opwarming tropen
  • Bosbranden in Indonesië door droogte
  • Overstromingen in Peru door zware regenval
  • Daling visvangst bij Peru door minder opwellend diepzeewater

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Waarom is El Niño belangrijk?
Gedurende El Niño trekt het regengebied dat normaal boven Zuidoost-Azië ligt naar de Stille Oceaan. Dit brengt niet alleen droogte in Indonesië (tot oktober) en de Filippijnen (vanaf oktober) met zich mee, maar verandert ook het weer in grote delen van de wereld. De invloeden verspreiden zich langs een aantal hoofdrichtingen.
De eerste keten van effecten gaat de wereld rond door de tropen. Hierdoor worden de noordkust van Zuid-Amerika en de eilanden daarvoor droger, Oost-Afrika in het najaar natter en zuidelijk Afrika in hun zomer wat droger. Er is ook een zwak effect op regen in de Sahel. De hele tropen warmen ook op, waardoor de wereldgemiddelde temperatuur het jaar na El Niño altijd wat hoger uitvalt
De hele tropen warmen op waardoor de wereldgemiddelde temperatuur het jaar na El Niño altijd wat hoger uitvalt.
De andere twee richtingen zijn bogen over de Stille oceaan naar Noord- en Zuid-Amerika. Zuidoost-China wordt wat natter, Canada heeft meestal een wat zachtere winter en het zuiden van de VS en Mexico krijgen vaak koeler, natter weer. Op het zuidelijk halfrond wordt Oost-Australië vaak iets droger en krijgen Zuid-Brazilië en Uruguay juist meer regen. Deze effecten hangen ook sterk van het seizoen af.


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Opname van warmte door de oceaan

Op de kaarten op de volgende bladzijde zie je de warmteopname door de oceanen. Positieve waarden geven een opname aan, negatieve aan afgave van warmte aan de atmosfeer. Los daarna de vragen op.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

warmteopname door de oceanen
zeestromingen in de Atlantische Oceaan

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Waar wordt de meeste warmte genomen? Uiteraard in het evenaarsgebied, maar ook nog ergens anders. Waar?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Is de noordelijke Atlantische Oceaan een gebied waar de oceaan warmte opneemt of eerder afstaat aan de atmosfeer?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

 Aantekening Oceaan- en zeestromen
  • Oceanische circulatie: bestaat uit warme oppervlaktestromen en koude dieptestromen
  • Oorzaken:
  • 1. Grote windsystemen: drijven zeestromen aan
  • 2. Thermohaline circulatie op gang gebracht door wegzakken koud en zout water bij diepwaterpomp

  • Klimaatinvloed oceanische circulatie:
  • 1. Grote invloed temperatuurverdeling door transport/energie warmte van evenaar
  • - warme golfstroom: transporteert warmte van evenaar richting pool
  • - koude golfstroom: bij pool afgekoeld water stroomt richting evenaar
  • 2. Zeestroom heeft verwarmende of verkoelende werking langs kust (bijv. Ned.)


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

El Nino groot effect

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Verschillende sferen
Lithosfeer:

De aardkorst
Atmosfeer: Lucht en klimaat
Hydrosfeer: Al het water (gletsjers, rivieren, zeeen)
Biosfeer: al het leven (planten, dieren, mensen)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions



Maak H1 §1 t/m §4 af  

Klaar? 
- Maak een samenvatting van H1 §1 t/m 4
Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/di/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 48 - Slide

This item has no instructions