Omgangskunde hoofdstuk 11

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Omgangskunde hoofdstuk 11

Vandaag

Thema 5 hoofdstuk 11 : Aspecten van de beroepshouding

Vanaf bladzijde: 161

Persoonlijke aangelegenheden bespreek je niet waar iedereen bij is. Je houdt de inhoud van een gesprek voor jezelf.

Je behandelt mensen gelijkwaardig, je trekt niemand voor. Je handelen moet redelijk zijn.

Je kunt je in een ander verplaatsen en daardoor begrip opbrengen voor iemand die anders denkt dan jij.

Je laat op een prettige manier weten dat je iets niet kunt of wilt doen. Ook laat je weten wat je wel of niet accepteert.

Rechtvaardigheid

Vertrouwelijkheid

Empathie

Assertiviteit

Aspecten beroepshouding

Vanuit je grondhouding (je basis) ga jij je beroepshouding ontwikkelen, in de zorg omvat deze de volgende aspecten:

• betrokkenheid tonen;
• inlevingsvermogen tonen (empathie);
• respect tonen;
• eigen grenzen bewaken;
• echtheid, jezelf durven zijn;
• integer zijn;
• representatief zijn;
• verantwoordelijkheid dragen voor je eigen taken;
• handelend optreden;
• geduld kunnen opbrengen.

Opdracht (30 min)

In groepjes (break out rooms). Wat ga je doen?

- Uitzoeken wat de aspecten van de beroepshouding betekenen (blz. 161 t/m 174)

- Filmpje bekijken (met elkaar)

- 3 vragen beantwoorden

-Opdracht uit het werkboek maken

YouTube “uit bed, in bad en op de plee”’

https://www.youtube.com/watch?v=c9rob1RdOsk

De vragen die jullie gaan beantwoorden zijn:

1. Beschrijf hoe in het YouTube filmpje deze aspecten wel of niet naar voren komen.
2. Kies drie aspecten uit die jullie gemakkelijk zouden kunnen aantonen.
3. Kies drie aspecten uit die voor jullie een uitdaging zijn om in de praktijk te laten zien.

Opdracht uit het werkboek

• Pak je werkboek blz. 177 erbij. Hier vind je de opdracht Inzicht in je beroepshouding
• Lees de opdracht door
• Beoordeel jezelf (individueel) op de punten van de beroepshoudingslijst
• Bespreek daarna elkaars beroepshouding volgens opdracht 5 
• Maak vraag 6 individueel

Stellingen

Je krijgt 2 gebeurtenissen te zien.

Wat vind je? Wat doe je?

Jouw cliënt geeft je een zoen bij het weggaan

Jouw cliënt vraagt of je een relatie hebt of waar je woont

ZWIJGPLICHT

• De verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.

• Schrijft ook voor dat je niet zomaar informatie doorgeeft aan familie of vrienden van de cliënt.

• Wordt verbroken als het grote belang zwaarder weegt dan de zwijgplicht, bv. bij mishandeling, ernstig besmettelijke ziekten, suïcidale cliënten.

Huiswerk