24-25 3.3 - deel 3 Puzzelen met schakelingen

Pak a.j.b. je spullen:
Timor
Faris
Lasse
Steven
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak a.j.b. je spullen:
Timor
Faris
Lasse
Steven
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk

Slide 1 - Slide

Pak a.j.b. je spullen:

Slide 2 - Slide

Vandaag
H.3.3 - deel 3

  • Kleine herhaling circuits parallel / serie
  • Opgave 1 & 2 van Puzzelen met circuits uitgewerkt
  • Maken opgaven 3 + Uitwerking
  • Uitgewerkt voorbeeld + Oefenopgave - Parallel
  • Maken opgaven 4 t/m 8


Slide 3 - Slide

Doel van deze les
  • Je kunt rekenen met spanning, weerstand en stroom in parallelle en seriële schakelingen.

Slide 4 - Slide

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen







V5
V3

Slide 5 - Slide

Geleidbaarheid


Is precies omgekeerde van weerstand: 


dus, omgekeerd:                       





G=R1
R=G1
R=IU
G=UI

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Vtot=V1+V2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Utot=U1=U2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 8 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      telt op:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20 V, 
dus er gaat een stroom door van 20 V/10 Ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10 V/10 Ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Vtot=V1=V2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 9 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      verdeelt zich:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Geleidbaarheid: Geleidbaarheid telt op:
                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:    


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Vtot=V1+V2+...
Vtot=V1=V2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
timer
7:00
Gtot=G1+G2=101+101=102=51
Rtot=Gtot1=511=5Ω

Slide 10 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      telt op:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Weerstand:  Weerstand telt 'omgekeerd' op en wordt dus kleiner

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:   


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
R1tot=R11+R12=101+101=102=51
Utot=U1=U2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=5Ω
timer
7:00

Slide 11 - Slide

                                       Parallel





Stroom:      telt op:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Geleidbaarheid:  Geleidbaarheid telt op:

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:   


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
Gtot=G1+G2=101+101=102=51
Utot=U1=U2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=Gtot1=511=5Ω
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Opgave 1 & 2 van Puzzelen met circuits
uitwerkingen

Slide 13 - Slide

                                       Parallel





Stroom:     telt op:   

Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'.
Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.

Spanning:   overal gelijk: 

Weerstand 1 voelt dus een spanning van 20V, 
dus er gaat een stroom door van 20V/10ohm = 2 A,
en door de andere ook, dus:

Geleidbaarheid:  Geleidbaarheid telt op:

                                       Serie





Stroom:      overal gelijk:   


Spanning:   verdeelt zich in verhouding van weerstanden:


Weerstand 1 voelt dus een spanning van 10V, 
dus er gaat een stroom door van 10V/10ohm = 1 A

Weerstand:  Weerstand telt op: 


Alsof er één grote weerstand was van 20 Ohm

Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
Gtot=G1+G2=101+101=102=51
Utot=U1=U2=...
Itot=I1+I2+...
Itot=I1+I2=2A+2A=4A
Rtot=R1+R2=10+10=20Ω
Rtot=Gtot1=511=5Ω
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Gisteren gedaan:

Serie:

Ik heb een serieschakeling met twee weerstanden. R1 heeft een weerstand van 10 Ohm en R2 is onbekend. De batterij levert 30 V en de stroom is 2 A.
Hoe hoog is de spanning over R2?

Slide 15 - Slide

1 opgave maken: Puzzelen met circuits
Maak opgave 3
van blad 'Puzzelen met circuits'

Daarna mag iemand hem voordoen!

  
  



timer
5:00
9:15

Slide 16 - Slide

Uitgewerkt voorbeeld
neem over in je schrift:

Parallel:

Ik heb een parallelschakeling met twee weerstanden. R1 heeft een weerstand van 10 Ohm en R2 is onbekend. De batterij levert 30 V en de totale stroom is 4 A.
Hoe hoog is de stroom door R2?

Slide 17 - Slide

Rest maken: Puzzelen met circuits
Maak opgave 4 t/m 8
van blad 'Puzzelen met circuits'
  
  
Huiswerk = opg. 1 t/m 2


timer
5:00
9:15

Slide 18 - Slide

Wissel van buurvrouw/-man

Rij 1    gaat naar   Rij 3

Rij 3   gaat naar   Rij 5

Rij 5   gaat naar   Rij 1
9:15

Slide 19 - Slide

Puzzelen met schakelingen
                                     Kijk samen na!
       



timer
5:00
9:15

Slide 20 - Slide

Levelspel​ Elektriciteit 

  • Denken
  • Tekenen
  • Bouwen
  • Laten controleren

  • Loop je voor op de stof:
    Kijk eerst of je in het boek een antwoord kunt vinden.

Slide 21 - Slide

Huiswerk
  1. Lees bladzijde 93 & 94

  2. Maak een samenvatting

  3. Schrijf vragen op over wat je niet snapt

  4. Maak opgave 52

Slide 23 - Slide

Berekenen snelheid elektronen

Slide 24 - Slide