3V massaverhoudingen deel 2

1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg en opdrachten afgewisseld 
  • Evaluatie



Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je kent de wet van behoud van massa
Je kan de massa van een molecuul geven
Je kan de massaverhouding bepalen
Je kan rekenen met massaverhoudingen



Slide 3 - Slide

Opfrissen: wet van behoud van massa 
In 1789 formuleerde de fransman Antoine Lavoisier wet van massabehoud. Hij was niet de eerste, want in Rusland was de wet al in 1748 door Michael Lomonosov bewezen met experimenten.  
Beide wetenschappers realiseerden zich dat bij chemische reacties ook vaak gassen een rol spelen. Ze bedachten hoe ze deze gassen konden opvangen en meewegen.  Zo ontdekten ze de wet van behoud van massa!



 

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Opdracht 1. Geef in je eigen woorden de wet van behoud van massa.

Slide 6 - Open question

Uitleg van de wet van behoud van massa op deeltjesniveau





Voor                         Na
1 C-atoom              1 C-atoom
4 H-atomen             4-H atomen
4 O-atomen             4 O-atomen


Conclusie:
Bij een chemische reactie blijven de atomen behouden . 

Slide 7 - Slide

Opdracht 2a.
De weegschaal is in balans. Nu steekt Jasmijn een kaars aan. Leg uit wat zij na enige tijd zal waarnemen.

Slide 8 - Open question

Opdracht 2b.
Jasmijn doet de proef nogmaals, maar nu zet ze een stolp over kaars. Bij deze proef kan Jasmijn twee mogelijke verschijnselen waarnemen.
Noteer de waarnemingen en geef ook de verklaringen van deze waarnemingen.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Bereken de molecuulmassa van
Cl2
timer
2:00

Slide 11 - Open question

Bereken de molecuulmassa van
K2SO4
timer
3:00

Slide 12 - Open question

Opfrissen: rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing

sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 13 - Slide

Stel: ik wil 1500 gram salade maken
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
? gram                 ? gram                     1500 gram 
                                                                     De factor is 1500 : 300 = 5 

250  x  5 =                     50  x  5  =                           klopt!
         1250 gram  sla          250 gram  dressing        bij elkaar 1500 g                                        

                            


Gegeven
x ? 
Gevraagd

Slide 14 - Slide

Geef het reactieschema (in woorden) voor de ontleding van aluminiumoxide, waarbij aluminium en zuurstof ontstaat. Zet ook de fasetoestanden bij de stoffen.

Slide 15 - Open question

Het reactieschema voor de ontleding is:
aluminiumoxide (s) -> aluminium (s) + zuurstof (g)

Bij de ontleding van 17 g aluminiumoxide krijg je 9 g aluminium.
Bereken hoeveel gram zuurstof bij de reactie ontstaat.

Slide 16 - Open question

Bij de verbranding van calcium ontstaat calciumoxide. De massaverhouding tussen calcium en zuurstof is 5,0 : 2,0. Bereken hoeveel gram zuurstof je nodig hebt om 3,5 gram calcium volledig te verbranden.

Slide 17 - Open question

Bij de verbranding van magnesium reageert zuurstof met magnesium. Er ontstaat magnesiumoxide. Geef het reactieschema.
.

Slide 18 - Open question

Magnesium en zuurstof reageren in de massaverhouding 3 : 2.

Bereken hoeveel gram magnesiumoxide er ontstaat als je 15 gram magnesium verbrandt.
A
10 gram
B
15 gram
C
25 gram
D
30 gram

Slide 19 - Quiz

Uitleg vorige opdracht

                                        magnesium (s)   +   zuurstof (g)   ->   magnesiumoxide (s)
massaverhouding                3                   :               2
gegeven                             15 gram
gevraagd                                                                                                         ? gram

Er reageert 15 : 3 x 2 = 10 gram zuurstof
Er ontstaat dan 15 + 10 = 25 gram magnesiumoxide

Slide 20 - Slide

Opdracht: Maak deze vraag in je schrift. Lever een foto in.

Bij de reactie tussen calcium en fluor wordt calciumfluoride (s) gevormd. Als 800 g calcium volledig reageert, dan is hiervoor 760 gram fluor nodig.
a) Geef het reactieschema in woorden.
b) Bepaal de massaverhouding calcium : fluor.
c) Bereken hoeveel fluor nodig is om te reageren met 450 g calcium.

Slide 21 - Open question

Maak deze vraag in je schrift. Lever een foto in.
Calcium en fluor reageren dus met elkaar in de massaverhouding 20 : 19.
Ik wil 500 g calciumfluoride maken.
Hoeveel gram calcium en hoeveel gram fluor heb ik nodig?

Slide 22 - Open question

Uitleg van opdracht 6d.

                                             calcium (s)   +   fluor (g)   ->   calciumfluoride (s)
massaverhouding                 20           :         19
gegeven                                                                                          500 gram
gevraagd                             ? gram               ? gram

Als 20 g calcium reageert met 19 g fluor dan ontstaat 39 g calciumfluoride. We willen 500 : 39 = 12,8 x zoveel maken.
Nodig 12,8 x 20 = 256,4 g calcium en 500 - 256,4 =  243,6 gram fluor.

Slide 23 - Slide

Yes, je hebt de les nu bijna afgerond ...

 

in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.



Slide 24 - Slide

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open question

Huiswerk
H4 maken  opdracht 31 t/m 35.


Slide 27 - Slide

EINDE

Slide 28 - Slide