Monopolie (slot)

monopolie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

monopolie

Slide 1 - Slide

programma
  1. Inleiding
  2. Huiswerk
  3. Aan de slag
  4. Slot

Doel: welvaartsverlies begrijpen

Slide 2 - Slide

wanneer verkoop ik dit ijsje?
  • Ik ben een aanbieder van ijs
  • Ik huur een winkel en vrieskist (kosten € 1.000 per maand)
  • variabele kosten: € 0,50 per ijsje (dit is het ijs en het hoorntje)

Slide 3 - Slide


veel concurrenten (vvm)
  • Ik verkoop ijsjes als MO>MK
  • Hele prod. cap.  verkopen
  • MK is bij iedere aanbieder anders


Bied ik ook ijsjes aan als MO = MK?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

conclusie vvm (!)
 
  • prijsnemers
  • P, volgt uit Qv = Qa (marktevenwicht)
  • P = MO
  • Bij marktevenwicht geldt MO = MK van de laatste aanbieder
  • Consumentensurplus is dus maximaal!

Slide 7 - Slide

monopolist
ijswinkel: monopolist?
streeft naar:
maximale winst (MO = MK)
(maximale omzet (MO = 0))

MK wordt gelijk bepaald als bij vvm

MO = TO'
is afhankelijk van q
2 x zo steil als prijsafzetlijn

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

welvaartsverlies (verlies CS)

Slide 10 - Slide

Wat zijn GO en GTK?
GO = gemiddelde omzet per product
GTK = gemiddelde kosten per product

  • TO = pxq;
  • GO = p ( p = afkomstig van prijsafzetlijn)
  • TK = TVK + TCK ofwel  TK = aq + b
  • GTK = GVK + GCK
  • GTK = a + b/q
  • GO > GTK (winst); GO < GTK (verlies)
  • Break even point: GO = GTK

Slide 11 - Slide

huiswerk 10.12

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

aan de slag
10.15, 10.17

doe het alleen
ben je klaar, help dan je buurvrouw/ -man

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

slot
wat heb je geleerd?

Slide 17 - Slide