4.3 Steden in de wereld

4.3 Steden in de wereld
Les 1
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 Steden in de wereld
Les 1

Slide 1 - Slide

1. Herhaling
2. Leervragen 4.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Slide

De tijd van steden en staten duurde van .... tot ....
A
500 - 1500
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1000 - 1800

Slide 4 - Quiz

De inwoners van een stad worden ...... genoemd. Alle burgers samen vormden de ...... Mannen konden burger worden als ze minstens ...... jaar in de stad hadden gewoond, een ...... hadden en een ...... hadden betaald. 
Zet de woorden op de juiste plekken.
burgerij
burgers
beroep
geldbedrag
één

Slide 5 - Drag question

Als een gebied vanuit één centraal punt wordt geregeerd =

Slide 6 - Open question

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 7 - Drag question

Leervragen
Vertellen wat de kenmerken zijn van een stad.
Aan het einde van de les kan je......
Uitleggen wat urbanisatie is.
Uitleggen hoe urbanisatie is ontstaan.

Slide 8 - Slide

Wanneer spreek je van een stad?
Een stad heeft vier kenmerken
1. Een stad wonen veel mensen
(aantal inwoners  verschilt)
2. Veel gebouwen op een klein gebied
3. Goede wegen, OV en stations Verkeersdrukte
4. groot aantal belangrijke voorzieningen
In China hebben ze meer dan 100 plaatsen met 1 miljoen inwoners.
Dan is Amsterdam met circa 850.000 inwoners een dorp.
Ook wel de adressendichtheid. Dat is het aantal adressen binnen een cirkel van 1km rond een bepaald adres.
Meer maar ook grotere voorzieningen zoals ziekenhuizen, stadions, bioscopen.
In landelijk gebied vind je ook wel voorzieningen, maar minder en kleinere zoals een bakker of lokale supermarkt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Infrastructuur
Alle voorzieningen die nodig zijn voor vervoer en communicatie.

In de stad is dit heel belangrijk. 

Voorbeelden: Elektriciteitskabels, rioolbuizen, havens, internet, vliegvelden, wegen.

Slide 11 - Slide

Urbanisatie
Steden groeien doordat mensen erheen verhuizen en er veel kinderen worden geboren.

Ze verhuizen van platteland naar de stad.  
Dit noemen we urbanisatie.


Slide 12 - Slide

urbanisatie

Slide 13 - Slide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken

Slide 14 - Slide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken
Mensen gingen hier niet alleen werken maar bleven in deze steden wonen.

Ze gingen trouwen en kregen veel kinderen.

Slide 15 - Slide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken
Mensen gingen hier niet alleen werken maar bleven in deze steden wonen.

Ze gingen trouwen en kregen veel kinderen.
Hierdoor groeiden de steden. 
Dit noem je urbanisatie.

In arme landen is dit pas vanaf de 20e eeuw ontstaan.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Afsluiting

Slide 18 - Slide

Stad
Dorp
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Minder dan 10.000 inwoners
Meer dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen
Veel infrastructuur

Slide 19 - Drag question

Voorzieningen

Slide 20 - Mind map

Oorzaak
1
2
3
Gevolg: Urbanisatie
Daardoor groeide de steden
Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Slide 21 - Drag question

Aan de slag
Maken
Klaar?
Vooruitblik
HUISWERK!

  • BK: bladzijde  134-135- 136-137
  • KGT: bladzijde 148-149 - 150-151

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op

Wereldstad en megastad. Wat is het verschil?
Goed zo! 
Laat je boek door de docent controleren. 

Daarna: lezen in je leesboek. 

Slide 22 - Slide

4.3 Steden in de wereld
Les 2

Slide 23 - Slide

.1. Herhaling
2. Leervragen 4.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 24 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 25 - Slide

Wanneer mensen van de stad naar het platteland verhuizen, heet dit urbanisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze beschrijving?: Diensten waar mensen gebruik van maken
A
Hoofdstad
B
Infrastructuur
C
Goederen
D
Voorzieningen

Slide 27 - Quiz

Waar kom je meer voorzieningen tegen?
A
In de stad
B
Op het platteland

Slide 28 - Quiz

Leervragen
uitleggen wat een hoofdstad is
Aan het einde van de les kan je......
uitleggen wat een wereldstad en een megastad zijn
Uitleggen wat voor verschillen er zijn binnen steden

Slide 29 - Slide

Hoofdstad
Amsterdam telt een miljoen inwoners. Het is de hoofdstad van Nederland. 

Vaak zit de regering in de hoofdstad, in Nederland zit de regering in Den Haag.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Megastad en wereldstad
Een megastad telt 10 miljoen inwoners. 

Als een stad belangrijk is voor de hele wereld is het een wereldstad

Er zijn dan veel belangrijke bedrijven en banken.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Verschil binnen steden
  • In New York en Tokyo vind je veel wolkenkrabbers met daarin kantoren en duren winkels. Dit wordt een zakencentrum genoemd.
  • Er wonen weinig mensen, de meeste mensen wonen in de voorstad.
  • In sommige steden wonen aan de rand mensen die geen huis kunnen betalen, dit zijn krottenwijken.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Afsluiting

Slide 39 - Slide

Wanneer is een stad een megastad?
A
Als een stad meer dan 1000 voorzieningen heeft
B
Als een stad meer dan 1 miljoen inwoners heeft
C
Als een stad meer dan 10 miljoen inwoners heeft
D
Als alle mensen in de stad werk hebben

Slide 40 - Quiz

Waar wonen de mensen die werken in het zakencentrum meestal?
A
In het zakencentrum
B
In de voorstad
C
In de krottenwijken
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 41 - Quiz

In welke stad zit vaak de regering van een land?
A
Megastad
B
Wereldstad
C
Hoofdstad

Slide 42 - Quiz

Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk

Slide 43 - Quiz

wereldstad

megastad

hoofdstad
Vaak zit de regering daar. 
Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Slide 44 - Drag question

Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.
Mensen wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.

Slide 45 - Drag question

Aan de slag
Maken
KLAAR?
Vooruitblik
HUISWERK!

  • BK: bladzijde 138-139-140
  • KGT: bladzijde 152-153-154-155

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op


Steden in Nederland. 
Goed zo! 
Laat je boek door de docent controleren. 

Daarna: lezen in je leesboek. 

Slide 46 - Slide