Thema 6 les 3 Bevruchting

Thema 6 
Voortplanting bij planten en dieren

les 3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6 
Voortplanting bij planten en dieren

les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

6.3 - Bevruchting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Herhaling vorige les: bestuiving
  • 6.3 Bevruchting - uitleg
  • werken aan de opdrachten
  • werken aan je creatieve bewijsstuk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 6.1 en 6.2
6.1: Welke onderdelen bloem zijn belangrijk voor bestuiving?

6.2: Wat is bestuiving?
         Op welke manieren kan er bestuiving plaatsvinden?

Vandaag:
6.3: Na bestuiving --> bevruchting!!!

Slide 4 - Slide

Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een bloem van dezelfde soort.

Kruisbestuiving: stuifmeel komt op een bloem van een andere plant van dezelfde soort
Zelfbestuiving: stuitmeel komt op een bloem van dezelfde plant
Herhaling-Verschil insectenbloem -windbloem

Slide 5 - Slide

Insectenbloem: grote kroonbladeren, nectar, weinig stuifmeel

Windbloem: onopvallend, stempels buiten de bloem, veel stuifmeel
Insectenbloem vs windbloem
wat valt je het meest op?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is bestuiving?
Kan je alle onderdelen noemen?

Slide 7 - Slide

1 stuifmeel
2 helmknop
3 meeldraad
4 stempel
5 stamper met daarin zaadbeginsels
Beoordeel Leerdoel B2 Bestuiving
  • Je kunt uitleggen wat bestuiving is.
  • Je kunt het verschil tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving noemen.
  • Je kunt de kenmerken noemen van insecten en windbloemen.


Uitstekend: alle leerdoelen van dit onderwerp zitten er goed in, het is heel netjes gedaan.
Goed: alle leerdoelen van dit onderwerp zitten er goed in
Voldoende: bijna alle leerdoelen zitten er goed in
Onvoldoende: de onderdelen van dit onderwerp zitten er niet goed in.

Slide 8 - Slide

Zit de les van vorige week voldoende in hun creatieve bewijsstuk?
Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat bevruchting precies is en wat er dan gebeurt bij zaadplanten.
  • Na de bevruchting zijn er veranderingen in het zaadbeginsel. Vertel wat er precies gebeurt in het zaadbeginsel.
  • Na de bevruchting zijn er veranderingen in het vruchtbeginsel. Vertel wat er precies verandert in het vruchtbeginsel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De belangrijke onderdelen voor nu

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 Bevruchting
Er groeit een stuifmeelbuis richting het zaadbeginsel. Door de stuifmeelbuis gaat de kern van de stuifmeelkorrel. In de kern zit de erfelijke informatie.
Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
zaadbeginsel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stap 2 Bevruchting

Kern van de eicel en de kern van de stuifmeelkorrel versmelten.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stap 3 Bevruchting

Uit de bevruchte eicel komt de kiem.

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een vrucht 
1. Na de bevruchting begint in het vruchtbeginsel een of meer zaadbeginsels te groeien. 
2. Alleen de zaadbeginsels waarin eicellen zijn bevrucht worden zaden. 
3. Wat niet bevrucht is verschrompeld. 
4. Het vruchtbeginsel wordt groter en groeit uit tot een vrucht.
5. De zaden zitten in de vrucht. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Aan de slag 6.3: 
Maak opdracht 1 t/m 3
Werk verder aan je creatieve bewijsstuk

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions