Dalton leerjaar 3 MHV: meewerkend voorwerp

Nederlands

Daltonuur leerjaar 3



1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands

Daltonuur leerjaar 3



Slide 1 - Slide


Deze les 

  • Vragen spelling/tekstbegrip/betoog
  • Extra uitleg zinsdelen (t/m meewerkend voorwerp)

Grammatica - zinsdelen

Slide 2 - Slide


Zinsontleden stap voor stap

Grammatica - zinsdelen
  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde
  5. lijdend voorwerp
  6. meewerkend voorwerp

Slide 3 - Slide

Wat is een meewerkend
voorwerp?

Slide 4 - Mind map


Meewerkend voorwerp (MV)








Grammatica - zinsdelen
Het meewerkend voorwerp (MV) geeft aan voor wie of wat iets bestemd is.

Hoe vind je het MV?
Aan wie/wat of voor wie/wat + gezegde + ow (+lv) = mv

Tip: komt voor bij woorden die iets te maken hebben met geven of vertellen


Slide 5 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
Dora heeft hem een bos rozen gegeven.


1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG = 
5. LV =
6. MV =

Slide 6 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
Dora | heeft | hem | een bos rozen | gegeven.


1. PV = heeft
2. Strepen zetten
3. OW = Dora
4. WG/NG = WG = heeft gegeven
5. LV = een bos rozen
6. MV = hem

Aan wie/voor wie + gezegde + ow (+lv) = mv 
Aan wie heeft Dora een bos rozen gegeven?
-> hem

MV = hem

Slide 7 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
De wielrenvereniging bood alle jeugdleden een clinic van Bauke Mollema aan.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG = 
5. LV =
6. MV =

Slide 8 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
De wielrenvereniging | bood | alle jeugdleden | een clinic van Bauke Mollema | aan.

1. PV = bood
2. Strepen zetten
3. OW = De wielrenvereniging
4. WG/NG = WG = bood aan
5. LV = een clinic van Bauke Mollema
6. MV = alle jeugdleden

Slide 9 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
Deze dj laat het publiek drie dagen achterelkaar dansen.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW =
4. WG/NG = 
5. LV =
6. MV =

Slide 10 - Slide


Meewerkend voorwerp








Grammatica - zinsdelen
Deze dj laat het publiek drie dagen achterelkaar dansen.

1. PV = laat
2. Strepen zetten
3. OW = Deze dj
4. WG/NG = WG = laat dansen
5. LV = het publiek
6. MV = X

Slide 11 - Slide


Opdracht








Grammatica - zinsdelen

- Pak pen en papier
- Noteer het meewerkend voorwerp van deze zinnen 
- Als er geen meewerkend voorwerp is, schrijf dan X

1. De opdrachtgever betaalde mij eindelijk mijn factuur.
2. De decaan van de school belde mijn moeder.
3. Zijn stiefbroer beloofde Jorah een gouden toekomst.
4. Tijdens de les gaf Nouschka alle antwoorden door aan Anna.
5. De ME gaf de demonstranten in Eindhoven rake klappen.
timer
3:00

Slide 12 - Slide


Opdracht








Grammatica - zinsdelen



1. De opdrachtgever betaalde mij eindelijk mijn factuur.
2. De decaan van de school belde mijn moeder. X
3. Zijn stiefbroer beloofde Jorah een gouden toekomst.
4. Tijdens de les gaf Nouschka alle antwoorden door aan Anna.
5. De ME gaf de demonstranten uit Eindhoven rake klappen.

Slide 13 - Slide

Grammatica - zinsdelen
QUIZ 

Slide 14 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?

Nederland heeft het coronavirus nog altijd niet onder controle.
A
het coronavirus
B
Nederland

Slide 15 - Quiz

Wat is gezegde?

Daarom is zaterdag om 21:00 uur de avondklok ingegaan.
A
NW = is [ingegaan]
B
WG = is ingegaan
C
WG = is
D
NW = is [om 21:00 uur] ingegaan

Slide 16 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Sommige mensen vinden deze stap veel te heftig.
A
veel te heftig
B
deze stap
C
Sommige mensen

Slide 17 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Dat wilden ze de politici door middel van demonstraties duidelijk maken.
A
ze
B
demonstraties
C
de politici

Slide 18 - Quiz

Wat is het gezegde?

Op een aantal plekken liepen de demonstraties uit op rellen.
A
WG = liepen uit
B
WG = liepen
C
NG = liepen uit [op rellen]

Slide 19 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

De politie gaf de aanwezigen meerdere waarschuwingen.
A
De politie
B
meerdere waarschuwingen
C
de aanwezigen

Slide 20 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

De politie gaf de aanwezigen meerdere waarschuwingen.
A
De politie
B
meerdere waarschuwingen
C
de aanwezigen

Slide 21 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

De burgemeester riep iedereen op rustig te blijven.
A
iedereen
B
De burgemeester
C
X (geen MV)

Slide 22 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Getuigen vertelden lokale verslaggevers wat er allemaal gebeurde.
A
lokale verslaggevers
B
Getuigen
C
gebeurde

Slide 23 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

De burgemeester van Eindhoven gaf een emotioneel interview aan Omroep Brabant.
A
aan Omroep Brabant
B
een emotioneel interview
C
De burgemeester van Eindhoven
D
Omroep Brabant

Slide 24 - Quiz