Tekstsoorten en doelen

WELKOM
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van de les

  • Aan het einde van de les weten jullie wat tekstsoorten zijn.
  • Aan het einde van de les kunnen jullie voorbeelden noemen van tekstdoelen. 

Slide 2 - Slide

Teksten

Slide 3 - Slide

Tekstsoorten
Er zijn verschillende tekstsoorten.
  • Informatieve teksten
  • Overtuigende teksten
  • Instructieve teksten

Slide 4 - Slide

Informatieve teksten
De schrijver geeft door de tekst informatie over een onderwerp. Informatie geven betekent dat de schrijver er meer over vertelt. De tekst is neutraal. 

Slide 5 - Slide

Overtuigende teksten
De schrijver geeft zijn mening over een bepaald onderwerp. Dat betekent dat de schrijver vertelt wat hij/zij ergens van vindt. Bijvoorbeeld of hij vindt dat mensen zich wel of niet moeten laten vaccineren tegen corona en waarom (met argumenten). De schrijver wil mensen overtuigen.

Slide 6 - Slide

Instructieve teksten
De schrijver legt uit hoe je iets moet doen zodat het goed gaat. 

Slide 7 - Slide

Tekstdoelen
Elke tekst heeft een doel. Er zijn verschillende tekstdoelen.
  • Informeren
  • Overhalen 
  • Vermaken
  • Instructie geven 
  • Overtuigen

Slide 8 - Slide

Informeren
De schrijver wilt dat je over een bepaald onderwerp iets te weten komt, dus meer informatie. Voorbeelden hiervan zijn: een nieuwsbericht, een leerboek van school, een woordenboek, een tweet over een bepaald onderwerp, een zakelijke brief. Er staan feiten in.


Slide 9 - Slide

Overhalen 
De schrijver wil je vooral overhalen om iets te gaan doen. Ze willen je bijvoorbeeld overhalen om te gaan sporten of iets te kopen. Denk aan: een advertentie, uitnodiging, reclamefolder. 

Slide 10 - Slide

Vermaken
De schrijver wil dat je geniet van een tekst. Bijvoorbeeld: een leesboek, een verhaal in een tijdschrift, een e-mail van een vriend, een gedicht. 

Slide 11 - Slide

Instructie geven
De schrijver leert je stap voor stap om een handeling goed uit te voeren. Bijvoorbeeld een kookrecept of een gebruiksaanwijzing.

Slide 12 - Slide

Overtuigen
De schrijver wil je overtuigen van een bepaalde mening. Voorbeelden hiervan zijn een reclametekst, een recensie. Bijvoorbeeld een tekst over dat je je moet laten vaccineren. 

Slide 13 - Slide

Opdracht in 2-tallen
Je zoekt per 2-tal de vijf verschillende tekstdoelen op in kranten, artikelen & tijdschriften.

Noteer deze in deze word. 


Slide 14 - Slide

Wat is het doel van een reclametekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren

Slide 15 - Quiz

Wat hoort bij een betoog?
A
Overtuigen
B
Informeren
C
Amuseren

Slide 16 - Quiz

Wat is meestal het doel van een nieuwsbericht?
A
Overtuigen
B
Overhalen
C
Informeren

Slide 17 - Quiz

Het doel van een advertentie is:
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren

Slide 18 - Quiz

Het doel van een instructie is
A
Uitleggen hoe je iets moet doen
B
Overhalen om iets te kopen
C
Amuseren

Slide 19 - Quiz

Het doel van een stripboek is:
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Overhalen

Slide 20 - Quiz

Dit is een
A
Advertentie
B
Reclamefolder
C
Krant
D
Instructie

Slide 21 - Quiz

Dit is een
A
Nieuwsbericht
B
Instructie
C
Advertentie
D
Gedicht

Slide 22 - Quiz

Dit is een
A
Reclame
B
Advertentie
C
Nieuwsbericht
D
Brief

Slide 23 - Quiz

Tot slot:

  • Leerdoelen? 
  • Wat heb je geleerd deze les? 

Slide 24 - Slide

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll