niet-werkwoord spelling

niet werkwoordspelling
- apostrof
- weglatingsteken
- afbreekteken
- verkleinwoorden

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

niet werkwoordspelling
- apostrof
- weglatingsteken
- afbreekteken
- verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

apostrof, 



 weglatingsstreepje en

Afbreekteken

Slide 2 - Slide

Apostrof  (')    :  blz 176 
- bij een afkorting met ER of een verkleinwoord erachter: A4'tje, CDA'er
- meervoud van afkortingen: TV's
- Meervoud van woorden die eindigen op Y: panty's
- Namen die eindigen op een lange klinker als je bezit wilt aangeven: Ada's boek, Eddy's jas
- Woorden en getallen waarvan je een deel weglaat:
 's morgens (des morgens), 't huis (het huis), in '87 (in 1987)

Slide 3 - Slide

weglatingsstreepje (-) blz 177
Soms kun je een deel van een woord weglaten, terwijl de betekenis gelijk blijft. Je moet dan wel een weglatingsstreepje neerzetten op de plaats waar je het woord weglaat.        (-)

bv: kerstballen en -bomen,  geur- en kleurloos, in- en uitgang

Je mag GEEN weglatingsstreepje gebruiken als de woorden niet hetzelfde betekenen of als je een heel woord weglaat.

Slide 4 - Slide

Afbreekteken blz 178
De meeste woorden bestaan uit 2 of meer lettergrepen. Als een woord niet helemaal op een regel past, mag je het tussen de lettergrepen afbreken. Op die plaats zet je dan een afbreekteken - 

vb: huisdeur: huis-deur
       bakfiets: bak-fiets

Slide 5 - Slide

Verkleinwoorden (blz 227)
Met een achtervoegsel kun je  van een ZNW  een verkleinwoord maken. Meestal HOOR je hoe je het moet schrijven.

uitzondering 1:
Bij woorden die eindigen op NG, schrijf je NKJE of ETJE als achtervoegsel: 
Koning - koninkje   of     Ring - ringetje

Slide 6 - Slide

Verkleinwoorden

uitzondering 2:
Bij woorden die eindigen op  een lange klinker moet je de klinker verdubbelen.

VB: oma   -    omaatje
café   -  cafeetje

Slide 7 - Slide

Verkleinwoorden
uitzondering 3 :
Bij woorden die eindigen op -i-  voeg je -e- toe
vb    taxi   -   taxietje

uitzondering 4:
Bij losse letters, cijfers en afkortingen schrijf een apostrof: f'je, 4'tje, mp3'tje

Slide 8 - Slide

Verkleinwoorden
uitzondering 3 :
Bij woorden die eindigen op -i-  voeg je -e- toe
vb    taxi   -   taxietje

uitzondering 4:
Bij losse letters, cijfers en afkortingen schrijf een apostrof: f'je, 4'tje, mp3'tje

Slide 9 - Slide

Verkleinwoorden
Uitzondering 5
Bij woorden die eindigen op -y- (met een medeklinker ervoor) komt er ook een apostrof ' 

lolly   -    lolly'tje

Staat er GEEN medeklinker voor de -y- dan komt het er gewoon aan vast!         spray   -   spraytje

Slide 10 - Slide