Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen deel 1

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
schrift
   pen
boek
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
schrift
   pen
boek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • herhalen woordraadstrategie.
  • oefenen.
  • zelfstandig werken.
Vandaag
 Huiswerk:
Programma:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jaar 2 H5 Woordenschat: samenstellingen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

oplader
poot
glas
telefoon
thee
tafel

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Een computer waarmee je een spel kunt doen:
A
computerspel
B
spelcomputer

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Groente die je door de soep kunt doen:
A
groentesoep
B
soepgroente

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Water dat uit de kraan komt:
A
kraanwater
B
waterkraan

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

tegel die op de vloer ligt:
A
tegelvloer
B
vloertegel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 1 - Individueel
Maak een lijstje van 10 samengestelde woorden die je kent.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Geef de opdracht en geef de leerlingen voldoende tijd om deze opdracht uit te voeren.
Kopieer de link en bekijk de instructiefilm over samenstellingen:
https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/120cab6d-f328-4b12-8f7f-01deb0a0dda0/contentUnit/bb50a160-347e-4fe9-970c-bb236df16b3a

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen:
Sommige woorden zijn samengesteld uit twee of meer woorden. 
Het laatste woord van een samenstelling is het belangrijkst. Dat bepaalt de betekenis.

Bijvoorbeeld:
Een winterjas is een soort jas: een jas die je in de winter draagt. 
Een leesbril is een soort bril: een bril waarmee je kunt lezen.

Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet zelf kunt bedenken. 
Soms staat een samenstelling niet in het woordenboek. Je kunt dan de losse woorden opzoeken. 
Bijvoorbeeld:
- Bij de meeste pretparken krijg je groepsreductie. 
Je kijkt dan in het woordenboek bij reductie (= korting).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 - Individueel
Verzin 5 nieuwe samengestelde woorden en schrijf de betekenis op.

Slide 12 - Slide

Geef de opdracht en geef de leerlingen voldoende tijd om deze opdracht uit te voeren.
Opdracht 3 - Op zoek naar samengestelde woorden. Welk groepje is het snelste?
1. Maak groepjes van maximaal 3 leerlingen.
2. Zoek in de aula en/ of op het schoolplein zoveel mogelijk (bestaande) samenstellingen.
3. Maak er een foto van en schrijf de woorden op.
4. Je hebt maximaal 10 minuten de tijd.
5. Het groepje dat als eerste 10 samengestelde woorden heeft, heeft gewonnen.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Geef de opdracht en wijs op het belang van samenwerken bij deze opdracht.
Verbind de woorden met de juiste betekenis.
precies
zeker weten
vast en zeker
gelegenheden
vanzelfsprekend
mogelijkheden
exact
gegarandeerd
uiteraard
absoluut

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste deel van de samenstelling vakantiegangers (al. 1)?
A
vakantie
B
gangers

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vul de betekenis van deze samenstellingen in: parkeerplaatsen (al. 3),
A
plaatsen om te parkeren
B
parkeren op speciale plaatsen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vul de betekenis van deze samenstellingen in:
luchthaventerminal (al. 3)
A
aankomst- en vertrekhal op een luchthaven
B
Plek waar de vliegtuigen geparkeerd staan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vul de betekenis van deze samenstellingen in:
veiligheidsniveau (al. 4)
A
veiligheid op hoog niveau
B
de hoogte van de veiligheid

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.
aangekomen
het minst ver weg
eromheen
beplanting
eens
zet ... neer
gearriveerd
eenmaal
dichtsbijzijnde
dropt
rondom
groen

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 180-182, opdracht 1 en 2.


Hoe
je mag samenwerken als dit rustig kan.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
182-185, opdracht 3 t/m 10.

Hoe
opdracht 1 en 2 in alleen en in stilte maken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 21 - Slide

This item has no instructions