Grammatica bijwoordelijke bepaling

10 minuten lezen!
timer
1:00
lees:
blauwe tekst, blz. 150
gramm. zinsdelen
Ondertussen check ik presentie!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10 minuten lezen!
timer
1:00
lees:
blauwe tekst, blz. 150
gramm. zinsdelen
Ondertussen check ik presentie!

Slide 1 - Slide

Welkom!
Kennen/kunnen/doen

  • je herkent de bijwoordelijke bepaling


Grammatica bijwoordelijke bepaling


1 Lesopening/plaatje van de week
2 Quiz
3 Nabespreken vorige les
3.1 Uitleg bijwoordelijke bepaling






mmarinus@
lauwerscollege.nl



4 Zelfstandig werken
5 5 min. pauzefilmpje
6 Rebus
7 Zelfstandig werken
8 Afsluiten

Slide 2 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:

'Kan jij het lijdend voorwerp
in die zin vinden?'
A
jij
B
kan vinden
C
het lijdend voorwerp
D
in die zin

Slide 3 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

De docent heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd
A
De juf
B
de betekenis
C
het meewerkend voorwerp
D
mij

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Het deel in de zin dat zegt wat er gebeurt
C
Alleen de persoonsvorm
D
Het lijdend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Bij een naamwoordelijk gezegde...
A
...is het onderwerp iets.
B
...doet het onderwerp iets.

Slide 6 - Quiz


Bij een naamwoordelijk gezegde heb je ALTIJD een...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord

Slide 7 - Quiz

persoonsvorm:
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is het onderwerp?

De docent legt het onderwerp uit.
A
De docent
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 9 - Quiz

In een zin met een naamwoordelijk gezegde ...
A
... kan ook een lijdend voorwerp zitten.
B
... kan nooit een lijdend voorwerp zitten.

Slide 10 - Quiz

Doe de zinsdeelproef. Staan de zinsdeelstrepen correct?

Tijdens het concert / werd / de gitaar / van Nick / gestolen.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Nabespreken vorige les






Samengestelde zinnen zijn nu nog te ingewikkeld.

Meer oefenen met de gezegdes
Ruil boek/schrift met buurman/-vrouw
B-boek: vanaf blz. 57 opdracht 6 en 7.

Slide 12 - Slide

Kies je knikker! - pauzefilmpje

Slide 13 - Slide

Maak de onderstaande rebus. 
Klaar? Ontleed de zin.

Slide 14 - Slide

Wat?
B-boek: vanaf blz. 120 - opdracht 1, 4 t/m 6, 8 en 10 t/m 12.
Hoe?
Met je boek. En een schrift. Of op je laptop.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?
Verder werken in het hoofdstuk
Zelfstandig werken

Slide 15 - Slide

De bijwoordelijke bepaling
Dit zinsdeel geeft extra informatie, zoals antwoorden op de vragen: wanneer; waar; hoe; waarom; waardoor, etc. 

Morgen | ga | ik | op de fiets | naar school.
Bedenk een zin met het werkwoord ' sturen' en het woord 'mailtje' .
timer
1:30

Slide 16 - Slide

Wat?
B-boek: vanaf blz. 120 - opdracht 1, 4 tm 6. 
Hoe?
Met je boek. En een schrift. Of op je laptop.
Hulp
Je mag me altijd vragen stellen.
Tijd
Tot aan een paar minuten voor het einde van de les.
Klaar?
Oefenen op Cambiumned
Zelfstandig werken

Slide 17 - Slide

Bedankt en tot volgende week!
Kennen/kunnen/doen

  • je herkent de bijwoordelijke bepaling

Slide 18 - Slide