IVIO oefenen woensdag 20 januari

Oefen IVIO
Voorbereiding op de IVIO examens
1 / 28
next
Slide 1: Slide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefen IVIO
Voorbereiding op de IVIO examens

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Werkwijze
We gaan oefenen met verschillende onderdelen die op een IVIO examen voorkomen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deel 1
Je mag bij dit onderdeel geen rekenmachine gebruiken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

48+24
A
60
B
12
C
70
D
72

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

58+12
A
70
B
71
C
69
D
68

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

81-17
A
65
B
64
C
66
D
67

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

79-54
A
24
B
25
C
23
D
26

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Tel handig bij elkaar op

5+2+5+8+9
A
27
B
28
C
29
D
26

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Tel (handig) bij elkaar op
9 + 3 + 5 + 2 + 5 =
A
21
B
29
C
24
D
27

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Pieper heeft 25 narcissen gepoot in de tuin. Ze staan in groepjes van 5.
Hoeveel groepjes zijn er?
A
6
B
4
C
3
D
5

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

In de tuin staan ook 34 tulpen.

De helft is rood. Hoeveel rode tulpen zijn dat?
A
17
B
15
C
21
D
12

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf het volgende getal uit in cijfers:

Zevenhonderd achtentachtig euro en 55 cent
A
778,55
B
788,55
C
789,55

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf het volgende getal uit in cijfers:

Vijfhonderdrieënnegentig euro en vijfennegentig cent
A
592,95
B
539,59
C
593,95

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Deel 2
Je mag hier een rekenmachine bij gebruiken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2 munten van 2 euro en 5 munten van 50 eurocent zijn samen €
A
4,00
B
2,50
C
6,00
D
6,50

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

¼ deel is hetzelfde als ... procent.
A
50
B
20
C
25
D
10

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

1/10 deel is hetzelfde als ... procent
A
10
B
20
C
50
D
25

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

½ deel is hetzelfde als ... procent.
A
50
B
25
C
10
D
20

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een auto rijdt 12 km op 1 liter benzine.

Hoeveel km rijdt de auto met 8 liter benzine?
A
80 km
B
96 km
C
16 km
D
94

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Marit heeft een schilderij gekocht. De lengte van het schilderij is 1,20 m en de breedte 0,80 m.

Hij laat een lijst om het schilderij zetten. (Denk er om, u hebt 2x de lengte en 2x de breedte nodig.)

Hoeveel centimeter lijsthout is er nodig om een lijst te maken
A
300 cm
B
380 cm
C
400 cm
D
320 cm

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

10% procent van 80 dropjes is =....
A
10
B
0,8
C
8
D
800

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een tafel kost €120 euro, ik krijg 40% korting. Hoeveel euro is dat?
A
12
B
24
C
48
D
40

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een armband kost 15 euro.

Je krijgt 40% korting. Hoeveel kost de armband nu?
A
3,00
B
5,50
C
4,50
D
9,00
Wie treedt op,
op het hoofdpodium
van 18.00 uur
tot 20.00 uur?
A
DJ Seppe
B
Oetakke
C
DJ Fonkel
D
Ome Aart

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel bloembollen zijn er volgens
het schema in
de maand maart vervoerd?
A
300
B
3000
C
220
D
12.000

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In 2012 zaten er
150 meisjes op
De Postduif?
Hoeveel poppetjes
zijn dat?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk getal is in deze afbeelding de teller en welke de noemer?
A
4 is de teller 1 is de noemer
B
1 is de teller en 4 is de noemer
C
1 is de teller en 4 is de teller
D
1 is de noemer en 4 is de noemer

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

3 van de 5 boeken heb ik gelezen.
Welke breuk hoort hierbij.
A
1/5
B
3/5
C
8/5
D
5/3

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions