KA'CHING

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

KA'CHING

Vorm tweetallen

Spelmateriaal

• 1 spelbord
• 2 invulbladen
• 3 paarse kaarten
• 3 oranje kaarten
• 2 x pion
• 10 x kledingmunten 

Directeur kledingwinkel

Spelers                     Iedere speler heeft een eigen kledingwinkel 

                                     met één concurrent

Speldoel                  Maak meer omzet dan jouw concurrent

Winnaar                   Degene met een hogere omzet dan de 

                                     directe concurrent

Jullie winkel:

Locatie                            Jullie huren winkels naast elkaar in het                                                      centrum

Assortiment                 Jullie winkels verkopen precies dezelfde

                                           merken en modellen

Verkoopprijs   € 50,00

Plaats nu allemaal jouw jouw 

pion op het spelbord bij € 50,00

De markt

Samen verkopen jullie elke beurt 10 kledingstukken voor dezelfde prijs.

Wat is dan de eerste ronde de afzet per persoon?

• De afzet is 5 kledingstukken (elk muntje = 1 kledingstuk)

Omzet

Omzet = de totale opbrengst van de verkochte producten.

omzet = afzet x verkoopprijs

omzet = 5 x € 50,00

Omzet = € 250,00

Invulblad

Stap 1    Vouw het invulblad 

Stap 2   Vul het aantal munten in onder afzet

Stap 3   Vul de prijs in waar je jouw kleding voor verkoopt

Stap 4   Bereken de omzet (afzet x verkoopprijs)

Spelverloop

Elke ronde pak je jouw kaarten in je hand en kun je kiezen uit 3 kaarten

Kaart 1: Prijsdaling

• Speel de prijsdaling kaart
• Zet je pion 1 stapje lager op het bord 

Resultaat:

• Prijs € 10,00 omlaag
• Je wordt goedkoper
• Je krijgt 1 muntje van je tegenstander

Kaart 2: Prijsstijging

• Speel de prijsstijging kaart
• Zet je pion 1 stapje hoger op het bord 

Resultaat:

• Prijs € 10,00 omhoog
• Je wordt duurder
• Je geeft 1 muntje aan je tegenstander

Kaart 3: Ik pas

• Speel de ik pas kaart
• Je verandert helemaal niets aan jouw prijzen

Speelronde

Stap 1   Kies kaart

Stap 2   Speel de kaarten tegelijk

Stap 3   Speler 1, verplaats pion, ontvang of geef munt

Stap 4   Speler 2, verplaats pion, ontvang of geef munt

Invulblad

Stap 1   Vul het aantal munten in onder afzet

Stap 2   Vul de prijs in waar je jouw kleding voor verkoopt

Stap 3   Bereken de omzet (afzet x verkoopprijs)

Zijn er vragen?

Dan gaan we zo beginnen.

Ben je klaar? Zet je totale omzet op het bord!

Succes!

Wie had er meer omzet dan de concurrent?

Wat was de winnende tactiek?

Wat gebeurde er met je afzet wanneer je je prijs verlaagde?

Wat is het gevaar van concurreren?

Bereken je brutowinst

Ga daarbij uit van inkoopkosten van €25.

Bereken je nettowinst

Ga daarbij uit van overige bedrijfskosten van €15

Omzet

• Wat betekent omzet ook alweer?
• Omzet = totale opbrengsten van de verkopen
• Mag je dit als eigenaar in je zak steken?
• Wat bedoelen we dan met het nettoresultaat? 

Zorg dat alles weer compleet in het zakje zit. Het formulier moet je bewaren!