2.7 Grammatica

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je de volgende zinsdelen herkennen en benoemen:
  • de persoonsvorm (pv);
  • het werkwoordelijk gezegde (wg);
  • het onderwerp (o)
  • het lijdend voorwerp (lv);
  • het meewerkend voorwerp (mv);
  • de bijwoordelijke bepaling (bb).

Slide 2 - Slide

Wat weet ik al?

Slide 3 - Slide

Zinsdelen

Slide 4 - Slide

Gisteren zijn we op bedrijfsbezoek in ziekenhuis De Gelderse Vallei geweest.

Slide 5 - Slide

Gisteren / zijn / we / op bedrijfsbezoek / in ziekenhuis De Gelderse Vallei /geweest.

Slide 6 - Slide

1. Onderstreep de pv
Hoe vind je die?
3 manieren.

Slide 7 - Slide

2. Zoek het werkwoordelijk gezegde
Hoe?

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 4, blz. 155

Slide 9 - Slide

3. Zoek het onderwerp 
Hoe?

wie/wat + wg

Gisteren / zijn / we / op bedrijfsbezoek / in ziekenhuis De Gelderse Vallei / geweest.

Slide 10 - Slide

4. Zoek het lijdend voorwerp
Hoe?

wie / wat + wg + o

Gisteren / zijn / we / op bedrijfsbezoek / in ziekenhuis De Gelderse Vallei / geweest.

Slide 11 - Slide

5. Zoek het meewerkend voorwerp
Hoe?

aan wie / voor wie of wat + wg + o

Mevrouw Jolanda gaf de hele klas een compliment voor hun gemaakte toets.

Slide 12 - Slide

Zinsdelen
Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

Slide 13 - Slide

PV
Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

Slide 14 - Slide

O
Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

wie gaf?

Slide 15 - Slide

LV
Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

wie / wat / gaf / mevrouw Jolanda?

Slide 16 - Slide

MV
Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

aan wie / voor wie / wat / gaf / mevrouw Jolanda / een compliment?

Slide 17 - Slide

6. Zoek de bijwoordelijke bepalingen
Hoe?

Alle zinsdelen die over blijven! Ze geven antwoord op vragen als: wanneer, waar, hoe, waarom, waardoor, waarmee

Slide 18 - Slide

Mevrouw Jolanda / gaf / de hele klas / een compliment / voor hun gemaakte toets.

Slide 19 - Slide

Zelf aan het werk!
2.7 opdracht 3, 6, 7, 8, 9, 10

Niet af? Huiswerk voor dinsdag 4 november.

Succes

Slide 20 - Slide