Werkwoordspelling verleden tijd

Deelnemers
1 / 34
next
Slide 1: Open question
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deelnemers

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

't ex kofschip
XTC koffieshop

T X K F S CH P

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Regelmatig werkwoord + te/ten

ik maak+te
jij maak+te
hij maak+te
wij maak+ten
jullie maak+ten
zij maakt+en 





ik maakte
jij maakte
hij maakte
wij maakten
jullie maakten
zij maakten 

Slide 6 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Geen klankverandering:

Ik fiets - ik fietste - ik ben gefietst
ik oefen - ik oefende - ik heb geoefend

REGELmatig: regel: 't ex kofschip

Slide 7 - Slide

Regelmatig werkwoord + de/den

ik meld+de
jij meld+de
hij meld+de
wij meld+den
jullie meld+den
zij meld+den



ik meldde
jij meldde
hij meldde
wij meldden
jullie meldden
zij meldden

Slide 8 - Slide

Regelmatige werkwoorden hebben een REGEL
Als je niet weet of het -te of -de moet zijn, dan gebruik je de regel van ‘T ex KOFSCHIP.

(of fokschaaptaxi, XTC-koffieschop)

Slide 9 - Slide

Kijk naar het hele werkwoord
Haal -en ervan af.
Is het een medeklinker uit’T K O F S C H I P?
eem de ‘ik-vorm’ van de onvoltooid tegenwoordige tijd.
1
Kijk naar het hele werkwoord
verhuizen
maken
2
Haal -en ervan af. 
Welke letter is dan de laatste letter?
z
k
3
Is het een medeklinker uit ’t ex kofschip?
nee
ja
4
Neem de ‘ik-vorm’ van de tegenwoordige tijd.
verhuis
maak
5
De verleden tijd is: ‘ik vorm’ + -te of -de
verhuisde
maakte

Slide 10 - Slide

Vul het juiste werkwoord in:

Na de oude man ( volgen ) ……….. toen ook zijn drie jongere broers.
A
Volgde
B
volgden
C
volgen
D
voegden

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm in:

’Hmmm, daar moet ik toch even over nadenken’,  ( brommen ) …….........  de klant gisteren nors.

A
Brom
B
bromde
C
bromden

Slide 12 - Quiz

Ik ( checken ) ……….. in, maar vergat om weer uit te checken.

A
checkte
B
checkten
C
checkde
D
checkden

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
 de ik-vorm verandert in de verleden tijd van klank

Verzenden - ik verzend - ik verzond - ik heb verzonden
Blijven - ik blijf - ik bleef - ik ben gebleven

ONregelmatig = GEEN regel
 
 

Slide 17 - Slide

Zet in de verleden tijd:
Alicia en Manon (computeren).............. tijdens het laatste deel van de les.

Slide 18 - Open question

Zet in de verleden tijd:
Peter (snappen) ................... de werkwoordspelling een maand geleden al.

Slide 19 - Open question

Verleden tijd: Hij (vervelen) ....................... zich een beetje tijdens de les.

Slide 20 - Open question

Er (gebeuren) ...................... gisteren erg veel in de les

Slide 21 - Open question

Verleden tijd:
De juf (glimlachen) ................. vanmorgen naar de lieve leerlingen.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Taalblokken
Grammatica en spelling 2F
Hoofdstuk 2 spelling
Paragraaf 2.7 spelling verleden tijd

Slide 34 - Slide