What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets havo 2 H3.9, 4.9 en 5.9
Oefentoets havo 2 H3.9, 4.9 en 5.9
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets havo 2 H3.9, 4.9 en 5.9
Slide 1 - Slide
Vul het vd of td in: (denken) aan de toets, heb ik deze week goed (leren).
Slide 2 - Open question
Vul het vd of td in: Al (proesten) dronken wij onze cola die net was (brengen).
Slide 3 - Open question
Vul het vd of td in: Niemand had (denken)dat mijn ouders (lachen) de deur zouden openen.
Slide 4 - Open question
Maak een samenstelling:
stoep+rand
Slide 5 - Open question
Maak een samenstelling:
beer+kuil
Slide 6 - Open question
Maak een samenstelling:
zon+paneel
Slide 7 - Open question
Maak een samenstelling:
klas+speler
Slide 8 - Open question
Geef het voltooid deelwoord als bn:
zoeken De _____ misdadiger
Slide 9 - Open question
Geef het voltooid deelwoord als bn:
omvallen De _____ boom
Slide 10 - Open question
Geef het voltooid deelwoord als bn:
geven Het _____ kerstcadeau
Slide 11 - Open question
Geef het voltooid deelwoord als bn:
zingen Het _____ lied
Slide 12 - Open question
Geef het tegenwoordig dw als bn:
fluisteren De _____ leraar
Slide 13 - Open question
Geef het tegenwoordig dw als bn:
mopperen De _____ buurvrouw
Slide 14 - Open question
Geef het tegenwoordig dw als bn:
dansen Het _____ bruidspaar
Slide 15 - Open question
Geef het tegenwoordig dw als bn:
schreeuwen De _____ baby
Slide 16 - Open question
Vul de tegenwoordige tijd in:
Hij (mailen) me elke dag.
Slide 17 - Open question
Vul de tegenwoordige tijd in:
De leerling (uploaden) het huiswerk .
Slide 18 - Open question
Vul de tegenwoordige tijd in:
Zij (daten) voor het eerst van haar leven iemand.
Slide 19 - Open question
Vul de verleden tijd in:
Hij (joggen) elke dag op het strand.
Slide 20 - Open question
Vul de verleden tijd in:
Hij (faken) dat hij flauw viel.
Slide 21 - Open question
Vul de verleden tijd in:
Hij (voetballen) voordat hij (hockeyen).
Slide 22 - Open question
Vul de verleden tijd in:
Zij (surfen) met z'n allen de hele avond op het internet.
Slide 23 - Open question
Vul de verleden tijd in:
Hij (runnen) de winkel in zijn eentje.
Slide 24 - Open question
Wat is het meervoud van moskee?
Slide 25 - Open question
Wat is het meervoud van religie?
Slide 26 - Open question
Wat is het meervoud van ?
Slide 27 - Open question
More lessons like this
4.5 voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
June 2019
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4.5 voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
March 2018
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Werkwoordspelling gebiedende wijs, vwo 1
March 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.8 Spelling
March 2025
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
hf 4.5 voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
September 2018
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2THF 3.9 les 2
March 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Samenvatting H3.9, 4.9 en 5.9
May 2025
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling pv tt, pv vt, vd en td klas 3
May 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2