Les 2 Zakelijk telefoongesprek

COMMUNICATIE
Periode 1 & 2

2021-2022
1 / 14
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

COMMUNICATIE
Periode 1 & 2

2021-2022

Slide 1 - Slide

In deze les

Zakelijk telefoongesprek (2.1): telefoon aannemen (2.2), opbellen (2.3) en het telefoonalfabet (2.4).

De eerste opdracht


Slide 2 - Slide

Vorige week
Opdracht 1: lees de informatie over het voeren van een zakelijk telefoongesprek.

Lees bladzijde 12-14 in de lesreader.
De lesreader kun je vinden in Teams.

Slide 3 - Slide

Wat is belangrijk tijdens een zakelijk telefoongesprek?

Slide 4 - Mind map


Zakelijk telefoongesprek

Je bent:

- Vriendelijk
- Duidelijk
- Bereid om te helpen / om een boodschap goed over te willen brengen

Slide 5 - Slide

Als het eerste contact met een bedrijf onplezierig is, belt een klant misschien niet meer terug.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz



Jij bent het visitekaartje van het bedrijf!

> Voor een bedrijf is de telefoon vaak het eerste medium waarmee eventuele klanten of afnemers van dat bedrijf in contact komen.

Slide 7 - Slide


Telefoon aannemen

1. 'Goedemiddag, Drenthe College, u spreekt met Wim van Hulzen.'
2. 'Bedankt voor het wachten, wat kan ik voor u doen?'
3. 'Sorry, ik heb uw naam niet goed verstaan. Zou u die willen herhalen?'
4. 'Heeft u verder nog vragen?'
5. 'Ik wens u nog een prettige dag.'

Slide 8 - Slide

Welke afspraken gelden er voor een zakelijk telefoongesprek?
A
Spreek duidelijk, praat rustig en articuleer goed.
B
Blijf rustig en beleefd.
C
Toon interesse: laat merken dat je luistert.
D
Geen eten of kauwgom in je mond.

Slide 9 - Quiz


Opbellen

1. 'Goedemiddag, u spreekt met Arie Bakker van het Drenthe College.'
2. 'Heeft u even tijd voor mij?' 'Bel ik gelegen?'
3. 'Hartelijk bedankt voor uw hulp/tijd.' 'Ik wens u nog een prettige dag.'


Aandachtspunten: vertel waarom je belt en stel jouw vragen. Vraag door als de antwoorden niet duidelijk of volledig zijn. Stel controlevragen.

Slide 10 - Slide

Het telefoonalfabet:

De S staat voor:
A
Simon
B
Stijn

Slide 11 - Quiz

Reader:
"Er zijn geen vaste regels voor het telefoonalfabet, doorgaans worden roepnamen gebruikt."

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1: staat klaar in Teams.

Overlap Werkveldverkenning: bedrijfsfiche maken. 

Slide 13 - Slide

Casus:
Je bent met je groep bezig met de voorbereiding van het bedrijfsfiche. Jij hebt de taak gekregen om uit te zoeken wat de geschiedenis van het bedrijf is. Op internet en in bladen heb je gezocht naar informatie die je nodig hebt om in het bedrijfsfiche te verwerken. Helaas kun je niet alle informatie vinden. Je gaat telefonisch contact zoeken met het bedrijf om aan de gewenste informatie te komen.

Slide 14 - Slide