H1 Stoffen - 1.5 Omgaan met stoffen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H1 Stoffen - 1.5 omgaan met afval

Lesdoel

• Ik weet waar ik informatie over gevaarlijke stoffen kan vinden
  
• ik weet wat gevarensymbolen zijn en wat de betekenis is van verschillende gevarensymbolen 
  
• ik weet wat de MAC- waarde is en wat dit betekend
• ik weet het verschil tussen hergebruik en recyclen 
• 
  

Ik heb 500 ml doorzichtige vloeistof die licht ontvlambaar en giftig is. Hoeveel stofeigenschappen weet ik van de vloeistof

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Welke stofeigenschappen kun je geven van het afgebeelde schoonmaakmiddel

De temperatuur in het lokaal is 23 °C. Hoeveel Kelvin is dit.

Welk van de hier genoemde kunststoffen is een composiet

1. PVC
2. Pet
3. Kevlar
4. Nylon

Gevaarlijke stoffen

informatie over gevaarlijke stoffen kun je op verschillende manieren achterhalen

• Veiligheidskaarten / chemiekaarten
• Gifwijzer
• Gevarensymbolen  
• MAC-waarde 

Mac-waarde

MAC - Waarde is de maximaal aanvaardbare concentratie van een stof in de lucht 

Binas tabel 40 vind je informatie over gevaarlijke chemicaliën 

De giftigheid of schadelijkheid van een stof hangt af van de dosis waarin je wordt blootgesteld 

Dosis is hoeveelheid stof in gram per kilogram lichaamsgewicht 

welk gevarensymbool is hier afgebeeld?

1. Brandgevaarlijk
2. Explosief
3. Irriterend
4. Giftig

Gevarensymbolen

Gevarensymbolen geven aan wat de gevaren zijn in omgang met de stof

Om veilig te werken met gevaarlijke stoffen maak je gebruik van: 

• Beschermende kleding
• Veiligheidsbril
• kunststof Handschoen
• Stofmasker 

Wat is het verschil tussen recyclen en hergebruik?

Afval(verwerking) 

• Hergebruik is het opnieuw gebruiken van een product zonder dat het veranderd. 
  
• Recyclen: moleculen veranderen niet.  Grondstof kan opnieuw worden gebruikt voor oorspronkelijk product of voor een ander product. 
• Restafval: het afval dat niet kan worden hergebruikt of  gerecycled. Restafval wordt verbrand. 
• Binas tabel 43 

Aan de slag

Maken 1.5 opdracht: 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 13, 15, 17, 18, 21, 23, 26