Gesloten --> openA. Ben jij tegen het gebruik van de elektrische fiets?
B. Heb je zin in dat feestje?
C. Vind jij dat leerlingen minder lesuren zouden moeten hebben?
D. Was het leuk op school?
Suggestief --> open en neutraal
E. Dus jij vindt zijn manier van schrijven ook niet grappig?
F. Leuk toch, dat we op survivalkamp gaan?
G. Jij ziet toch ook niets in gamen?
H. Denk jij ook niet dat die serie slecht gaat aflopen?