This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.
Items in this lesson
Belastingdienst & Belastingen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Ben jij van mening dat wij in Nederland veel te veel belasting betalen?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Lesdoelen
1. Je weet wat belastingen zijn.
2. Je weet waarom je belasting betaald.
3. Je weet hoe je belasting kunt terugvragen.
4. Je weet hoe je toeslagen kunt aanvragen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Welke soorten belastingen ken je?
Slide 6 - Open question
Je koopt een smartphone die alleen in de VS te koop is bij Amazon.com Wat betaal je naast de BTW nog meer?
A
Accijns
B
Extra BTW
C
Invoerrechten
D
Loonbelasting
Slide 7 - Quiz
Je koopt een spijkerbroek. Je betaalt 55 Euro. Welke belasting op dit bedrag gaat naar de Belastingdienst?
A
Accijns
B
BTW
C
Loonbelasting
D
Invoerrechten
Slide 8 - Quiz
Invoerrechten
Invoerrechten zijn belastingen die je moet betalen als je goederen of grondstoffen importeert (invoert) uit landen buiten de EU.
Wat moet je allemaal aangeven bij de Douane?
Je mag voor maximaal € 430,- aan spullen van buiten de EU invoeren. Over alles wat daarboven komt, betaal je belasting.
De boete voor het niet aangeven van goederen kan variëren, maar kan oplopen tot 100% van de waarde van het niet aangegeven goed.
Slide 9 - Slide
Kansspelbelasting
Dit is het tarief dat winnaars moeten betalen over de gewonnen prijs.
In 2025 bedroeg de kansspelbelasting 34,2 procent.
Prijzen die je wint die lager zijn dan 449 euro zijn belasting vrij.
Slide 10 - Slide
reken uit
Je wint €1.000.000.-
Hoeveel geld moet je betalen als de belasting dienst 34.2 % belasting in rekening brengt?
Slide 11 - Slide
De berekening
🔢 Bereken hoeveel belasting je moet betalen
34,2% omrekenen naar een decimaal getal:
34,2:100=0,342
1.000.000×0,342=342.000
✅ Je moet aan belasting betalen: €342.000
💰 Wat houd je over?
1.000.000−342.000=658.000
🎉 Eindantwoord
• Te betalen belasting: €342.000
• Je houdt over: €658.000
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Twee vormen van belastingen
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de
Belastingdienst
Indirecte belastingen zijn verwerkt in de prijs van dingen die je koopt
Slide 14 - Slide
Directe belastingen:
Loonbelasting
Inkomstenbelasting
Erfbelasting
Kansspelbelasting
etc.
Indirecte belastingen:
BTW
Accijnzen
Milieuheffing (Ecotaks)
Invoerrechten
etc.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Uitgangspunten Belastingen
Profijt
Draagkracht
Solidariteit
Slide 17 - Slide
Profijt
Je betaalt voor datgene waar je gebruik van maakt
Motorvoertuigenbelasting
Parkeerbelasting
Waterschapsbelasting
Rioolbelasting
Energiebelasting
Slide 18 - Slide
Solidariteit
De overheid wil de welvaart herverdelen. Sterkten helpen de zwakken. Mensen met een hoger inkomen dragen meer bij dan mensen met een laag inkomen of uitkering
Slide 19 - Slide
Toeslagen
huurtoeslag
zorgtoeslag
kindgebonden budget
kinderopvangtoeslag
Daarnaast is er kinderbijslag
(= geen toeslag)
Slide 20 - Slide
Draagkracht
Wie meer verdient, betaalt meer belasting
Bv. Loonbelasting kent een progressief tarief met twee belastingschijven. Verdien je een salaris tot € 68,507 dan betaal je 37,05% Daarboven betaal je 49,50% belasting
Slide 21 - Slide
Ik verdien € 100.000 (bruto) Best veel! Hoeveel loonbelasting ga ik betalen?
Gegevens:
In de 1e belastingschijf tot € 68.507 betaal ik 37.05% belasting
In de 2e belastingschijf vanaf € 68.507 betaal ik 49,50% belasting
Reken het uit.
Slide 22 - Slide
Berekening
Wat zijn de belastingschijven in het voorbeeld?
1e belastingschijf = € 68.507
2e belastingschijf € 100.000 - € 68.507 = € 31.493
Hoeveel belasting ga je betalen?
37,05% van € 68.507 = € 25.382
49,50% van € 31.493 = € 15.589
Belastingheffing = € 40.971
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
loon- en inkomsten belasting
Loonheffing is een voorschot op de inkomsten belasting.
De inkomsten belasting betaal je voor 1 april. Deze belasting bestaat uit 3 onderdelen,zgn. 'boxen'
Slide 25 - Slide
Box 1 Inkomen uit arbeid en eigen woning
Belastbaar inkomen is opgebouwd uit:
je inkomen uit arbeid
+ bijtellingen (auto van de zaak, woningforfait)
- aftrekposten (hypotheek)
Slide 26 - Slide
Box 2 inkomen uit een aanmerkelijk belang
Met box 2 hebben mensen te maken wanneer ze meer dan 5% van een bedrijf in handen hebben. Omdat de meeste mensen hier niet mee te maken hebben, slaan we deze box verder over.
Slide 27 - Slide
Box 3 Inkomen uit vermogen
De belasting moet betaald worden over het (fictieve) vermogensinkomen. De overheid stelt het rendement vast via schijven De berekening van de verschuldigde belasting in box 3 gaat over het belastbaar vermogen: het vermogen op 1 januari – het vrijgestelde deel (€ 57.684 per volwassene)
belastbaar vermogen
Over je rendement betaal je 30% belasting
Slide 28 - Slide
Korting op je belasting
De meeste belastingbetalers krijgen een algemene heffingskorting en een arbeidskorting. Met de algemene heffingskorting wil de overheid voorkomen dat mensen met een heel klein inkomen belasting moeten betalen. Met de arbeidskorting wil de overheid werken extra aantrekkelijk maken, want alleen als je werkt krijg je deze belastingkorting.
Slide 29 - Slide
Terugvragen loonbelasting
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma. Je kunt ook de app downloaden.
Als je werkt, worden er op je inkomen automatisch belasting en sociale premies ingehouden. Dit heet loonbelasting. Scholieren betalen vaak meer loonbelasting dan uiteindelijk hoeft. Bij de berekening gaat de Belastingdienst er namelijk van uit dat je het hele jaar werkt. Dit is meestal niet zo en daardoor kun je vaak geld terugkrijgen.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Belasting App
Opdracht:
Open of download de belastingapp en ga op onderzoek uit.
A Heb je al belasting gedaan? Hoeveel hen je teruggekregen
B Vul je gegevens in/controleer jouw gegevens en kijk hoeveel geld je terug kunt krijgen
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Frauderen
Er is sprake van fraude als iemand opzettelijk probeert minder belasting te betalen dan hij eigenlijk moet door :
informatie te verzwijgen,
te vervalsen,
te liegen tegen de Belastingdienst.
Het gaat dus niet om een foutje, maar om bewuste misleiding.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Wanneer moet je wél aangifte doen?
1. Als je een aangiftebrief ontvangt:
je bent altijd verplicht als de Belastingdienst je oproept.
2. Als je verwacht dat je meer dan
€16 moet betalen.
3. Als je vermogen boven de belastingvrije grens komt. (€57.684,-)
4. Als je ondernemer bent.
Wanneer is aangifte doen niet verplicht?
1. Als je geen aangiftebrief hebt gekregen.
2. Als je minder dan €16 moet betalen.
Waarom het toch slim kan zijn om aangifte te doen: