Bijvoeglijk naamwoorden

Bijvoeglijk naamwoorden
Doel: ik kan bijvoeglijk naamwoorden in een zin herkennen en ook zelf toevoegen aan een zin. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoorden
Doel: ik kan bijvoeglijk naamwoorden in een zin herkennen en ook zelf toevoegen aan een zin. 

Slide 1 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Dit is een auto
Dit is een ........auto
Dit is een ........auto
Dit is een ........auto
Dit is een ........auto

Slide 4 - Slide

Wat is in de volgende zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Slide

De sportieve man was aan het sporten.

Slide 6 - Open question

Het kind speelde in de leuke speeltuin

Slide 7 - Open question

De klas won een fantastische prijs.

Slide 8 - Open question

Ze hadden namelijk meegedaan aan het leuke spel, de mediamasters.

Slide 9 - Open question

Het was een landelijke wedstrijd.

Slide 10 - Open question

Het nieuwe plein ziet er leuk uit.

Slide 11 - Open question

Ik kijk naar buiten en zie een grijze lucht.

Slide 12 - Open question

Zet in de volgende zinnen zelf een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Slide

De .........auto reed met veel te hoge snelheid over de snelweg

Slide 14 - Open question

De..........bestuurder had nogal haast.

Slide 15 - Open question

Hij probeerde het uit te leggen aan de.............agenten.

Slide 16 - Open question

De mensen verhuisden naar een .................... huis

Slide 17 - Open question

Het was een ......... huis met ..........ramen.

Slide 18 - Open question

De muur werd behangen met...................behang

Slide 19 - Open question

Het huis had 6 ............... kamers.

Slide 20 - Open question

Er was ook een ............. tuin bij het huis.

Slide 21 - Open question

In die tuin was een ........... vijver.

Slide 22 - Open question

Dit was de laatste vraag van deze .............. les

Slide 23 - Open question