13.4 Kou en Hitte

13.4 Kou & Hitte
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

13.4 Kou & Hitte

Slide 1 - Slide

Open bloedsomloop
  • Verschillende kamers achter elkaar.

  • Vervoert geen zuurstof, wel voedingsstoffen en afvalstoffen.

  • Bloed stroomt vrij door het lichaam.

Slide 2 - Slide

Gesloten bloedsomloop
Bloed stroomt in gesloten bloedvaten

Bij de vis:
  1. Hart pompt bloed naar kieuwen
  2. In de kieuwen gaat zuurstof vanuit water naar het bloed
  3. Bloed met zuurstof stroomt naar alle organen
  4. Voedingsstoffen komen in verteringsstelsel in het bloed
  5. Het bloed komt weer in het hart

Slide 3 - Slide

Vervoer bij planten
  • Water met mineralen gaat door vaten (dunne buisjes).

  • Vaten liggen in groepen (vaatbundels) bij elkaar.

  • Door houtvaten gaat water.
  • Door bastvaten gaat glucose en andere voedingsstoffen.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 
  • Je leert hoe dieren warm of koel blijven, afhankelijk van het gebied waar zij in leven.

  • Je leert hoe planten erg droge gebieden overleven.

Slide 5 - Slide

Bescherming tegen kou
  • Warmbloedige dieren zijn dieren waarbij de lichaamstemperatuur redelijk constant is. Hun lichaam is zo gemaakt dat ze niet teveel opwarmen of afkoelen.  
  • Vogels doen dat met hun veren, daarin zit stilstaande lucht waarmee ze zichzelf isoleren. 

Slide 6 - Slide

Aanpassingen aan kou
  • Dieren overleven in koude gebieden door zich te isoleren.
  • Net als je een huis isoleert om de warmte binnen te houden.

  • Dit doen ze door een dikke vetlaag(spek) te hebben, of lucht in hun vacht of veren stil te zetten.

Slide 7 - Slide

Egel
Gaat in winterslaap
=>
Slaapt de hele winter door


De lichaamstemperatuur daalt naar zo'n 5 graden en blijft tijdens de hele winter zo laag.
Eekhoorn
Gaat in winterrust
=>
Wordt af en toe wakker, als het wat minder koud is in de winter

De lichaamstemperatuur daalt en hoe langer hij in rust is, hoe lager hij wordt. als hij wakker is, gaat de temperatuur weer omhoog.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat doen dieren tegen de hitte?
  1. Allereerst neemt de vacht of vetlaag af. 
  2. Zweten 
  3. Warmte afgeven via het bloed aan de lucht. (door in de wind te staan, te hijgen, of te wapperen met oren)
  4. Warmte overgeven aan koude oppervlakken

Slide 10 - Slide

Waarom koelt een klein dier sneller af dan een groot dier?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Oppervlakte = 6 x 1 x 1 = 6
Inhoud = 1 x 1 x 1 = 1

Ratio Opp : Inhoud = 6 : 1
Oppervlakte = 6 x 2 x 2 = 24
Inhoud = 2 x 2 x 2 = 8

Ratio Opp : Inhoud = 24 : 8
                                     = 3 : 1

Slide 13 - Slide

Hoe is dit dier goed aangepast aan de kou. Noem 2 dingen

Slide 14 - Open question

Hoe is dit dier aangepast aan de warmte? noem 1 ding

Slide 15 - Open question

Poolvos
Woestijnvos
  • Groot => kleine opp : inhoud ratio. Koelt niet af en houdt warmte vast
  • Kleine uitsteeksels bijv. oren
  • Klein => grote opp : inhoud ratio. Koelt goed af en verliest warmte
  • Grote uitsteeksels bijv. oren

Slide 16 - Slide

Hoe leeft een koudbloedig dier?
  • Nemen de temperatuur van hun omgeving aan. 
  • Ze hebben vaak wel lichaamswarmte nodig en liggen daarom vaak in de zon om warm te worden. 
  • Te koud worden dan gaat hun verbranding langzamer en kunnen ze zich minder snel bewegen. 

Slide 17 - Slide

Hoe overleven planten droogte?
Woestijnplanten
Houden verdamping tegen door
  • Vetlaagje rond de bladeren
  • Kleine blaadjes met weinig huidmondjes
  • Behaarde bladeren

Opnemen en opslaan van water
  • Lange wortels of breed vertakt en oppervlakkig
  • Water opslaan in de stengel

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe overleven planten droogte?
Poolplanten:
  • Kleine blaadjes => weinig fotosynthese => groeien langzaam => blijven klein.
  • Bladeren vormen een rozet: ze liggen op de grond rondom de stengel. 
  • Bladeren zijn behaard  zodat ze minder water verdampen.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Wat?                 Maken paragraaf 13.4 Kou en Hitte
Vraag 3, 5, 8 t/m 10, 12, 14, 15, 18 en 19.

Hoe?                Online of in je boek
Vraag?            Vraag het eerst fluisterend aan je buurman.                                            Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.


Slide 21 - Slide