2 oktober 2020

1A
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1A

Slide 1 - Slide

Les devoirs





Donderdag 8 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire ABE - grammaire C (être) - bron F (les nombres t/m 20)
Huiswerk voor vandaag:
Bestudeer grammaire H. Daarna mag je alvast ex. 31 proberen te maken
Vocabulaire BE - grammaire C - bron F
Huiswerk voor volgende les:
Maken: ex. 31, 32
Vocabulaire ABE - grammaire C - bron F

Slide 2 - Slide

Corriger: ex. 28 & 29
28
1. maintenant
Want dat heeft niet met de natuur/paarden/activiteiten te maken

2. chercher
Want de andere woorden zijn begroetingen

3. nature
Want de andere woorden gebruik je bij een probleem/ongeluk

4. pour
Want de andere woorden zeggen iets over hoe iemand is

29
1. Oui, j'ai un cheval.
2. Oui, j'ai un copain.
3. Oui, j'ai un problème.
4. Oui, j'ai un formulaire.

Slide 3 - Slide

Grammaire H: l'article

Slide 4 - Slide

r
rr

  • Ex. 31 bekijken






  • Begin zelf aan ex. 31, 32, (33*)



Klaar? 
Maken: WB p. 34 & 35 --> tâche  étape 2, 3, 4 (hoeft nog niet af)

Of ga leren: vocabulaire ABEF - gr C - bron F


timer
10:00

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

4

Slide 7 - Video

00:19
.... woorden krijgen het lidwoord "le"
A
vrouwelijke
B
mannelijke

Slide 8 - Quiz

00:28
Het lidwoord "la" is voor ... zelfstandig naamwoorden

Slide 9 - Open question

00:36
Het lidwoord "les" gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het ...
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 10 - Quiz

00:46
Wanneer krijg je het lidwoord " l' " ?

Slide 11 - Mind map

1

Slide 12 - Video

00:53
Vul het juiste lidwoord in:
... papa
... maman
... enfant
... parents

Slide 13 - Open question

Les devoirs





Donderdag 8 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire ABE - grammaire C (être) - bron F (les nombres t/m 20)
Huiswerk voor vandaag:
Bestudeer grammaire H. Daarna mag je alvast ex. 31 proberen te maken
Vocabulaire BE - grammaire C - bron F
Huiswerk voor volgende les:
Maken: ex. 31, 32
Vocabulaire ABE - grammaire C - bron F

Slide 14 - Slide

Ex. 23c
Getallenbingo

  • Kies 9 getallen uit (0 t/m 20)
  • Vul de hokjes met de 9 getallen
  • Als je het getal hoort, streep je het getal door
  • Als je alles hebt doorgestreept, zeg je bingo!

  • Attention: je moet daarna oplezen welke getallen je hebt gehoord (en français bien sûr!)

Slide 15 - Slide

1C

Slide 16 - Slide

Les devoirs








Donderdag 8 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire ABE - grammaire C (être) - bron F (les nombres t/m 20)
Faire (maken)
27, 28, 29
Bestudeer grammaire H. Daarna mag je alvast ex. 31 proberen te maken
Leren voor MO:
Vocabulaire BE 
 - grammaire C (être) - grammaire F (les nombres)

Slide 17 - Slide

r
rr

  • Ex. 27b samen afmaken






  • Zelf verder werken aan ex. 27, 28, 29, (30*)
  • We gaan zometeen nakijken


Klaar? 
Maken: WB p. 34 & 35 --> tâche  étape 2, 3, 4 (hoeft nog niet af)

Of ga leren: vocabulaire ABEF - gr C - bron F


timer
10:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

4

Slide 20 - Video

00:19
.... woorden krijgen het lidwoord "le"
A
vrouwelijke
B
mannelijke

Slide 21 - Quiz

00:28
Het lidwoord "la" is voor ... zelfstandig naamwoorden

Slide 22 - Open question

00:36
Het lidwoord "les" gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het ...
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 23 - Quiz

00:46
Wanneer krijg je het lidwoord " l' " ?

Slide 24 - Mind map

1

Slide 25 - Video

00:53
Vul het juiste lidwoord in:
... papa
... maman
... enfant
... parents

Slide 26 - Open question

Les devoirs








Donderdag 8 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire ABE - grammaire C (être) - bron F (les nombres t/m 20)
Faire (maken)
27, 28, 29
Bestudeer grammaire H. Daarna mag je alvast ex. 31 proberen te maken
Leren voor MO:
Vocabulaire BE 
 - grammaire C (être) - grammaire F (les nombres)

Slide 27 - Slide