days & months & dates

Grammar - days & months
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammar - days & months

Slide 1 - Slide

I know (how to write) all days of the week
I know (how to write) all months of the year
Ik weet hoe ik de dagen van de week & de maanden van het jaar moet schrijven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

easy peasy
but... how to WRITE the names of the days???
page 64

Slide 6 - Slide

j
o
t

d
o
w
n
u
n
d
e
r
l
i
n
e

Slide 7 - Slide

Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

easy peasy
but... how to WRITE the names of the months???

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

January
May
February
August
June
March
April
July
September
October
November
December
januari
mei
juli
februari
augustus
juni
maart
april
september
oktober
november
december

Slide 13 - Drag question

Datum uitspreken





THE
RANGTELWOORD
OF
MAAND
THE
TWENTIETH
OF
APRIL

Slide 14 - Slide

RANGTEL-WOORDEN?
LET'S RECAP!

Slide 15 - Slide

Rangtelwoorden (blz. 59)

Slide 16 - Slide

zaterdag 2 februari




DAG
THE
RANGTELWOORD
OF
MAAND
Saturday
the
second
of
February

Slide 17 - Slide

maandag 1 maart




DAG
THE
RANGTELWOORD
OF
MAAND
Monday
the
first
of
March

Slide 18 - Slide

dinsdag 30 augustus




DAG
THE
RANGTELWOORD
OF
MAAND
Tuesday
the
thirtieth
of
August

Slide 19 - Slide

hoe zeg je:
donderdag 18 juni

Slide 20 - Open question

hoe zeg je:
zondag 21 mei

Slide 21 - Open question

hoe zeg je:
woensdag 13 januari

Slide 22 - Open question

hoe zeg je:
vrijdag 28 oktober

Slide 23 - Open question

My birthday is on...
(schrijf op hoe je het zegt)

Slide 24 - Open question

Drag the white boxes to the red ones.
There are two extra words!
timer
1:30
be lucky
mean
take
pick up
thank
too
after
so
geluk hebben
na
brengen
ophalen
echt
menen
dus
lief
bedanken
te

Slide 25 - Drag question

I've got two Polar Bears....
(kaartjes)

Slide 26 - Open question

We can go ....!
(samen)

Slide 27 - Open question

Do you ..... mean that?
(echt)

Slide 28 - Open question

Well done!

Slide 29 - Slide