3.7 Grammatica zinsdelen

3.7 Grammatica zinsdelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

3.7 Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Herhaling
werkwoordelijk gezegde
= alle werkwoorden uit de zin (= mínstens de PV)

naamwoordelijk gezegde = WW + ND (naamwoordelijk deel):
= alle werkwoorden uit de zin MAAR het laatste (of enige ww) = koppelwerkwoord
+ LV (wie/wat + ow + ww?) wordt ND

Slide 2 - Slide

wat zijn de koppelwerkwoorden?
Zijn
Worden
O
Blijken
Blijven
E
Lijken
Schijnen
HETEN

Slide 3 - Slide

Stappenplan opdracht 1
1. Zoek alle werkwoorden + zoek de PV
2. Kijk naar het laatste werkwoord: is dit een vervoeging van ZWoBBeLS Heten?
              ja: duid de werkwoorden aan als NG
              nee: duid de werkwoorden aan als WG
3. Zoek het onderwerp: wie/wat +werkwoorden?
4. Indien NG: zoek het naamwoordelijk deel: Wie/wat + ww+ ow? > zet NG erboven!
     Indien WG: zoek het lijdend voorwerp: wie wat + ww + ow?
5. Bekijk de overige zinsdelen: moet je ergens nog een streep zetten?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Maken: opdracht 6+7+8 p 182-183

1. Zoek alle werkwoorden.
2. Kijk naar het laatste werkwoord: is dit een vervoeging van ZWoBBeLS Heten?
              ja: duid de werkwoorden aan als NG
              nee: duid de werkwoorden aan als WG
3. Zoek het onderwerp: wie/wat +werkwoorden?
4. Indien NG: zoek het naamwoordelijk deel: Wie/wat + ww+ ow? > zet NG erboven!
     Indien WG: zoek het lijdend voorwerp: wie wat + ww + ow?
5. Bekijk de overige zinsdelen: moet je ergens nog een streep zetten?
Zijn 
Worden
Blijven
Blijken 
Lijken 
Schijnen
Heten

Slide 7 - Slide

Opdracht 6

Slide 8 - Slide

opdracht 7

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide