6.1 voorkennis klas 1H

Hoofdstuk 6 
Rekenen met negatieve getallen

Wiskunde boek deel 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 
Rekenen met negatieve getallen

Wiskunde boek deel 2

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les...
... weet je wat positieve en negatieve getallen zijn.
... weet je wat de volgende tekens betekenen <, > en =.

Slide 2 - Slide

Voorkennis activeren
  • <, > en =
  • Positieve en negatieve getallen 

 Wat weten we al?

Slide 3 - Slide

'Is gelijk aan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de ene kant staat gelijk is dan wat er aan de andere kant staat. 

5 + 2 = 3 + 4

Slide 4 - Slide

'Groter dan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat groter is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 2 > 3 + 3
>

Slide 5 - Slide

'Kleiner dan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat kleiner is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 1 < 3 + 4
<

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk teken gebruiken we voor
'Groter dan'?
A
>
B
<
C
=

Slide 9 - Quiz

Welk teken gebruiken we voor
'is gelijk aan' of 'hetzelfde als'?
A
<
B
>
C
=

Slide 10 - Quiz

Welk teken gebruiken we voor
'is kleiner dan'?
A
<
B
>
C
=

Slide 11 - Quiz

welk getal is groter 9,09 of 9,01
A
9,09
B
9,01

Slide 12 - Quiz

Welk getal is GROTER?
-4 of -5? (denk aan de getallenlijn!)
A
-4
B
-5

Slide 13 - Quiz

Positieve getallen
Positieve getallen zijn alle getallen boven de nul.

  • 5 is positief
  • 392 is positief
  • -2 is niet positief

Slide 14 - Slide

Negatieve getallen
Negatieve getallen zijn alle getallen onder de nul.

  • -5 is negatief
  • -392 is negatief
  • 2 is niet negatief

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Negatieve getallen
Getallen onder 0 

Herkenbaar aan de - voor het cijfer, bijvoorbeeld:
-5 of -0,1

Slide 17 - Slide

Welk getal is negatief?
A
42
B
64
C
-235
D
2 342

Slide 18 - Quiz

Welk getal is positief?
A
-324
B
-503
C
-52 341
D
12 949 031

Slide 19 - Quiz

Probeer uit te leggen wat negatieve getallen zijn?

Slide 20 - Open question

Vul in:

4 ... 8
A
<
B
>
C
=

Slide 21 - Quiz

Vul in:

4 ... - 8
A
<
B
>
C
=

Slide 22 - Quiz

Vul in:

-0,9 ... -0,8
A
=
B
>
C
<

Slide 23 - Quiz

Vul in:

-9,1 ... -9,9
A
<
B
>
C
=

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Leer H5 voor de toets, maak de voorkennis van H6 en stuur een foto via de mail. 

Slide 25 - Slide