2.1 Negatieve getallen klas 1 BBL Vos

Huiswerk nakijken


           BBL : Voorkennis 6
           KBL : Voorkennis 6


1 / 22
next
Slide 1: Slide
Wiskunde mnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Huiswerk nakijken


           BBL : Voorkennis 6
           KBL : Voorkennis 6


Slide 1 - Slide

Doelen van deze les

Ik weet wat positieve en negatieve getallen zijn. 

Ik weet dat het getal 0 niet positief en niet negatief is. 

Ik weet wanneer een getal groter of kleiner dan een ander getal is. 

Ik ken het groter dan (>) en kleiner dan (<) teken en kan hiermee werken, zowel met positieve als negatieve getallen.  












Slide 2 - Slide

Positieve getallen
Positieve getallen zijn alle getallen boven de nul.

  • 5 is positief
  • 392 is positief
  • -2 is niet positief

Slide 3 - Slide

Negatieve getallen
Negatieve getallen zijn alle getallen onder de nul.

  • -5 is negatief
  • -392 is negatief
  • 2 is niet negatief

Slide 4 - Slide

Positieve en negatieve getallen 
- Getal boven 0 = positief
- Getal onder 0 = negatief
- Getal 0 = niet positief
                niet negatief

Voor een negatief getal staat
altijd een - (bijv. -12)




Slide 5 - Slide

2.1 Negatieve getallen

Slide 6 - Slide

Negatieve getallen
Getallen onder 0 

Herkenbaar aan de - voor het cijfer, bijvoorbeeld:
-5 of -0,1

Slide 7 - Slide

Wat voor getal is -0,5
A
Postief
B
Negatief

Slide 8 - Quiz

Wat voor getal is 2,5
A
Postief
B
Negatief

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Groter, kleiner gelijk en ongeveer





Slide 13 - Slide

'Is gelijk aan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de ene kant staat gelijk is dan wat er aan de andere kant staat. 

5 + 2 = 3 + 4

Slide 14 - Slide

'Groter dan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat groter is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 2 > 3 + 3
>

Slide 15 - Slide

'Kleiner dan'
Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat kleiner is dan wat er aan de rechter kant staat. 

5 + 1 < 3 + 4
<

Slide 16 - Slide

2.1 Negatieve getallen  

Slide 17 - Slide

Welk teken moet op de punten

5 ... -2
A
<
B
>

Slide 18 - Quiz

Wat betekent dit teken:
>
A
Kleiner dan
B
Groter dan

Slide 19 - Quiz

Welk teken moet op de punten

-5,5 ... -5
A
<
B
>

Slide 20 - Quiz

2.1 Negatieve getallen
Tegengestelde getallen:
-3 en 3
Ze liggen even ver van de 0 vandaan

Slide 21 - Slide

Huiswerk 

           BBL 6.1 : som 10 t/m rekenbreak
                 6.2 : som 18 t/m 33

           KBL 6.1 som 15 t/m rekenbreak
          


Slide 22 - Slide