Lesmoment 39 Mavo 3 L 3B

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welcome

Welkom allemaal!
Grab your Laptop & Workbook!!
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Welcome to English class! 
Lessonplan
  • Stones dictee
  • Prepositions of time & place
  • Future tense
  • Adverbs & Adjectives

Slide 2 - Slide

Lesson goals 
At the end of this lesson...

  • ... I understand all the Grammar
  • ... I have completed Grammar exercises. 
  • ... I understand difficult words that are in the stones

Slide 3 - Slide

Stones dictee!
Dictee moet in stilte!
Eerst lees ik de zin op, daarna herhaal ik de zin en schrijf je op wat je hoort. Vervolgens herhaal ik de zin opnieuw.


Slide 4 - Slide

Prepositions
Prepositions zijn voorzetsels. (Kastwoorden)
Prepositions of time
(Wanneer iets gebeurd) 
Prepositions of place
(Waar iets gebeurd)

Slide 5 - Slide

Prepositions of time
- Geeft aan wanneer iets gebeurd
In: maanden, jaren, seizoenen en specifieke delen van de dag
I woke up in the afternoon
on: dagen van de week, maand en datums, ook speciale dag
I have a game on Saturday
At: tijden en feestdagen
I saw my aunt at Christmas

Slide 6 - Slide

Prepositions of place
- Geeft aan waar iets gebeurd
In: plekken in de natuur, landen en als iets ergens in is
He took photos in the museum
On: openbaar vervoer en iets ligt ergens bovenop
My phone is on the table
At: specifeke locaties, huisnummers en (namen van) gebouwen
I am at the station

Slide 7 - Slide

Future Tense

De toekomende tijd is een grammaticale tijd die wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden. 



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Adjectives and adverbs
Adjectives = Bijvoeglijke naamwoorden
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord of persoon, dier of ding
    She is beautiful, what a beautiful horse,...
Adverbs = Bijwoorden
  • Zegt iets over een werkwoord (hoe iets gebeurt), of een bijvoeglijk naamwoord, of een ander bijwoord. Het gaat dan om 'hoe'.
    She danced beautifully. He is very succesful. He moved quickly

Als het niet iets zegt over een zelfstandig naamwoord is het dus een bijwoord

Slide 10 - Slide

Adverbs ending in -Y
For adjectives that end in -y, we remove the -y and add -ily:
crazy  -  crazily 
happy  -  happily


Adverbs ending in -LE
For adjectives that end in a + le we remove the -e and add -y:

terrible  -  terribly 
horrible  -  horribly


Adverbs ending in -IC
If the adjective ends in -ic, we add -ally:

ironic  -  ironically
enthusiastic  -  enthusiastically
realistic  -  realistically
Except: public  -  publicly

Irregular Adverbs
Some adverbs are irregular:
 

fast - fast     The man drives very fast (quickly).
good - well   You speak English very well.
Long-long not longly
Low-low


Slide 11 - Slide

Adverbs of frequency

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link