theorie bij weektaak 41 de bijvoeglijke bepaling

theorie bij weektaak 41 de bijvoeglijke bepaling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

theorie bij weektaak 41 de bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

week 41  Grammatica par. 7 en par. 9                           week 42 : PW  

leerdoelen  deze week : 
  • ik weet wat  een bijvoeglijke bepaling is  (par. 7 blz. 218)

Slide 2 - Slide


vorige weektaak
 
Grammatica zinsdelen 
zinsdelen : pv/ ow/gez/lv/ mv/bwb
  • een zin heeft een gezegde 
  • werkwoordelijk gezegde  en een naamwoordelijk gezegde  
  • ng : 6 koppelwerkwoorden 

deze weektaak 

Grammatica zinsdelen 

  • bijvoeglijke bepaling  par. 7 
Tom loopt hard.

Tom is  ziek. 

Slide 3 - Slide

3 zinsdelen : welke ?  schrijf ze op 
  • pv = 
  • krijgt ( ww. /vooraan bij vraagzin) 
  • wg = 
  • krijgt (alle werkwoorden)
  • ow = wie krijgt ? 
  • ow=  De oude, succesvolle dirigent
  • lv  =  wie/wat krijgt het Ow ?
  •  lv = een daverend applaus 

Bijvoeglijke bepaling : 

De oude, succesvolle dirigent / krijgt een daverend applaus

Slide 4 - Slide

De oude, succesvolle dirigent / krijgteen daverend applaus.
                                           ow                                          lv 

dirigent = kernwoord           oude , succesvolle 

applaus = kernwoord             daverend 

Bijvoeglijke bepaling 


Slide 5 - Slide

  • In sommige zinsdelen geven zinsdeelstukken (bepalingen) extra informatie over het belangrijkste woord van het zinsdeel, de kern.
  • Als de kern een zelfstandig naamwoord is, is er sprake van een bijvoeglijke bepaling (bijv.bep). 

De oude, succesvolle dirigent / krijgt/ een daverend applaus.
                                                                               
  • Zo’n bijvoeglijke bepaling kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan.

Slide 6 - Slide

Let op: 

  • lidwoorden (De)
  • voornaamwoorden (deze, mijn
  • telwoorden (twee) zijn op zichzelf geen bijvoeglijke bepaling 


 ze kunnen wel deel van een bijvoeglijke bepaling zijn.

Slide 7 - Slide

Zo vind je de bijvoeglijke bepaling(en)  

1-Verdeel de zin in zinsdelen 
2-Onderstreep per zinsdeel de zelfstandige naamwoorden 
3-Noteer dan de woorden die extra informatie geven over de zelfstandige naamwoorden.


 Dat zijn de bijvoeglijke bepalingen. 


Slide 8 - Slide

De bekende regisseur van deze thriller heeft tot mijn grote verbazing al eerder twee heel mooie films gemaakt

Noteer die zo:
– bijv.bep = bekende regisseur
– bijv.bep = van deze thriller regisseur
– bijv.bep = groteverbazing 
– bijv.bep = heel mooiefilms

Slide 9 - Slide

Wat zijn in deze zin bijvoeglijke bepalingen?
De oude man heeft een groene fiets.
A
oude, groene
B
oude, fiets
C
oude, man
D
man, fiets

Slide 10 - Quiz