2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld

Tijd van de Grieken en Romeinen
3000 v. chr. - 500 na chr.
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van de Grieken en Romeinen
3000 v. chr. - 500 na chr.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 2.1 - Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Je kunt:
1. de nieuwe manier van rationeel-wetenschappelijk denken bij de oude Grieken uitleggen en vergelijken met het mythologische wereldbeeld.
2. uitleggen hoe de politieke organisatie bij de oude Grieken was
3. verschillende politieke bestuursvormen herkennen, uitleggen en vergelijken.
4. de Atheense democratie vergelijken met de huidige vorm van democratie in Nederland.
5. kort uitleg geven van de opkomst en ondergang van de Atheense democratie.

Slide 2 - Slide


Slide 3 - Open question


Slide 4 - Open question


Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question

2.1 Politiek en burgerschap in de Griekse wereld

Slide 7 - Slide

Waarom is de Griekse oudheid belangrijk?
- Athene als 'geboorteplaats' van de democratie 
- Discussie over bestuur, burgerschap , geloof & wetenschap
- Expansiedrift en oorlogen
- Een teken van moderniteit!

Slide 8 - Slide

"De Griekse wereld"
Polis (poleis) - Griekse stadstaat: stad met versterkte burcht en omliggende landbouwgronden

Eenheid versus verdeeldheid          (cultuur versus bestuur)

vanaf 800 v. Chr.: bevolkingsgroei --> voedseltekort --> koloniën; zo verspreiding van de cultuur

Slide 9 - Slide

democratie
aristocratie
monarchie
tyrannie
bestuur van de 'besten'
bestuur door alleenheerser
(die de macht gegrepen heeft)
bestuur door 'het volk' 
bestuur door een koning 

Slide 10 - Drag question

Bestuursvormen
Politiek komt van het woord polis  
Monarchie: staat met één leider via erfopvolging (mono = één)
Aristocratie: regering van de "besten" (adel) --> aanspraak op burgerschap
Tirannie: staat met één leider die de macht met geweld greep
Timocratie: regering op basis van welstand
Oligarchie: macht in handen van kleine groep mensen.
Democratie: regering van burgers (Athene) (demos = volk)
--> combinatie kan heel goed!

Slide 11 - Slide

Inspraak in het bestuur hing samen met de rol in de verdediging van de stadstaat;
van koning, naar adel, naar inwoners met burgerschap
Onvrede? Dan kon een tiran een poging wagen..

Slide 12 - Slide

Kan je het hebben over 'één Griekenland' ? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

Iedereen in Nederland mag stemmen voor de Tweede Kamer verkiezingen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 14 - Quiz

Alleen mensen met een hoog salaris mogen stemmen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 15 - Quiz

De Tweede Kamer wordt opgeheven en de koning krijgt het voor het zeggen
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 16 - Quiz

Mark Rutte is klaar met Koning Willem-Alexander, laat hem ombrengen en neemt zijn plek in
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 17 - Quiz

Is het verloten van bestuurlijke functies democratisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Zou iemand die een bedreiging voor de democratie vormt voor een periode van 10 jaar verbannen moeten worden?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Ontstaan van de Atheense democratie

Vanaf 800:  Aristocratie: Archonten en Areopagus; hervormingen van Solon (594 v. Chr.) waarbij ook minder rijken (enige) inspraak kregen
 
naar Tirannie - Pisistratus die in 546 v. Chr. die o.a. schulden (van boeren) kwijt liet schelden.

naar Democratie (Clisthenes 508 v. Chr.)

Slide 20 - Slide

Atheense democratie
  • Burgerschap: Atheens man
  • Belangrijke functies door loting verdeeld ( Boule - Raad van 500)
  • Directe democratie - volksvergadering  de Ecclesia
  • Ostracisme = schervengericht Wie een bedreiging voor het machtsevenwicht vormde kon worden weggstemd

Slide 21 - Slide

Burgerrechten in de Atheense democratie

Burgerschap: Atheense mannen. Vrouwen hadden geen inspraak, zeer beperkte rol in het publieke leven.

Metoiken: vrije mannen, maar geen burgerrecht. Veel verschillende beroepen en dienen in het leger, geen grondbezit. 
 
Slaven. Deden werk wat ook vrije mannen deden. Na vrijkopen of vrijlaten werden ze deel van de metoiken. 

Slide 22 - Slide

Thucydides, De Peloponnesische oorlog
Onze staatsvorm heeft democratie, omdat ze niet in handen is van een kleine groep, maar van de meerderheid. In de wetgeving geldt bij een conflict gelijk recht voor iedereen. Iemands positie in de staat? De vraag hoe iemand een functie het beste kan uitoefenen? Dat wordt niet bepaald door afkomst, maar door capaciteiten. Als iemand arm is en hij kan de stad van dienst zijn, dan wordt hij daarin niet gehinderd door zijn lage positie in de maatschappij.

--> wat vindt hij van de democratie? 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Plato, Protagoras
Wanneer wij in de volksvergadering samenkomen en er staan bouwactiviteiten op de agenda, dan vragen we architecten om advies, bij scheepsbouw halen we er scheepsbouwers bij en hetzelfde geldt voor andere projecten. Maar als er gediscussieerd wordt over het politieke beleid van de stad, dan mag iedereen zijn zegje doen: timmerlui, smeden, leerbewerkers, matrozen, arm en rijk, van goede of slechte komaf.

--> wat vindt hij van de democratie?

Slide 25 - Slide

Met wie ben jij het meer eens, Thucydides of Plato? Leg uit waarom.

Slide 26 - Open question

Van machtige staat tot einde zelfstandigheid
  • Ionische opstand (490- 479 v. Chr) Perzische oorlog --> 'vrije Griekse burger'
  • Delisch-Attische Zeebond (477-404 v.Chr.)
  • Peloponnesische oorlog (431-404 v.C.)
  • Philippos van Macedonie verovert Griekenland (338 v.C.) 
  • Door Alexander de Grote raakt de Griekse cultuur verder verspreid = Hellenisme

Slide 27 - Slide

Vind je de Atheense democratie modern? Geef minimaal één antwoord voor en één antwoord tegen.

Slide 28 - Open question

Iemand schreef ooit: de trots der Grieken dreef hun naar hun ondergang. Leg deze opmerking uit

Slide 29 - Open question

Ontwikkeling van wetenschap in de Griekse stadstaat.


Alle gebeurtenissen worden verklaard door het handelen van goden. 
Natuurverschijnselen verklaren en kennis opdoen door te onderzoeken en logisch te beredeneren. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Leerdoelen 2.1 - Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Je kunt:
1. de nieuwe manier van rationeel-wetenschappelijk denken bij de oude Grieken uitleggen en vergelijken met het mythologische wereldbeeld.
2. uitleggen hoe de politieke organisatie bij de oude Grieken was
3. verschillende politieke bestuursvormen herkennen, uitleggen en vergelijken.
4. de Atheense democratie vergelijken met de huidige vorm van democratie in Nederland.
5. kort uitleg geven van de opkomst en ondergang van de Atheense democratie.

Slide 32 - Slide

2.3 - De Grieks-Romeinse cultuur.
De Griekse en Romeinse Vormentaal = stijl van bouwen en beeldhouwen


Slide 33 - Slide

Griekse Vormentaal: zuilen, fronton en fries

Slide 34 - Slide

Griekse Vormentaal: beelden
Natuurlijke houdingen

Ideaal beeld: volmaakte schoonheid

Slide 35 - Slide

Romeinse vormentaal: kopiëren van de Grieken, maar (ook):
Realistisch beeld: individuele eigenschappen

Slide 36 - Slide

Romeinse vormentaal: gebouwen
Bogen
Gewelven 
Koepels

Slide 37 - Slide

Noem drie elementen
van de Grieks-Romeinse
vormentaal:

Slide 38 - Open question

Schrijf op: welke uitvindingen kun je uit de songtekst halen?  


Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video