H2 Spelling: Met of zonder -n?

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H2 Spelling 

Doel van deze les

Je weet wanneer je de meervouds -n moet gebruiken bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden.

Met of zonder -n?

1.   Mick stond gisteren met zijn stripboeken op de boekenmarkt        en hij heeft ze alle verkocht.

2.  In de wachtkamer zaten zes patiënten die allen zenuwachtig        waren.

3.  Mevrouw Ooms stuurde kerstkaarten naar al haar neven en            nichten; ze heeft er dus vele verstuurd.

4.   Velen waren vorige week op de jaarlijkse familiebijeenkomst.

Wanneer met -n en wanneer zonder -n?

Met of zonder -n?

1.   Mick stond gisteren met zijn stripboeken op de boekenmarkt        en hij heeft ze alle verkocht.

2.  In de wachtkamer zaten zes patiënten die allen zenuwachtig        waren.

3.  Mevrouw Ooms stuurde kerstkaarten naar al haar neven en            nichten; ze heeft er dus vele verstuurd.

4.   Velen waren vorige week op de jaarlijkse familiebijeenkomst.

Wanneer schrijf je met -n?

Telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige schrijf je met -n:

-  als het zelfstandig gebruikt wordt (dus alleen in de zin);

- als het personen aanduidt. 

VB:       Allen waren uitgenodigd, maar sommigen zijn vanwege                  het slechte weer thuisgebleven. 

              Enkelen van de bezoekers waren hun ID vergeten. 

Wanneer schrijf je zonder -n?

Telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige schrijf je  

zonder -n  als:

- de telwoorden geen personen aanduiden;

- ze niet-zelfstandig, maar bijvoeglijk gebruikt worden.

VB:     Enkele van de voorgestelde oplossingen bleek niet uitvoerbaar. 

                                 (geen personen)

            Vroeger hadden alle huisvrouwen een koffiemolen. 

                                 (niet-zelfstandig, maar bijvoeglijk gebruikt)

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden

- die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e       en krijgen in het meervoud een -n. 

- die dingen aanduiden, eindigen meestal op een -e

- die stoffelijke dingen aanwijzen, dan schrijf je -en.

De eerste/eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste/laatsten helaas weinig overbleef.

1. eerste
2. eersten

De eerste/eersten schepten ruim op van het buffet, zodat er voor de laatste/laatsten helaas weinig overbleef.

1. laatste
2. laatsten

De ouders van Sheira hebben een goede baan, hoewel ze geen van beide/beiden hebben gestudeerd.

1. beide
2. beiden

Op Texel zag ik veel verschillende vogels; wel honderde/honderden!

1. honderde
2. honderden

Wegens tijdgebrek konden sommige/sommigen van de dieren niet direct geholpen worden tijdens het spreekuur.

1. sommige
2. sommigen

Hoewel we veel vrienden hebben, nodigen we de meeste/meesten niet uit voor ons zilveren huwelijksfeest.

1. meeste
2. meesten

Uit alle/allen reacties na de presentatie bleek dat weinige/weinigen zich hadden verveeld.

1. alle
2. allen

Uit alle/allen reacties na de presentatie bleek dat weinige/weinigen zich hadden verveeld.

1. weinige
2. weinigen

Wat vind je nog lastig?/Waar heb je nog moeite mee?