filosofie - inleiding

Filosofie
'Liefde voor wijsheid'
1 / 52
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Filosofie
'Liefde voor wijsheid'

Slide 1 - Slide


Filosofie


filos = zoon/vriend
filo = liefde tot
sofia = wijsheid



Slide 2 - Slide

Waarom?
  • Mythen zijn niet altijd waar

  • Antwoorden zoeken op vragen

  • Niet zomaar alles aannemen: kritisch en nieuwsgierig zijn en blijven!

  • Zelf ontdekken van de waarheid

  • Observeren

Slide 3 - Slide

Filosofen
'Vrienden van de wijsheid'
Filosofen willen hun kennis en wijsheid uitbreiden
'Liefde voor de wijsheid'

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


Natuurfilosofen


  • Eigenlijk de voorlopers van moderne wetenschappers.
  • Hebben belangrijke ontdekkingen gedaan, die (soms) vandaag de dag nog steeds kloppen.

Slide 7 - Slide

Filosofie van de Oudheid
lessen:
les 1 - Inleiding
les 2 - Natuurfilosofen
les 3 - Socrates
Les 4 - Plato en Aristoteles
Les 5 - Herhaling
Les 6 - Toets
begrippen:
  • filosofie - wijsbegeerte
  • oerstof 
  • mythologie
  • filosofische vraag
  • ethiek - goed en kwaad
  • god als onbewogen beweger

Slide 8 - Slide

Filosofen: de voorlopers van moderne wetenschappers. 

Hebben belangrijke ontdekkingen gedaan, die (soms) vandaag de dag nog steeds kloppen.
  • Archimedes> Eureka
  • Herodotus> geschiedenis
  • Pythagoras> wiskunde
  • Hippocartes> geneeskunde

Slide 9 - Slide

Van Mythe...
Stel je voor....
Van Mythe...

Stel je voor....

De wereld/natuur begrijpen door: 
  • Goden 
  • Orakels 
  • Magie
  • => Mythes 


(vóór 600 v Chr)

Slide 10 - Slide

Van Mythe...
Stel je voor....
 ...naar wetenschap           (500 v Chr)
  • Ook de mens en de samenleving begrijpen
  • => Socrates
  • "Wat is rechtvaardigheid?"
  • Kritische vragen

Socrates
Niet alleen de wereld/natuur begrijpen... 

Slide 11 - Slide

Van Mythe...
Stel je voor....
   ...naar wetenschap           (600 v Chr)
De wereld/natuur begrijpen door: 
  • observeren/ bestuderen
  • redeneren 
  • => Filosofen
  • => wetenschap 


Contact met volken met ander mythen zorgt voor twijfel. 
Thales van Milete

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Socrates


  • Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
  • Goed en kwaad (Ethiek)
  • Socratische manier van vragen stellen
  • Hij moest zelfmoord plegen.

Slide 14 - Slide

Uitspraken

  • Ik weet slechts één ding: dat ik niets weet. 
  • Onwetendheid is de bron van alle kwaad. 
  • Wijsheid begint met verwondering. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide


Plato


  • Leerling van Socrates
      Oprichter van de Akademeia 
      (Atheense academie - hoger onderwijs)
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
Ideeënleer
In deze periode richtte hij zich steeds meer op de ‘Ideeënleer’, het gedachtegoed dat er van alle dingen in het universum perfecte ‘Vormen’ of ‘Ideeën’ bestaan. Alles wat wij om ons heen zien in de wereld zijn echter slechts ‘afspiegelingen’ van deze ideaalbeelden, waardoor de meeste mensen denken de ‘echte’ Ideeën te kennen, maar dat in werkelijkheid niet doen. Deze perfecte vormen liggen namelijk diep opgeslagen in onze ziel, waardoor ze alleen door filosofen te bestuderen zijn.

Slide 18 - Slide

Het leven van Plato
  • Rijkste en meest politiek actieve gezin Athene
  • Plato kwam in aanraking met Socrates, zijn dood maakte         veel indruk
  • Plato wilde Socrates graag opvolgen
  • Na een tijdje reizen richtte hij de
      Akademeia op 
  • Ideale staat 

Slide 19 - Slide

Omschrijf in een aantal woorden hoe volgens jou een paard eruit ziet.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

De grot van Plato

Slide 22 - Slide

De allegorie van de grot
  • Illustratie van het verschil tussen schijnbare realiteit en echte kennis.

  • Gevangenen zien alleen schaduwen op de muur van de grot, vergelijkbaar met mensen die alleen de materiële wereld zien.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De twee-deling van de wereld

  • Wereld is verdeeld in de zintuiglijk waarneembare materiële wereld en de onzichtbare, eeuwige ideeënwereld.


Ideeën zijn eeuwige, onveranderlijke concepten of essenties.
Ze bestaan in de ideeënwereld en zijn de ware realiteit.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Ideeën (Vormen):

  • Ideeën zijn eeuwige, onveranderlijke concepten of essenties.

  • Ze bestaan in de ideeënwereld en zijn de ware realiteit.

Slide 27 - Slide


Aristoteles


  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige
  • Mens is sociaal wezen kan alleen in een polis-gemeenschap volmaaktheid vinden
  • Leraar Alexander de Grote

Slide 28 - Slide

Homo universalis
Hij was bekwaam in filosofie,
psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en
natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater etc..

Slide 29 - Slide

privéleraar
  • werd hij in ca. 342 v.Chr.  van de toen  veertienjarige Alexander
  • Later beter bekend als 'Alexander de Grote'.                   (tot ca. 340 v.Chr.)

Slide 30 - Slide

Ethiek
Doel:Gelukkig zijn!

Opgroeien tot een volwassen persoon die streeft naar geluk.

Slide 31 - Slide

Phronesis - Balans

Alle deugden hebben balans nodig 

Slide 32 - Slide

4 deugden - voor een goed leven
Voorzichtigheidook wel praktische wijsheid genoemd.
Matigheid - zelfbeheersing, betekent eenvoudig gematigdheid.
Moed is iets wat je soms nodig hebt als je bijvoorbeeld iets voor de eerste keer doet (denk aan zwemles of fietsen). Je moet je over je eventuele angst heen zetten en vertrouwen hebben in jezelf en degene die je het leert. Ook moed moet met mate, want overmoed leidt meestal tot ongelukken.
Gerechtigheid betekent dat je de ander moet geven wat hem toekomt; gewoon tegenover hem of haar zijn. Met andere woorden, je moet ook kijken naar wat goed is voor de gemeenschap en je moet een goede handelwijze volgen. Je moet eerlijk met anderen omgaan. Dus niet liegen of bedriegen of van anderen nemen wat van hun is.

Slide 33 - Slide

Kijken en Leren (Empirisme)
  • Hij leerde door te kijken en ervaring op te doen.


  • Aristoteles bestudeerde dieren en dacht na over hoe de wereld werkt.

Slide 34 - Slide

Vier Redenen voor Dingen:
Aristoteles dacht dat alles een reden heeft waarom het bestaat:
  • Waar is het van gemaakt? (Materiële reden)
  • Wat is de vorm? (Formele reden)
  • Wie heeft het gemaakt? (Efficiënte reden)
  • Waarom bestaat het (wat is het doel)? (Finale reden)

Slide 35 - Slide

Kritiek op Plato:
  • Hij was het niet eens met Plato's ideeënleer.

  • Aristoteles dacht dat ideeën niet apart bestaan, maar verbonden zijn met echte dingen.

Slide 36 - Slide

Kritiek
  • op de ideeënleer, want waarnemingen zijn de basis van ons denken.
  • Verwerping van het dualisme.
  • Rechtvaardige staat gebaseerd op rechtvaardige wetten en deugd.

Slide 37 - Slide

God is de onbewogen beweger.
De uiteindelijke oorzaak van alle zijn en van alle worden.

De ziel is geestelijk en blijft na de dood voortbestaan.



Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Een filosoof houdt zich bezig met:
A
De wereld om zich heen onderzoeken
B
Vragen stellen
C
Zoeken naar wijsheid
D
Alle terreinen van de wetenschap

Slide 40 - Quiz

Plato
Ideeënleer 
Ik weet dat ik niets weet
Onbewogen beweger
Socrates
Aristotoles

Slide 41 - Drag question

Goed of fout?
De filosofen zochten antwoord door zelf na te denken en niet de antwoorden bij de goden en mythologie te zoeken.

A
goed
B
fout

Slide 42 - Quiz

Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
timer
0:20
A
Goed
B
Fout

Slide 43 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van filosofen?
A
Plato-Aristoteles-Socrates
B
Aristoteles-Plato-Socrates
C
Socrates-Plato-Aristoteles
D
Socrates-Aristoteles-Plato

Slide 44 - Quiz

Welke stelling leer je nog steeds bij Wiskunde?

Slide 45 - Open question

Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 46 - Quiz

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 47 - Quiz

Socrates stelde vooral vragen die gingen over....?
A
Goed en kwaad
B
Aristocratie
C
Gifbekers
D
Liefde

Slide 48 - Quiz

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza

Slide 49 - Quiz

Griekse filosofen

Slide 50 - Mind map

Noem 2 dingen die je geleerd hebt vandaag.

Slide 51 - Open question

Noem 1 ding wat je nog niet zo goed begrepen hebt.

Slide 52 - Open question