8.1 Energiestromen

8.1 Energiestromen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8.1 Energiestromen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
a) Je kan de volgende begrippen omschrijven:
1. Duurzaamheid
2. Bruto / netto primaire productie
3. Voedselconversie
4. Biomassa

b) Je kan de volgende onderdelen met info tekenen: 
1. Voedselketen
2. Voedselweb
3. Energiepiramide

c) Je kan een piramide van energie verklaren

Slide 2 - Slide

Eerst: Voorkennis Quiz!

Slide 3 - Slide

Welke groep hoort bij nummer 1?
A
Reducenten
B
Afvaleters
C
Producenten
D
Consumenten

Slide 4 - Quiz

Welke rol spelen consumenten in een voedselkringloop?
A
Nemen mineralen op en maken organische stoffen
B
Zetten organische stoffen om in andere organische stoffen
C
Breken organische stoffen af tot mineralen
D
Nemen organische stoffen op en maken anorganische stoffen

Slide 5 - Quiz

Welke groep organismen vormt een populatie?
A
De planteneters op Ameland
B
De bomen in een park
C
De edelherten in de Oostvaardersplassen
D
De kruidachtige planten in een wegberm

Slide 6 - Quiz

De eekhoorn ondervindt veel invloeden, hoeveel abiotische invloeden tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoeveel voedselketens tel je?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quiz

Uit hoeveel voedselrelaties bestaat de kortste voedselketen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quiz

Bij het verdwijnen van welke dieren zijn de gevolgen voor andere dieren het grootst?
A
rups en muis
B
koolmees en bonte specht
C
havik en boommarter
D
havik en bonte specht

Slide 10 - Quiz

Je spreekt van een plaag als de meerderheid van de mensen last van een soort ervaart
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Je spreekt van een plaag als..
A
de meerderheid van de mens last van een soort ervaart
B
de populatiegrootte een bepaalde grens overschrijdt
C
populatiegrootte zo is dat 't ecosysteem het niet kan dragen

Slide 12 - Quiz

Welk proces is een (voortgezet) assimilatieproces?
A
het maken van aminozuren uit eiwitten
B
het maken van koolstofdioxide uit koolhydraten
C
het maken van zetmeel uit glucose
D
het maken van glucose uit glycogeen

Slide 13 - Quiz

Zuurstof, fosfaat, water, koolstofdioxide en nitraat zijn..
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Mind map

Lees blz. 269 en 270 

Slide 20 - Slide

Wat is het verschil tussen de bruto en de nettoproductie van een plant?

Slide 21 - Open question

BPP en NPP
Alle producenten in een ecosysteem:

Bruto primaire productie (BPP): De totale hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).

Netto primaire productie (NPP): De hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen. BPP – dissimilatie = NPP

Voedselconversie: Het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar het andere: de hoeveelheid voer die nodig is om de lichaamseigen organische stoffen van een organisme te laten toenemen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Waardoor verdwijnt er energie bij elke stap omhoog in een voedselketen? meerdere antw mogelijk
A
Niet alle organismen worden gegeten, maar gaan dood
B
Niet alle organische stoffen zijn verteerbaar (worden bv weer uitgepoept)
C
Organismen verbruiken energie (dissimilatie)
D
Reducenten verteren dode resten van planten en dieren

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Mind map

Slide 32 - Slide

Opdracht
- Maken 8.1 opdr. 1 t/m 11


Nog vragen over deze paragraaf of de opdrachten? 
Noteer in de volgende slide -->

Slide 33 - Slide

Hierover wil ik graag nog uitleg:

Slide 34 - Open question

1-I. Juist of onjuist? De netto primaire productie bij algen is gelijk aan de bruto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: consument 2e orde Boven: consument 1e orde
B
Onder: producent Boven: consument 3e orde
C
Onder: consument 1e orde Boven: producent
D
Onder: producent Boven: consument 1e orde

Slide 36 - Quiz

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.

Slide 37 - Quiz

Wat is de biomassa?
A
Het gewicht van alle organisme in een gebied
B
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme
C
De energie die wordt doorgegeven tussen organismes

Slide 38 - Quiz