Hoofdstuk 4 _7 mei

Welkom in de les
maandag en woensdag 


7-5-2025
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
maandag en woensdag 


7-5-2025

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het?


Hoe was je vakantie?

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het?


Het gaat heel goed/fantastisch/geweldig/super. ๐Ÿ˜
Het gaat goed.๐Ÿ˜Š
Het gaat niet goed.๐Ÿ™‚
Het gaat slecht/vreselijk. ๐Ÿ˜ญ

Slide 3 - Slide

Hoe was jouw vakantie?


Mijn vakantie was heel goed/fantastisch/geweldig/super. ๐Ÿ˜
Mijn vakantie was leuk.๐Ÿ˜Š
Mijn vakantie was  niet leuk.๐Ÿ™‚
Mijn vakantie was slecht/vreselijk. ๐Ÿ˜ญ

Slide 4 - Slide

websites toets oefenen (voor mijzelf)


https://www.adappel.nl/oefenexamens

https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-luisteren

https://www.youtube.com/watch?v=aJxF7HPizlw

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

zie word doc toets

Slide 7 - Slide

huiswerk
eerst bijvoeglijk naamwoord herhalen



Slide 8 - Slide

bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
groot, klein, duur, goedkoop, snel, moeilijk 

wat nog meer??
volgende sheet veranderen naar andere excel


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

korte klank
vol -volle
wit - witte

lange klank
leeg - lege
groot - grote

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

maak oefening 19, 20, zie word doc
36, bespreken

Slide 13 - Slide

Vraag en antwoord
Is de auto groot?  

Slide 14 - Slide

Vraag en antwoord
Is de auto groot?  

Ja, de auto is groot. (auto en groot is apart = zonder 'e')

Ja, dat is een grote auto. (groot en auto is samen = met 'e')

Slide 15 - Slide

Vraag en antwoord
Is de fiets duur? 

Slide 16 - Slide

Vraag en antwoord
Is de fiets duur? 

Ja, de fiets is duur. (zonder 'e') 

Ja, dat is een dure fiets. (duur en fiets is samen, dus met  'e')
(let op: 1 'u' !!!)

Slide 17 - Slide

Vraag en antwoord
Is de tas zwart? 

Slide 18 - Slide

Vraag en antwoord
Is de tas zwart? 

Ja, de tas is zwart.

Ja, het is een zwarte tas.

Slide 19 - Slide

Vraag en antwoord
Is de stoel wit? 

Slide 20 - Slide

Vraag en antwoord
Is de stoel wit? 

Ja, de stoel is wit.

Ja het is een witte stoel. 
let op!!! korte klank = dubbel 't'


Slide 21 - Slide

Vraag en antwoord
Is het boek oud?




Slide 22 - Slide

Vraag en antwoord
Is het boek oud?

Ja, het boek is oud.

Ja, het is een oud boek.
Let op!!!!!!: het boek, met 'een' = zonder 'e' 



Slide 23 - Slide

Vraag en antwoord
oef 21 blz 112, eerst schrijven, daarna in 2-tallen spreken en dan wisselen

Slide 24 - Slide

oefening 22
Ik heb hier (lekkere druiven)
Ze zijn ( geel en hard)
Het kost ...  per  ... kilo/stuk/..gram

Bijvoeglijk naamwoorden: bijvoorbeeld zuur, zacht, hard, rood, wit, etc

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

oef 21, 22 en daarna 23, (pak een praatplaat) 24

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

oef 24:

De ... zijn in de aanbieding.
De .... (bv appels) kosten 3 euro per kilo.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

voorzetsels oefenen
7.8 taalcompleet 

55 luisteren
maak 56,58, 59, 60, 61, 62

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

7.8 computeropdracht 5 en 6

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

4b blz 114 dialoog 1 en 2
1 x in zijn geheel zonder boek, vragen uitdelen en beantwoorden. nog 1 x luisteren zonder boek
1x met boek, vragen nakijken


dialoog b blz 116, 
1 x in zijn geheel zonder boek (schrijf de woorden op die je niet begrijpt)
1x met boek 

daarna oef 26 maken
daarna dialoog de weg vragen oefenen in 2-tallen


Slide 36 - Slide

taalhulp 117 luisteren zonder boek
daarna nog 1 x met boek
oef 28 :
1 luister en lees mee zonder boek
2.luister , lees mee en zeg na
3. luister en zeg na met boek

Slide 37 - Slide

oef 29
 de weg vragen buiten van catharina/daarna: oef 30

oef 31 (optioneel)

Slide 38 - Slide

taalhulp blz 122 en 123 luisteren

eerst zonder boek
daarna met boek
daarna zonder boek nalezen


daarna oef 32: daarna volgende x dialoog oefenen in de winkel

Slide 39 - Slide

ER/HIER/DAAR
Hier=dichtbij:  Ik ben hier.

Daar= verder weg: Hij woont daar. 

Er= algemeen: Ik werk er. Er zijn appels. Er ligt een bril op tafel.  

Slide 40 - Slide

samen oefenen: 
hier/daar/er????
Ik woon niet ver weg. Ik woon ....
Mijn tas ligt niet bij mij, maar ....
Werk jij ... nog steeds?
Kom ... zitten!
Ik werk niet meer ... Nu werk ik in Amsterdam
Het is gezellig ....
Zijn jullie al lang ....
De sleutels liggen niet ... Ze liggen op tafel.

Slide 41 - Slide

oef 34
deel 1 thuis als huiswerk

deel 2: samen spreken

Slide 42 - Slide

oef 34
deel 2: samen spreken

a)Welke soort winkel is de Aldi?
b) De Aldi is een supermarkt
a)Wat kan je daar kopen?
b) Je kunt er brood, ijs, melk kopen. 

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

oef 35 en 37 is huiswerk

Slide 45 - Slide

wie ben ik?
schrijf namen van de cursisten op een papier
1 persoon omschrijft de persoon op het papier
bv hij/zij heeft zwart haar,
 hij/zij draagt een witte trui,
 hij/zij draagt een blauwe spijkerbroek,
hij/zij heeft blond haar
hij/zij heeft een bril

Slide 46 - Slide

Wat eet ik? Vraag aan elkaar wat je eet?
ochtend = ontbijt: Wat eet je als ontbijt? Ik eet  ... als ontbijt.
middag = lunch: Wat eet je als lunch? Ik eet ... als lunch. 
avond = avondeten: Wat eet je als avondeten? Ik eet ... als avondeten.
snacks: Wat voor snacks eet jij?
drinken: Wat drink jij? 

Slide 47 - Slide

Wat vind jij lekker? Wat vind jij niet lekker?
samen spreken: eerst 1 cursist voor de klas/met de bal
Ik eet graag ....
Ik houd van ...
Ik vind .... lekker.

Ik vind .... niet lekker. 
Ik houd niet van ....

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Link

Slide 52 - Slide

https://www.tekenteam.nl/lesmateriaal/basisonderwijs/groep-7-8

Slide 53 - Slide