Modulen 10 Visualmerchandising week 1,2,3

Week 1,2,3      Visualmerchandising 

Thema 5:              Ik-verzorg de winkel
Modulen 10:        Visualmerchandising
B1-K2-W3:            Verzorgt de artikelpresentatie en /of Visualmerchandising
Doel:
De student kan uitleggen wat het begrip Visualmerchandising betekent en heeft kennis van de totale winkelpresentatie. 

1 / 80
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 80 slides, with interactive quizzes, text slides and 17 videos.

Items in this lesson

Week 1,2,3      Visualmerchandising 

Thema 5:              Ik-verzorg de winkel
Modulen 10:        Visualmerchandising
B1-K2-W3:            Verzorgt de artikelpresentatie en /of Visualmerchandising
Doel:
De student kan uitleggen wat het begrip Visualmerchandising betekent en heeft kennis van de totale winkelpresentatie. 

Slide 1 - Slide

Wat is visualmerchandising?
Visual merchandising Zijn presentatievormen van producten en diensten om de kenmerken en voordelen te benadrukken.

 

Het doel van visuele merchandising is om de klant aan te trekken, te betrekken en te motiveren om een ​​aankoop te doen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht in de les: Woord wolk
Woordwolk brainstorm visual merchandising
Wat weet jij al van visual merchandising? Welke woorden komen in je op als je denkt aan visual merchandising?
Schrijf zoveel mogelijk woorden op in een woordwolk.
Vergelijk jouw woordwolk met die van een medestudent. Wat komt overeen? Wat verschilt?  
Kijk straks de filmpjes en kijk of er woorden naar boven komen waar jullie niet aan hebben gedacht

Slide 4 - Slide

Wat is een visual merchandiser? 
Visual merchandiser is een ander woord voor etaleur. 

Wat zijn de taken van een visual merchandiser?
Een Visual merchandiser houdt zich voornamelijk bezig met de aankleding van etalages en de algehele presentatie van de verkoop locatie.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Filmpjes
 Kijk de volgende filmpjes van Juttu, Nike, en H&M en een meubelwinkel om te ontdekken wat het beroep Visual merchandiser inhoudt.   
Kijk naar de verschillen, wat spreekt jou het meeste aan?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Reader 
Hoofdstuk 1. Winkel interieur-exterieur
Werkwijze:                                     volg de lessen
Lezen:                                              reader blz. 9 t/m 13 
maken vragen:                             6 t/m 10 blz.34  + woordwolk
Leren:                                               begrippen reader


Slide 12 - Slide

Hoodfstuk 1. Winkel interieur-exterieur

Inhoud:
-winkelinterieur
-Etalage
-Winkel interieur
-Ruimtes
-Routing
-Verlichting
-Huisstijl
-Een geheel

Slide 13 - Slide

Winkel exterieur = Front

Slide 14 - Slide

Winkelexterieur
Het winkelexterieur is de buitenkant van de winkel. 
Het exterieur is heel belangrijk bij het trekken van de klant, omdat veel klanten nog niet precies weten wat ze gaan kopen. Bij een winkel met een aantrekkelijke buitenkant zullen de klanten eerder naar binnen gaan dan bij een winkel die er onaantrekkelijk uitziet.

Slide 15 - Slide

Winkelgevel en winkelingang
De winkel ingang is de voorkant van het gebouw. Bij sommige winkelketens herken je aan de winkelgevel direct welke winkel het is. Bij winkels van een winkelketen zijn de gevels van alle filialen in de zelfde kleuren geschilderd en er hangt bijvoorbeeld een lichtbak met de naam erop

Slide 16 - Slide

Winkelexterieur=Front =Winkelgevel

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Winkelingang/omgeving
WinkelingangDe plek waar de klant binnenkomt. Het is belangrijk dat de klant de winkelingang makkelijk kan vinden. De deur open laten staan geeft de indruk dat de klant welkom is 
Winkelomgeving: De winkelomgeving bestaat uit bijvoorbeeld uit, parkeergelegenheid, stoep, straat groenvoorziening en andere winkels. Als winkelier is het belangrijk de winkelomgeving aantrekkelijk te houden.

Slide 19 - Slide

Winkeliers overleggen vaak samen over hoe ze de winkelomgeving aantrekkelijk kunnen maken. Vaak beslist de winkeliervereniging hierover.

Slide 20 - Slide

Buitenpresentatie
Bij een buitenpresentatie zet de winkelier een aantal artikelen buiten. Dit kan hij doen door gebruik te maken van een presentatiemeubel, zoals een tafel met artikelen erop of een rek met kleding

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Buitenpresentatie
-Een buitenpresentatie trekt klanten en is verkoop bevorderend
-Buitenpresentaties zijn diefstalgevoelig
-Niet elke gemeente staat buitenpresentaties toe.
-Gemeenten heffen precariobelasting, voor het gebruik van openbare grond
-Buitenverkoop bij deze vorm verkoop je ook daadwerkelijk buiten (braderie).

Slide 23 - Slide

Een goede buiten presentatie nodigt de klant uit om naar binnen te gaan om nog meer artikelen van de winkel te bekijken.

Slide 24 - Slide

Etalage
Werkwijze:                          Volg de lessen
Lezen:                                   reader blz. 14 t/m 16
Maken vragen:                 11 t/m 14 blz. 34,35
                                 

Slide 25 - Slide

Etalage
De etalage is een belangrijk element van de frontpresentatie. De Etalage is de ruimte achter de winkelruit waar de goederen zijn uitgestald. Het is de bedoeling dat de goederen die je in de etalage ziet, een afspiegeling zijn van wat er in de winkel wordt verkocht.

In Nederland staat de Bijenkorf bekend om de mooiste etalages, zie de volgende filmpjes. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

De Etalage moet aansluiten bij de winkelformule:
Doelgroep:       De etalage moet de juiste doelgroep aanspreken.
Assortiment:   Het assortiment in de etalage moet een afspiegeling van wat                                   in de winkel kunt kopen.
Marktpositie:   Elke winkel bepaalt zijn marktpositie. Wil de winkel laag, hoog                                  of in het midden van de markt zitten?

Slide 29 - Slide

Door de etalages trekken winkels klanten aan die bij hun winkel passen.

Slide 30 - Slide

Doelgroep: De etalage toont wat er deze winter te koop is bij JD, passend bij de doelgroep.
Doelgroep: De Bijenkorf zet ook een kerst sfeer neer passend bij hun eigen doelgroep.

Slide 31 - Slide

Marktpositie: De winkel laat door sfeer en een luxe uitstraling zien dat deze in het hoge segment zit.
Assortiment: Het assortiment in de etalage komt overeen met wat je in de winkel verkoopt.

Slide 32 - Slide

Etalagevormen
-Gesloten etalage = dicht aan de achterkant je kunt van buiten  niet de winkel inkijken

-Halfgesloten etalage = Voor een deel afgeschut, je kunt voor    een deel de winkel in kijken

-Open etalage = een open etalage geeft helemaal zicht op de    verkoopruimte

Slide 33 - Slide

Gesloten Etalage

Slide 34 - Slide

Open etalage

Slide 35 - Slide

Winkel interieur
Werkwijze:            volg de lessen
Lezen: reader      blz. 17 t/m 18
Maken vragen:    blz. 15 t/m 16 blz. 35  

Slide 36 - Slide

Winkelinterieur 

Slide 37 - Slide

Winkelinterieur
-De binnenkant van de winkel noem je het interieur. 
-Het winkelinterieur moet aansluiten bij de winkelformule.
-De winkelinrichting is vaak voor een langere periode vastgesteld.
-Bij een goede winkelinrichting is aandacht besteed aan het ontwerp, van       het interieur. 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

De lay-out van de winkel
-De lay-out van de winkel is de indeling van de ruimte. De indeling moet overzichtelijk en herkenbaar voor de klant zijn en in overeenstemming met de winkelformule.

-Iedere vierkante meter winkeloppervlak kost geld. Er wordt huur betaald. De opbrengst van het vloeroppervlak is een belangrijk gegeven bij de indeling van de winkel.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Ruimtes
-Verkoopruimte 
-Serviceruimte
-Operationele ruimte
-Kassaruimte

Slide 42 - Slide

Ruimtes
Werkwijze:            volg de lessen
Lezen:                     reader blz. 19 t/m 21
Maken vragen:    blz. 17 t/m 19 blz. 36  

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Verkoopruimte
De verkoopruimte is het deel van de winkel dat wordt gebruikt om de artikelen te presenteren. Hier komen klanten winkelen.

Slide 45 - Slide

Serviceruimte
De serviceruimte is het vloeroppervlak dat is gereserveerd om service te kunnen verlenen

Slide 46 - Slide

Kassaruimte
De grootte van een kassaruimte is mede afhankelijk van de artikelen die je verkoopt.

Slide 47 - Slide

Routing
Met de routing wordt de looproute in de winkel bedoeld. Bij de inrichting van de winkel moet je rekening houden met het creëren van looppaden waardoor de klant zo doelmatig mogelijk door de winkel wordt geleid. De klant wordt eigenlijk langs alle artikelen geleid voor hij de winkel weer verlaat

Slide 48 - Slide

Routing
Werkwijze:                volg de lessen
Lezen:                         reader blz. 26 t/m 21
Maken vragen:        blz. 20 t/m 22 blz. 36  

Slide 49 - Slide

Routing

Slide 50 - Slide

Soorten routing
Looppadenpatroon= Paden met wegbewijzering, looproute met kleuren op de vloer aangegeven
Gedwongen routing=In sommige winkels kun je echt maar een richting uit lopen meestal langs alle producten
Vrijerouting=In deze winkels kun je als klant zelf bepalen hoe je door de winkel loopt. Dit noem je Circuleren.

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Video

Een goede routing creëert verkoopkansen door rekening te houden met het winkel gedrag van klanten. Denk aan............
-Klanten die de winkel binnenkomen, moeten zich eerst oriënteren. Ga ervan uit dat zij de eerste vijf meters nog niet bezig zijn om iets te kopen.

-Klanten zijn vooral rechts georiënteerd als ze artikelen pakken. ze houden in het looppad automatisch rechts aan.

-Veel klanten houden niet van lange rechten paden

-Veel klanten doen aan omtrek winkelen. zij kiezen vooral voor de buitenste looppaden en mijden de binnenste looppaden

Slide 53 - Slide

Sterke plekken in de routing:

plekken waar de klant langzaam loopt, even stilstaat of waar zijn aandacht wordt getrokken bijvoorbeeld:

-Afrekenpunt
-Kopstelling
-Schap op ooghoogte
Zwakke plekken in de routing:

-eerste paar meter wandstelling nadat de je de winkel bent binnen gekomen
-De binnenste looppaden
-De linkerkant looppaden
-De achterwand van de winkel
-De hogere en lagere schappen in een stelling of meubel

Slide 54 - Slide

Opdracht klassikaal 
Bekijk de volgende 2 filmpjes  

-Kies een filmpje en vorm je eigen mening, beschrijf met vijf argumenten waarom je deze mening hebt. 
-Beschrijf hoe jij als winkelmedewerker hiermee om zou gaan.
-Deel je mening met je klasgenoten.

(Duur opdracht max 20 minuten)

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Video

Slide 57 - Video

Presentatiehoogte
Je kunt invloed uitoefenen door het artikel op een bepaalde hoogte te plaatsen. Afhankelijk van het soort artikel plaats je de artikelen op een bepaalde presentatiehoogte.
-Het schap op ooghoogte (1.20 en 1.60 meter) noem je ook wel het gouden schap omdat artikelen op ooghoogte het beste  verkopen.

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Verlichting
Werkwijze:                  volg de lessen
Lezen:                           reader blz. 27 t/m 29
maken vragen:          23 t/m 24 blz. 36
Leren:                            begrippen reader

Slide 60 - Slide

Verlichting
Goede verlichting zorgt voor prettig winkelen. Het geeft sfeer en versterkt de routing. Meestal kun je verschillende lichtbronnen apart aan-of uitschakelen. Veel winkels werken met een verlichtingsplan. De gekozen verlichting moet passen bij de formule.

-Basisverlichting
-Accentverlichting
-Etalageverlichting

Slide 61 - Slide

Slide 62 - Video

Slide 63 - Slide

In een verlichtingsplan heb je vaak de volgende mogelijkheden
Basisverlichting= Wanneer de winkel gesloten is en er wel medewerkers aan het werk zijn, wordt de basisverlichting ingeschakeld. 
Accentverlichting=Met accentverlichting kun je de aandacht vestigen op een gedeelte van de collectie. Het geeft sfeer en vraagt extra aandacht. Deze staat aan als de winkel open is.
Etalageverlichting=De etalage moet je goed verlichten zodat deze goed opvalt. 
 

Slide 64 - Slide

Filmpjes
Bekijk de volgende filmpjes
De mogelijkheden en toepassingen zijn oneindig!
let hierbij op de vormen, kleuren en materialen.



Slide 65 - Slide

Slide 66 - Video

Slide 67 - Video

Een geheel
Werkwijze:             volg de lessen
Lezen:                      reader blz. 29 t/m 31
Maak vraag:           25 blz. 36  

Slide 68 - Slide

Een geheel
Het exterieur en het interieur van de winkel horen bijelkaar, ze vormen samen een geheel. Hierbij spelen winkelformule, verkoopsysteem en huisstijl een belangrijke rol.

Slide 69 - Slide

Huisstijl
Vormen, kleurgebruik en materialen zijn onderdelen van de huisstijl. De huisstijl leidt tot een duidelijk herkenbaar beeld van de winkelformule.

Belangrijke onderdelen van de huisstijl:
-Logo
-Aankleding
-Verpakking

Slide 70 - Slide

Een geheel
Om het winkel interieur en -exterieur op elkaar af te laten stemmen zijn de volgende zaken van belang:

-Vormen
-Kleurgebruik
-Materialen

Slide 71 - Slide

1

Slide 72 - Video

Slide 73 - Video

Welk Onderdeel valt niet Onder de huisstijl?
A
Aankleding
B
basisverlichting
C
Logo
D
kleurgebruik

Slide 74 - Quiz

Welke etalage vorm bestaat niet?
A
Gesloten etalage
B
Halfgesloten etalage
C
Open etalage
D
Dichte etalage

Slide 75 - Quiz

De frontpresentatie maakt een goede presentatie van de winkel compleet. Welk onderdeel hoort er niet bij?
A
paskamers
B
gevel & pui
C
winkelingang
D
etalage

Slide 76 - Quiz

Wat is precariobelasting?
A
vergoeding voor het gebruik van openbare toiletten
B
Belasting als vergoeding voor het gebruik van openbare grond
C
vergoeding voor het gebruik van het netwerk
D
vergoeding voor het gebruik van fietsenrekken

Slide 77 - Quiz

Om de lay-out van een winkel overzichtelijk in te delen maak je gebruik van ruimtes. Welke hoort hier niet bij?
A
verkoopruimte
B
serviceruimte
C
kassaruimte
D
buitenruimte

Slide 78 - Quiz

Je hebt verschillende soorten hoogte in het schap welke hoort er niet bij
A
reikhoogte
B
grijphoogte
C
kruiphoogte
D
ooghoogte

Slide 79 - Quiz

Eind Opdracht in de reader
-Je gaat in groepjes van drie aan een artikelpresentatie werken. Elk groepje gaat het zelfde artikel presenteren, namelijk een schoonmaak artikel/sportschoen. 
-Maak een schets van het beste idee dat jullie hebben bedacht. 
-Maak een lijst van materialen die jullie nodig hebben voor deze presentatie.
-Beoordeel de schets van een andere groep en laat die groep jullie schets beoordelen.
Gebruik je fantasie en kleur!


Slide 80 - Slide