Persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp

Persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm: zin vragend maken, of andere tijd
Onderwerp: wie/wat + persoonsvorm
Lijdend voorwerp: wie/wat + persoonsvorm + onderwerp

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Voorbeeld:
De juf maakt een schilderij

Persoonsvorm: maakt
Onderwerp: de juf
Lijdend voorwerp: een schilderij 

Slide 4 - Slide

Ik wil liever een fiets hebben
Persoonsvorm: ........
Onderwerp:..........
Lijdend voorwerp:.........

Slide 5 - Slide

Nu jullie
persoonsvorm: pv
Onderwerp: o
Lijdend voorwerp: lv

Slide 6 - Slide

Mijn broer koopt nieuwe cd's. (pv)

Slide 7 - Open question

Zij ziet in de etalage een mooie jas. (pv)

Slide 8 - Open question

De kinderen rennen een rondje. (pv)

Slide 9 - Open question

De leerling haalt koffie voor de meester en juf. (o)

Slide 10 - Open question

De stoelen staan allemaal op een andere plek. (o)

Slide 11 - Open question

De vogels maken weer nestjes. (o)

Slide 12 - Open question

De les is nog niet klaar. (o)

Slide 13 - Open question

De kinderen lezen een mooi boek. (o)

Slide 14 - Open question

Morgen koop ik een nieuwe Playstation 5. (lv)

Slide 15 - Open question

Aafke eet elke ochtend een boterham met pindakaas. (lv)

Slide 16 - Open question

De kinderen krijgen een traktatie. (lv)

Slide 17 - Open question

De bomen krijgen weer knoppen. (lv)

Slide 18 - Open question

De leerling gaf een mooi compliment. (pv, o en lv)

Slide 19 - Open question

Gisteren kreeg Henk een nieuwe fiets. (pv, o en lv)

Slide 20 - Open question