palliatief/terminaal

Palliatief en terminale zorg
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Palliatief en terminale zorg

Slide 1 - Slide

Welke vier dimensies kent men in de palliatieve (en terminale) zorg?
A
Lichamelijk, psychisch, psyco-sociaal en somatisch
B
Lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel
C
Lichamelijk, sociaal, spiritueel en welbevinden
D
Somatisch, sociaal, spiritueel en welbevinden

Slide 2 - Quiz


Bij de psychische dimensie horen alle vragen over zingeving, religie, verlies van autonomie, de eindigheid van het leven en de vraag waarom dit juist deze zorgvrager overkomt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wanneer de levensverwachting > 3 maanden is, is er sprake van terminale zorg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Op welke uitgangspunt is de palliatieve zorg gebaseerd?
A
Verlengen van het leven
B
Verhogen kwaliteit van leven

Slide 5 - Quiz

Op welke uitgangspunt is de palliatieve zorg gebaseerd?
- Verhogen kwaliteit van leven;
- Verzachten van de pijn;
- Bestrijden van symptomen. 

Slide 6 - Slide

Het stervensproces begint meestal doordat het hart minder krachtig gaat kloppen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Verminderde doorbloeding heeft

Slide 8 - Slide

Wat betekent 'rigor mortis'?
A
Lijkvlekken
B
Lijkstijfheid

Slide 9 - Quiz

Rigor mortis
Dit ontstaat het eerst in de kaken, oogleden en de nek en verspreidt zich dan verder over het hele lichaam. Na ongeveer 6 uur is het lichaam volledig stijf. Na ongeveer 24 uur beginnen eiwitten de spieren op te lossen waardoor de lijkstijfheid verdwijnt. Na 48 uur is het lichaam weer volledig slap. Het lichaam gaat na het overlijden direct over tot ontbinden. Dit is niet direct zichtbaar. Door de overledene te koelen wordt dit proces vertraagd.

Slide 10 - Slide

Ongeveer 24 uur voor het moment van overlijden komen er meer symptomen bij die duidelijk maken dat de zorgvrager snel zal overlijden.
Welke symptomen worden hier bedoeld?
A
Delier
B
Reutelende ademhaling

Slide 11 - Quiz

Andere symptomen 
Meer oppervlakkigere ademhaling (saturatiedaling);
Reutelende ademhaling
Cheyne-stokes-ademhaling
Daardoor meer bewustzijnsverlies;
Zwakkere pols en bloeddrukdaling
Lijkvlekken
Troebele ogen / verwijde pupillen


Slide 12 - Slide

Er wordt gesproken van een ... dood als de hartslag en ademhaling maximaal 5/10 minuten afwezig zijn.
A
Klinische dood
B
Biologische dood
C
Hersendood
D
Juridische dood

Slide 13 - Quiz

Wat betekent een 'abstinerend beleid'?

Slide 14 - Open question

Abstinerend beleid is het staken van zinloos medisch of levensverlengend handelen.

Slide 15 - Slide

Het verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase heet
A
Euthanasie
B
Versterven
C
Palliatieve sedatie
D
Symptoombestrijding

Slide 16 - Quiz

Signalen naderend
levenseinde

Slide 17 - Mind map

voorbeelden:
  •  niet (of nauwelijks) meer eten en drinken
• ernstige vermoeidheid en zwakte
• verminderde urineproductie
• snelle, zwakke pols
• koude ledematen (soms vlekken op de huid)
• verminderd bewustzijn
• toenemende desoriëntatie en soms ook onrust
• reutelende ademhaling
• onregelmatige ademhaling

Slide 18 - Slide

Een existentiële crisis is een situatie waarbij de zorgvrager alle zekerheden die hij in het leven had, volledig kwijt is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Zorg in de terminale fase:
Wat vind jij belangrijk?

Slide 20 - Mind map

Informatie en luisteren
Luisteren naar behoeftes en informatie afstemmen 
Blijven praten
Bijv. informatie over veranderd bewustzijn, veranderende ademhaling ( informatie over de cheyne-stokes-ademhaling (= niet stikken), reutelen), informatie over medicatie (midazolam, morfine), rust, meer zweten, koude handen, benen, armen, neus
Veranderingen in het gedrag (onrust)

Slide 21 - Slide

Wat is geen fase uit het rouwproces van Kubler Ross?
A
Ontkenning
B
Weglachen
C
Woede
D
Aanvaarding

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

De fasen van Elisabeth Kübler-Ross worden in een vaste volgorde doorlopen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Rituelen: de toediening van het sacrament der zieken, kaarsen, een crucifix en wijwater behoort tot
A
Katholieken
B
Boedhisme
C
Protestanten
D
Moslims

Slide 25 - Quiz

Rituele wassing behoren bij de
A
Protestanten
B
Moslims

Slide 26 - Quiz

Complementaire zorg: welke interventies hebben een positief effect op het welbevinden van een zorgvrager?
(meer antwoorden zijn goed)
A
Massage
B
Toepassen etherische olie
C
Ontspanningsoefeningen
D
Luisteren naar muziek

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide