Triple C

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom 
  •  Digibib 
  • Module 7 
  • Triple C 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

DOELEN
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat Triple C is.
  • Weet je hoe het behandelhuis is opgebouwd.
  • Ken je de doelen, visie en werkwijze van Triple C.
  • Heb je een eigen mening kunnen vormen over deze methode. 
  • Wedstrijd 

Slide 4 - Slide

FILM


Bekijk het filmpje op de volgende dia. 

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Wat denk je dat de mensen in het filmpje willen bereiken in hun werk als begeleider?

Slide 7 - Open question

Wat is Triple C? 

Slide 8 - Slide

TRIPLE C
"Het gewone leven ervaren". 

Triple-C is een behandelmodel voor mensen met (verstandelijke) beperkingen die daarnaast gedragsproblemen of psychische problemen hebben. 

Slide 9 - Slide

De drie C’s van Triple-C staan voor:
      Cliënt
      Coach 
      Competentie
In de positieve relatie tussen Client en Coach kan de client Competenties ontwikkelen die betekenis en zin geven.

Slide 10 - Slide

Cliënten ervaren het gewone leven door:
- Uit te gaan van hun menselijke behoeften

- Een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie aan te gaan

- Samen te werken aan betekenisvolle daginvulling (competentieopbouw)

- Anders kijken naar probleemgedrag en het aanpakken van onderliggende oorzaken.

Slide 11 - Slide

Hoe en wanneer is Triple C ontstaan? 

Slide 12 - Slide

De grondleggers van de visie Triple-C zijn Hans van Wouwe en Dick van de Weerd. Beide werkzaam bij het ASVZ* in Sliedrecht.
 
In het boek: “Het gewone leven ervaren, Triple-C in theorie en praktijk” beschrijven zij een casus rondom een cliënt. Een cliënt met een ernstige vorm van autisme, gecombineerd met hevige zelfverwonding en agressie. Dagbesteding lukte niet meer, hij kreeg dempende medicatie en zat in een rolstoel terwijl hij kon lopen. Kortom, nauwelijks perspectief en een menswaardig bestaan.

“Ook al wisten we niet hoe het wel moest – een ding was zeker: zoals wij toen met hem omgingen moest het niet. Het moest anders.”


Vanaf de jaren negentig is er binnen de ASVZ* een orthopedagogisch model ontwikkeld: Triple-C. Tot op de dag van vandaag wordt deze visie doorontwikkeld vanuit de dagelijkse praktijk.

Slide 13 - Slide

* Het ASVZ is een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. 
ASVZ staat voor Stichting Algemene Vakantiehuizen en is opgericht in 1969




https://www.asvz.nl/

Slide 14 - Slide

Hoe ziet de Triple C methode er uit? 

Slide 15 - Slide

Triple-C Behandelhuis
Het gedachtegoed van Triple-C is verbeeld in het Triple-C Behandelhuis.

Het belangrijkste uitgangspunt van Triple-C is dat cliënten met een verstandelijke beperking of een psychiatrische stoornis mensen zijn en dus ook menselijke behoeften hebben. 

Begeleiding en behandeling volgens Triple-C is volledig gericht op beantwoorden aan – en vervullen van menselijke behoeften van cliënten.   
Door te werken aan een onvoorwaardelijke en gelijkwaardige ondersteuningsrelatie. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Fundament
Wat betekend fundament?

In de "van Dale online" wordt fundament omschreven als:
"ondergronds, ondersteunend deel van een gebouw"

Slide 18 - Slide

Wat wordt er met "fundament" bedoelt als je kijkt naar het behandelhuis?

Slide 19 - Open question

Ieder mens heeft zijn menselijke behoeftes. 
Wij hebben dit nodig om te kunnen functioneren. 


De menselijke behoeftes zijn de basis voor ons allen, het is ons fundament. 

Slide 20 - Slide

Kun je voorbeelden geven bij de menselijke behoeftes? 

Sleep op de volgende dia het voorbeeld naar de juiste behoefte. 

Slide 21 - Slide

Fysieke behoefte
Emotionele behoefte
Mentale behoefte
Zingevende behoefte
wat je nodig hebt om in leven te blijven zoals eten, een huis en warmte.
Je kan vreugde boosheid, angst, verdriet, frustratie, onmacht, genot of liefde voelen. 
Je gedachten krijgen vorm. Je vormt een beeld over jezelf en de wereld.  
Wat ik doe, doet er toe én vind ik leuk om te doen

Slide 22 - Drag question

Pijlers en doelen
Zoals je ziet hebben de pijlers en de doelen in het behandelhuis veel met elkaar gemeen. 

De pijlers zijn datgene WAT de methode wil bereiken
De doelen staan voor HOE de methode dat wil bereiken. 

Slide 23 - Slide

Relatieopbouw; 
Onvoorwaardelijke ondersteuning. 
Door sensitief en responsief aan te sluiten bij de behoeften van de cliënt bouwt de begeleider een relatie op met de cliënt.

De begeleider biedt onvoorwaardelijke ondersteuning

Hij is en blijft altijd betrouwbaar voor de cliënt. 
Hun vertrouwensrelatie groeit en fungeert als buffer tegen stress.

Slide 24 - Slide

Binnen de relatieopbouw zijn er 3 fasen:

1: kennismaken en opbouwen van een relatie.
2: een betrouwbare omgeving creëren (stressreductie).
3: relationele autonomie (optimale zelfstandigheid met ondersteuning)
  
Door samen dingen te doen en te bereiken, doen mensen succeservaringen op en groeit zelfvertrouwen. 

Activiteiten sluiten aan bij het niveau (niet te laag, niet te moeilijk) en met hulp kunnen mensen zich ontwikkelen en beter worden. 
Deze activiteiten beslaan het terrein van zelfzorg, wonen, werken & leren en vrije tijd.

Slide 25 - Slide

Afbeelding
Relatieopbouw

Slide 26 - Slide

Kijk nog eens goed naar de afbeelding relatieopbouw op de vorige dia.

Leg dit model zo goed mogelijk uit.

Slide 27 - Open question

Competentieopbouw; 
Betekenisvolle daginvulling. 
Cliënten ervaren het gewone leven aan de hand van een volledig dagprogramma dat bestaat uit betekenisvolle activiteiten op de competentiegebieden: Zelfzorg, Wonen, Werk/Scholing en Vrije tijd.

Binnen deze vier gebieden krijgen cliënten uitdagingen, taken en verantwoordelijkheden waardoor ze competenties opbouwen. 

De begeleider zorgt ervoor dat de relatie – ongeacht het gedrag – in stand blijft én dat de activiteit succesvol wordt afgerond. 
Daardoor ontwikkelt de cliënt meer vertrouwen in de ander en in zichzelf en groeit ook zijn (gevoel van) competentie.

Slide 28 - Slide

De vier vlakken op iedere piramide geven weer dat een cliënt, ondersteund
door een medewerker competenties opbouwt op de volgende gebieden:
Zelfzorg, vrije tijd,wonen en werk/scholing. 

Slide 29 - Slide

Anders kijken naar probleemgedrag.
Probleemgedrag wordt in de methode bekeken als het topje van de ijsberg: als resultaat van onvervulde menselijke behoeften. 

Het topje is zichtbaar (het gedrag van de client). 
Dat wat je ziet
van de cliënt hoeft niet de reden van het gedrag te zijn. 
Er zitten redenen achter het gedrag, het ‘onzichtbare gedeelte’ van de ijsberg dat onder water verscholen ligt.

Slide 30 - Slide

Redenen voor (moeilijk verstaanbaar) gedrag van
cliënten kunnen zijn: de verstandelijke
beperking, een psychiatrische aandoening,
gehechtheidproblematiek, verlieservaringen, etc

Slide 31 - Slide

Cliënten hebben er baat bij dat er niet te nadrukkelijk stil wordt gestaan bij
het ongewenste gedrag en dat ze zo snel mogelijk weer op het spoor gezet
worden van hun normale bezigheden. 

Ze worden dan gewezen op het
wenselijke gedrag dat gericht is op de hier-en-nu situatie. 
Er wordt samengewerkt aan het tot stand brengen van een normale gang van zaken.
Dit wordt ook wel vanzelfsprekende begeleiding genoemd. 

We spreken wel van een ABC-tje. 
Het ABC-tje

Slide 32 - Slide

Bij elke Activiteit wordt de Cliënt ondersteund door een  Begeleider waarbij sprake is van een voortdurende dialoog. 

De begeleider is  ondersteunend en complementair en garandeert min of meer dat de activiteit van de cliënt slaagt. 

Met het ABC-tje creëer je succeservaringen voor de client. 

Slide 33 - Slide

Herstel van gewone leven. 
Door met de cliënt te werken aan de doelen van de methode wordt uiteindelijk het "normale" leven (weer) ervaren bij de cliënt.

Slide 34 - Slide

FILM
Hoe werkt Triple C in de praktijk? 

Bekijk de film op de volgende dia. 

Slide 35 - Slide

0

Slide 36 - Video

Je hebt in deze les geleerd over de methode Triple C en hoe deze is opgebouwd. 

Maar wat vind je nu zelf van deze methode?
Schrijf op de volgende dia je eigen bevindingen van Triple C. 






Slide 37 - Slide

Opdracht 
Je maakt in groepjes van 4 een kruiswoordpuzzel met begrippen.
 
Je maakt eerst een lijst met minimaal 10 begrippen, woorden of personen die in de puzzel verwerkt gaan worden. Vervolgens verzin je per begrip etc een vraag, waarop het begrip etc de antwoord is.

De vraag mag niet meer dan 2 zinnen zijn. Op papier of online maak je de puzzel, de versie met de antwoorden zodat je weet dat hij klopt en een lege versie voor medestudenten.

Het groepje die als eerst klaar is wint een drankje uit de automaat

Slide 38 - Slide