Quiz Par 3.1 en 3.2 Steden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Stellingenquiz Par 3.1 en 3.2 Steden

Beoordeel de volgende stellingen met juist of onjuist! 

Met meer dan 200.000 inwoners spreek je in Nederland van grote steden

1. Juist
2. Onjuist

Geen enkele gemeente in Nederland heeft meer dan 1 miljoen inwoners

1. Juist
2. Onjuist

Een agglomeratie is groter dan een stadsgewest

1. Juist
2. Onjuist

Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn de drie grootse stadsgewesten in Nederland

1. Juist
2. Onjuist

Relaties in een stedelijk gebied gaan tussen wonen-werken en wonen-voorzieningen

1. Juist
2. Onjuist

Historische binnensteden dateren uit de middeleeuwen

1. Juist
2. Onjuist

De woonfunctie is in een historische binnenstad het belangrijkst.

1. Juist
2. Onjuist

De historische binnenstad is in elke Nederlandse stad aanwezig.

1. Juist
2. Onjuist

Alle grote steden hebben een centrale zakenwijk (CBD)

1. Juist
2. Onjuist

Negentien-eeuwse-arbeiderswijken kenmerken zich en smalle straatjes en weinig groen.

1. Juist
2. Onjuist

Alle woningen die eind 19e eeuw zijn gebouwd waren klein.

1. Juist
2. Onjuist

Vooroorlogse stadswijken hebben kwalitatief slechtere woningen dan in 19e-eeuwse stadswijken

1. Juist
2. Onjuist

Tuindorpen zijn ontstaan na de Tweede Wereldoorlog

1. Juist
2. Onjuist

Door de babyboom ontstond er in de jaren '50 enorme woningnood

1. Juist
2. Onjuist

Een voorbeeld van snelle huisvesting in de jaren '60 en '70 zijn etage- en portiekflats.

1. Juist
2. Onjuist

Woonerven en bloemkoolwijken kenmerken zich door een recht en strak wegenpatroon

1. Juist
2. Onjuist

Groeikernen zijn plekken buiten de stad die werden aangewezen waar mensen niet mochten vestigen.

1. Juist
2. Onjuist

Met name rijke ouderen suburbaniseerden vanaf de jaren '70 naar kleinere dorpen buiten de grote stad.

1. Juist
2. Onjuist

Een gevolg van de suburbanisatie is een verpaupering van oude stadswijken in de centrale stad

1. Juist
2. Onjuist

Om de suburbanisatie te stoppen voerde de overheid het compacte stad beleid in.

1. Juist
2. Onjuist

VINEX-locaties zijn klein opgezette wijken midden in de centrale stad

1. Juist
2. Onjuist

De woningen en bewoners van wijken in veel grote Nederlandse steden zijn vrij homogeen.

1. Juist
2. Onjuist

Het buurtprofiel bestaat uit woningkenmerken, bewonerskenmerken en de buurtvoorzieningen

1. Juist
2. Onjuist

Woningkenmerken zijn onder andere de ouderdom, de staat van onderhoud en de woningtype

1. Juist
2. Onjuist

Bewonerskenmerken zijn onder andere eigendom, leeftijd en grootte huishoudens.

1. Juist
2. Onjuist

Sociale cohesie wordt vergroot als mensen elkaar in wijkvoorzieningen kunnen ontmoeren

1. Juist
2. Onjuist

Objectieve veiligheid is meetbaar, sociale veiligheid niet.

1. Juist
2. Onjuist

Bij stadsvernieuwing is er sprake van sloop en een verandering van de bestaande woningvoorraad.

1. Juist
2. Onjuist

Bij herstructurering is er vaak sprake van een verandering van de functie van de gebouwde omgeving.

1. Juist
2. Onjuist