Open en gesloten vragen

Communicatie
les 3; Open en Gesloten vragen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Communicatie
les 3; Open en Gesloten vragen

Slide 1 - Slide

Terugblik
les 1:
 communicatieschema
Verbaal  en non- verbaal communiceren

Les 2:
Feedback geven en ontvangen

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik les 1 en 2 
- Open, Gesloten en keuzevragen
- Hoe maak je van een gesloten vraag een open vraag?
- Oefenen

Slide 3 - Slide

Open en gesloten vragen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Open vragen 

Slide 6 - Slide

Open vraag

De ander moet wat meer vertellen, er komt een langere zin of uitleg

Bijvoorbeeld:
Wat zou je graag willen eten?


Slide 7 - Slide

Gesloten vraag
Je kunt het beantwoorden met ja of nee 

Bijvoorbeeld:
Heb je honger?

Slide 8 - Slide

Gesloten vragen

Slide 9 - Slide

Keuzevraag
Een vraag waarbij je uit een paar antwoorden één kiest.

bijvoorbeeld:
Wil je pizza, patat of spaghetti eten?


Slide 10 - Slide

Keuze vragen
Wil je koffie of thee?


Slide 11 - Slide

Is het een gesloten, open of keuze vraag? 

Slide 12 - Slide

Wil je binnen of buiten spelen?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 13 - Quiz

Wat wil je drinken?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 14 - Quiz

Wil je aardbei of chocolade taart?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 15 - Quiz

Wat hebben jullie gedaan dit weekend?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 16 - Quiz

Heb je nog veel pijn aan je knie?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 17 - Quiz

Wil je knutselen of muziek spelen?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 18 - Quiz

Waar loop je stage?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 19 - Quiz

Wat is goed en wat is minder goed aan open en gesloten vragen?

Slide 20 - Slide

Goed en minder goed / gesloten vragen
goed
- het antwoord is duidelijk, geen gedraai eromheen
- je kunt met een gesloten vraag iets samenvatten
(b.v. Je bent dus erg tevreden over je school?)

minder goed
- je krijgt weinig info, waardoor je je gesprekspartner niet goed zult kunnen begrijpen, dus kans op miscommunicatie

Slide 21 - Slide

Goed en minder goed open vragen
Goed
Door middel van open vragen, creëer je in een gesprek:
- meer sfeer;
- je krijgt meer informatie, waarop je kunt doorvragen;

Minder goed
Als iemand zeer makkelijk praat, blijft diegene maar kletsen.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

oefen met open vragen stellen
Tweetallen
Jullie krijgen een kaartje met een beroep erop
een heeft het kaart (niet laten zien!)
de ander raad het beroep door open vragen te stellen

Slide 24 - Slide

voorbeelden open vragen
Wat vind jij leuk aan je werk?
Wat doe je op een werkdag?
Hoe ziet jouw werkdag eruit?
Wat moet je goed kunnen voor dit werk?
Waarom heb je dit beroep gekozen?
Wat vind je moeilijk aan dit werk?
Met wie werk je samen?
Waar werk je meestal?
Wat doe je precies op je werk?
Hoe begin jij je werkdag? 



Slide 25 - Slide

Opdracht
Bedenk zelf een open en een gesloten vraag die je aan een client zou kunnen stellen bij het eten?

Slide 26 - Slide

Wil je nog wat drinken?

Slide 27 - Open question

Maak van de gesloten vraag een open vraag.

Slide 28 - Slide

Ga je vanavond nog trainen?

Slide 29 - Open question

Begrijp je wat ik bedoel?

Slide 30 - Open question

Feedback

Slide 31 - Slide

Heb je zin in een wandeling?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
Keuze vraag

Slide 32 - Quiz