H4 Thema 5 basisstof 5: impulsgeleiding + basisstof 6: spieren en beweging

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Hoe werken je spieren?
En wat hebben je zenuwen daar mee te maken?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
  • Waar waren we ook alweer mee bezig?
  • Huiswerk bespreken
  • Impulsgeleiding uitbeelden
  • Basisstof 6: spieren en beweging
  • afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • 5.5.1 Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.
  • 5.5.2 Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt.
  • 5.6.1 Je kunt de bouw en functie van glad spierweefsel en dwarsgestreept spierweefsel beschrijven.
  • 5.6.2 Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.
  • 5.6.3 Je kunt de effecten van training, revalidatie en dopinggebruik uitleggen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 5: Impulsgeleiding

Thema 5: Regeling

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

hersenschors
hersenstam
kleine hersenen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Het verwijden/vernauwen van je bloedvaten wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Het strekken van je been wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Indeling op functie
Zenuwstelsel
Animaal
Autonoom (vegetatief)
Staat niet onder invloed van wil
Orthosympatisch
energie
Parasympatisch
rust & herstel
Zenuwstelsel: Indeling op functie
BINAS 88B

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welk type zenuwcel heeft korte dendrieten en een lang axon?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Bouw zenuwcel
In de basis is elke zenuwcel gelijk
  • Bij de dendrieten komt een impuls binnen (naar celkern toe)
  • Via een axon wordt een impuls verstuurd (van celkern af).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bewegings-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Route van impulsen door zenuwen:
Dendriet
Axon
gevoelszenuw
bewegingszenuw
schakelcellen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Impulsgeleiding in een zenuwcel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Impulsgeleiding uitbeelden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Impulssterkte en frequentie
Alles of niets principe
  • zwakke prikkel onder de drempelwaarde  ==>  NIETS
  • sterke prikkel ==> drempelwaarde bereikt ==> IMPULS

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Impulssterkte en -frequentie
Impulssterkte: de grootte van de verandering in elektrische 
lading van het celmembraan 
Is voor alle zenuwcellen gelijk

Impulsfrequentie: aantal impulsen per tijdseenheid
Variëert afhankelijk van de sterkte van de prikkel. 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Werking synaps
  1. Blaasjes met neurotransmitters (signaalstof) versmelt met celmbraan als er een impuls aankomt
  2. Neurotransmitter komt vrij in synaptische spleet
  3. Neurotransmitter bindt aan receptor van doelwitcel en geeft de 'boodschap' door

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 6: Spieren

Thema 5: Regeling

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

3 type spierweefsels
Skeletspieren
- dwarsgestreept spierweefsel 
- bestaat uit spiervezels (versmelting spiercellen)
aan botten vast
- aangestuurd door animale zenuwstelsel
Hartspieren
- dwarsgestreept spierweefsel 
- in hart

Glad spierweefsel
- glad spierweefsel 
- bestaat uit losse spiercellen
- in huid en wand van holle organen
- aangestuurd door autonome zenuwstelsel
BINAS 90C

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat:
Thema 5, basisstof 6: spieren
Lezen +  vragen maken
Hulp nodig:
kom naar mijn bureau
Klaar?
kom een verdiepende opdracht halen
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opbouw skeletspieren
  • Spierbundel met daaromheen spierschede
  • Spierbundels opgebouwd uit spiervezels
  • Spiervezels opgebouwd uit spierfibrillen
  • Spierfibrillen opgebouwd uit filamenten (myosine & actine)
  • Tussen spierfibrillen mitochondriën en glycogeen
BINAS 90C

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Samentrekken van spieren
  • impulsen komen aan in motorisch eindplaatje
  • actine en myosine eenheden schuiven in elkaar
  • energie wordt verkregen door verbranding glucose

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • 5.5.1 Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.
  • 5.5.2 Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt.
  • 5.6.1 Je kunt de bouw en functie van glad spierweefsel en dwarsgestreept spierweefsel beschrijven.
  • 5.6.2 Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.
  • 5.6.3 Je kunt de effecten van training, revalidatie en dopinggebruik uitleggen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Thema 5, basisstof 6
lezen en vragen maken

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Extra uitleg
de slides hierna geven extra uitleg

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Slide 32 - Link

Hoe werkt actiepotentiaal

Slide 33 - Link

muscle contraction