Syndromen
Hoeveel % van de mensen met down hebben een licht tot matig verstandelijke beperking?
A
50-60%
B
60-70%
C
75-80%
D
70-85&
1 / 14
Items in this lesson
Hoeveel % van de mensen met down hebben een licht tot matig verstandelijke beperking?
A
50-60%
B
60-70%
C
75-80%
D
70-85&
Slide 1 - Quiz
Wat zijn gedragskenmerken van mensen met het syndroom van down?
A
Eigenwijs
B
Vriendelijk
C
Koppig
D
Verlegen
Slide 2 - Quiz
Wat zijn uiterlijke kenmerken van het syndroom van down?
A
een grote tong
B
ondergewicht
C
lange vingers en tenen
D
krullend haar
Slide 3 - Quiz
Welke afwijkingen komen voor bij mensen met het syndroom van down?
A
gehoorafwijking
B
hartafwijking
C
oogafwijking
D
neurologische afwijking
Slide 4 - Quiz
Wat zijn bewegingskenmerken van mensen met het downsyndroom?
A
Hypotonie
B
sterke pezen en banden
C
hypertensie
D
hypochondrie
Slide 5 - Quiz
Waarmee moet je rekening houden op sportgebied voor mensen met down?
A
rekkingsoefeningen hebben veel zin
B
maak instructies visueel
C
zorg voor een prikkelrijke omgeving
D
laat ze veel zelf bepalen
Slide 6 - Quiz
Wat is de oorzaak van het fragiele X syndroom?
A
een fragiel extra stukje op het X chromosoom
B
Een fragiel extra stukje op het Y chromosoom
C
Een tekort aan een X chromosoom
D
Een tekort aan een Y chromosoom
Slide 7 - Quiz
Wat is juist over het Fragiele X syndroom?
A
Er is meestal sprake van een EVB
B
De ontwikkeling is vertraagd
C
Bij de geboorte heeft het kind een lager gewicht
D
Vaak kleine oren
Slide 8 - Quiz
Wat is NIET juist over het Fragiele X syndroom?
A
Lichte achterstand in de motorische ontwikkeling
B
Vaak luchtweginfecties en oorontsteking
C
Druk, overbeweeglijk, concentratieproblemen
D
Goed in sociale contacten
Slide 9 - Quiz
Waar in het brein zit een stoornis bij het Prader-Willie-Syndroom (PWS)?
A
Hypothalamus
B
Hypofyse
C
Corpus Callosum
D
Cerebellum
Slide 10 - Quiz
Op welk chromosoom ontbreekt er een stukje erfelijke informatie bij PWS?
A
Chromosoom 10
B
Chromosoom 12
C
Chromosoom 15
D
Chromosoom 5
Slide 11 - Quiz
Wat zijn kenmerken van PWS?
A
Neiging tot overgewicht
B
Achterblijvende spierkracht en snelheid
C
een LVB
D
Vertraagde spraakontwikkeling
Slide 12 - Quiz
Naar wie is het Angelman-syndroom vernoemd?
Slide 13 - Open question
Wat zijn kenmerken van het Angelman-syndroom?
A
Hyperactief, druk
B
Epilepsie
C
Een opvallend vrolijk uiterlijk
D
Houterige motoriek
