3 H Chapitre 1 Bron H Werkwoorden op re

Bienvenue!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue!

Slide 1 - Slide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Slide

Programme

  • Wat hebben we tot nu toe behandeld?
  • vocabulaire F herhalen

Doel van vandaag:
  • kun je werkwoorden op -re gebruiken

Slide 3 - Slide

savoir
en moyenne
vendre
le concours
verkopen
gemiddeld
weten
de wedstrijd

Slide 4 - Drag question

de smaak

Slide 5 - Open question

pauvre

Slide 6 - Open question

per jaar

Slide 7 - Open question

grammaire H page 44
werkwoorden op -re

Slide 8 - Slide

lire page 44 exercice 29 a

Slide 9 - Slide

Wat valt je op?

Slide 10 - Mind map

Regelmatige ww op -re 
Je kent al regelmatige ww op -er. Dit is een nieuwe groep ww.
Bijvoorbeeld:
vendre (= verkopen)
rendre (= teruggeven)
répondre (= antwoorden)
attendre (= wachten)
entendre (=horen)

Slide 11 - Slide

Combine les verbes!
attendre
entendre
perdre
rendre
répondre
vendre
antwoorden
horen
teruggeven
verliezen
verkopen
wachten

Slide 12 - Drag question

Regelmatige ww op -re (2)
VENDRE (= verkopen)   - Présent = tegenwoordige tijd                         Je vends
Tu vends
Il/elle/on vend
Nous vendons
Vous vendez
Ils/elles vendent
Attention! Twee regels:
1) STAM = hele ww - RE
2) STAM+ UITGANG

Slide 13 - Slide

wat zijn de uitgangen van de werkwoorden op re?

Slide 14 - Open question

Kies de goede vorm van het ww.
Tu (vendre, présent) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendez

Slide 15 - Quiz

Kies de goede vorm van het ww.
Paul (attendre, présent) ses parents.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendent

Slide 16 - Quiz

Kies de goede vorm van het ww.
Vous (répondre, présent) au mail.
A
réponds
B
réponds
C
répondons
D
répondez

Slide 17 - Quiz

Kies de goede vorm van het ww.
Les enfants (perdre, présent) le match.
A
perds
B
perd
C
perdez
D
perdent

Slide 18 - Quiz

Regelmatige ww op -re (3)
VENDRE (= verkopen)   - Passé composé = voltooid verleden tijd
J'ai vendu                             Ik heb verkocht
Elle a répondu                    Zij heeft geantwoord
Nous avons attendu        Wij hebben gewacht

Wat gebeurt er hierboven? Wat is de regel ook alweer?

Slide 19 - Slide

Hoe maak je het voltooide deelwoord van een werkwoord op - re?

Slide 20 - Open question

Zet in de juiste vorm.
Tu (répondre, passé composé)

Slide 21 - Open question

Zet in de juiste vorm.
Max (rendre, passé composé) le livre.

Slide 22 - Open question

Zet in de juiste vorm.
Vous (perdre, passé composé).

Slide 23 - Open question

Werkwoorden -er/ -re
nous (vendre) - Passé composé

Slide 24 - Open question

Werkwoorden -er/ -re
nous (vendre) - P.C.

Slide 25 - Open question

werkwoorden op -re in de passé composé
ils ... ...(perdre)

Slide 26 - Open question

AU TRAVAIL
Devoirs demain:
Faire: ex 29, 30 cde, 31
apprendre H uitgangen


Slide 27 - Slide